(Mazin Qumsiyeh)
Behalve dat het altijd leuk is om de vrienden en bekenden weer tegen te komen gebeurt het maar zelden dat ik vrolijker van Palestina/Israël-bijeenkomsten naar huis ga. Maar zowaar, Mazin Qumsiyeh slaagde erin wat van zijn optimisme over te dragen.
Ik ontmoette Qumsiyeh al eerder, in zijn huidige woonplaats Beit Sahour op de Westoever. Eigenlijk is hij een professor in de biologie en genetica, die jarenlang in de VS woonde. Maar hij is boven alles een Palestijn, die het niet aan kan zien wat er met zijn land gebeurt, en hij is in 2008 teruggekomen naar Palestina. Qumsiyeh is een christelijke Palestijn, met alle soorten christendom en ook moslims in zijn familie, en hij is behalve als activist vooral bekend om zijn studies over het volksverzet van de Palestijnen (Sharing the Land of Canaan: Human Rights and the Israeli-Palestinian Struggle, Pluto Press, 2005, en Popular Resistance in Palestine: A History of Hope and Empowerment, Pluto Press, 2010).
Dit is het punt, vertelde hij op zondag 15 januari bij de nieuwjaarsbijeenkomst van het Palestina Komitee in het ABC Treehouse in Amsterdam: hoe hem als leerling nooit de werkelijke geschiedenis van de Palestijnen werd verteld. De geschiedenis zoals we die bijna overal op scholen leren is het verhaal van de heersers, nooit dat van het volk. En zo wist hij vrijwel niets van de lange geschiedenis van het Palestijnse verzet tegen de dreigende zionistische overheersing van Palestina. Of we weten wanneer de eerste opstand tegen het zionisme plaatsvond? Ergens in de jaren twintig, zei ik. Nee, in 1881, bij de eerste nederzetting van zionistische joden, Petah Tikva.
Het is grappig, net als ik zegt Qumsiyeh de boeken te schrijven die hij zelf had willen lezen, maar die er nog niet waren. Hij begon de geschiedenis van het Palestijnse verzet te bestuderen omdat hij er zelf alles over wilde weten. De geschiedenis van de Palestijnen onder de Ottomaanse overheersing. Het Ottomaanse rijk dat van pro-zionistisch anti-zionistisch werd, vandaar dat het zionistische hoofdkwartier van Wenen naar Londen verhuisde, omdat ze hoopten de Britten mee te krijgen voor hun project. Wat ook aardig is gelukt, en Palestina een pro-zionistische heerser kreeg toen het een Brits mandaatgebied werd, Herbert Samuel. Maar het Palestijnse verzet was toen al een halve eeuw gaande, en dit is het opmerkelijke, zegt Qumsiyeh, dat het heel lang geweldloos bleef, ook al sloegen de Ottomanen en de Britten ongenadig terug.
Het Palestijnse verzet valt in de categorie van de anti-koloniale strijd, zoals die in veel landen heeft plaatsgevonden, maar er is in de handboeken over kolonialisme weinig over vermeld. Zo waren er al in 1929 Palestijnse vrouwen die een demonstratieve actie hadden georganiseerd, ze reden, alleen vrouwen, met meer dan honderd auto’s luid toeterend door Jeruzalem, dat trok behoorlijk veel aandacht en haalde zelfs de Britse pers. Het waren ook vrouwen die lobbyden voor de Palestijnse zaak bij de Britse ambassade, en tot in het Britse parlement, die brieven schreven, kranten bestookten, en een delegatie naar Londen stuurden.
Een belangrijke geweldloze actie vond veel later plaats in zijn eigen woonplaats Beit Sahoer, de kleine stad die altijd veel christelijke toeristen trekt omdat het de plek zou zijn waar Jezus tussen de herders in het veld liep. Daar vond de belastingstaking plaats, onder de leus ‘no taxation without representation’ – we betalen geen belasting aan Israël als we niet vertegenwoordigd zijn in het parlement – de bewoners weigerden belasting te betalen. Israël reageerde door Beit Sahour te omsingelen en af te grendelen met het leger, en de inwoners huisarrest op te leggen. Daar hadden ze op gerekend, ze hadden voor weken voedsel in huis, en om de soldaten te pesten hielden ze vrolijke barbecues op hun daken. Er was toen een wet dat de bewoners geen koeien mochten hebben. Ze smokkelden negen koeien Beit Sahour binnen. Het leger sloeg op tilt. Met helikopters probeerden ze de koeien op te sporen, die verstopt waren in kelders en grotten. Niet gevonden. De scholen waren gesloten, de kinderen kregen thuis les. Maar uiteindelijk was de belegering niet vol te houden, onder andere waren alle medicijnen uit de apotheken in beslag genomen, en dat was het moment dat de inwoners besloten om de internationale gemeenschap te vragen hen te helpen om de belegering te doorbreken. Er kwamen een paar honderd mensen helpen, internationals zowel als Israëli’s, met spandoeken ook in het Hebreeuws. Voor veel van de jonge Palestijnen was dat het eerste keer dat ze samen op de barricaden stonden met joden, en dat was het begin van de internationale solidariteitsbeweging, die tot op de dag van vandaag heel actief is. Het leger wist er geen raad mee (toen nog niet!), zeker niet omdat de ISM, de International Solidarity Movement mensen meekreeg als de Israëlische Neta Golan (die nu met een Palestijn getrouwd is en zich een Palestijnse noemt) en Luisa Morgantini van het Europese Parlement.
Toen ging het er bij die vreedzame protesten nog redelijk gemoedelijk toe, maar na 2003 ‘Israel went crazy‘, zegt Qumsiyeh. Na de aanslag van 11 september van 2001 in de VS kreeg Israël het groene licht van de bondgenoot uit Washington om deel te nemen aan de ‘War against terror’, en dat betekende dat de activisten behoorlijk hard worden aangepakt. We weten het, er vielen sindsdien – aan de Palestijnse kant – doden bij.
(Mazin Qumsiyeh weer eens opgepakt)
De daadkracht van het geweldloze Palestijnse verzet gaat in golven, zegt Qumsiyeh, nu zit er weer een golf aan te komen. Op 30 maart is er een mars naar Jeruzalem gepland, waarbij geprobeerd zal worden om alle barrières als checkpoints en muur te slechten. Dat is op Palmzondag, en dus komen ze net als Jezus met palmtakken en op ezels. Want zo is de situatie, vertelt Qumsiyeh: vroeger gaf hij les in Jeruzalem, en kon er te voet heen wandelen. Nu krijgt hij geen toestemming meer om naar Jeruzalem te gaan, zelfs niet met zijn Amerikaanse paspoort waar de Israëli’s een Hebreeuwse stempel in hebben gezet dat hij een Palestijn is en dus geen toegang krijgt tot Jeruzalem. ‘Toch ben ik er afgelopen jaar zes keer geweest’, vertelt hij vrolijk. Drie keer in een Israëlische legerjeep toen hij weer eens gearresteerd was, en drie keer op eigen houtje, en hij gaat ons niet vertellen hoe hij dat voor elkaar kreeg, want er zijn ondanks de muur en de checkpoints nog steeds sluipwegen, maar die gaat hij ons niet verklappen. Eens werd er niet alleen een Palestijn maar ook zijn ezel gearresteerd. Aangezien de eigenaar de boete niet wilde betalen zat de ezel ook drie weken in de gevangenis, tot hij weer werd vrijgelaten. Tot woede van Israël lukt het de Palestijnen nogal eens om het leger en de regering volledig voor gek te zetten. Ook de koeien hebben ze nooit gevonden. Die hebben zich inmiddels voortgeplant en dat zijn er nu zeventien.
Qumsiyeh wordt vaak gearresteerd, maar hij loopt anders dan andere Palestijnen die soms maanden zonder proces vastzitten weinig gevaar op meer dan een paar nachten cel, zegt hij – hij heeft te veel internationale contacten, hij is te bekend. In april volgt een nieuwe, internationale actie, Welcome to Palestine, waarbij solidaire internationale activisten naar Ben Gurion reizen, en daar niet gaan liegen wat ze er komen doen (wat heel eenvoudig is) maar openlijk zullen meedelen dat ze er komen om Palestina te bezoeken. Dat is al eerder geprobeerd, de ‘flytilla‘, en toen lukte het Israël om de luchtvaartmaatschappijen onder druk te zetten om een deel van de verdachte Palestina-bezoekers het vliegtuig niet in te laten. Dat blijkt dus niet te mogen, Israël gaat tenslotte niet over buitenlandse luchtvaartmaatschappijen. Ook toen waren de Israëli’s totaal over hun toeren, vertelt Qumsiyeh, Netanyau kwam zelf naar Ben Goerion, het halve leger was op de been, er gingen verhalen dat er terroristen zouden komen om vliegtuigen op te blazen – het blijkt heel goed mogelijk om met volstrekt vreedzame middelen een boel heibel te veroorzaken.
Het doel is duidelijk: de apartheidsstaat te ontmaskeren. Te laten zien hoe Palestijnen moeten leven onder Israëlische overheersing, hoe hun recht op bewegingsvrijheid is afgenomen, hoe het recht van buitenlanders om hun Palestijnse vrienden te bezoeken is ingeperkt. Het zijn niet alleen de buitenlanders die dat nu beginnen te zien, zegt Qumsiyeh, het zijn ook Israëlische joden zelf. En de Amerikanen.
De aandacht in het buitenland ging al jaren voornamelijk naar het gewapende verzet, de zelfmoordaanslagen, de raketten, hoeveel mensen weten van de lange Palestijnse geschiedenis van geweldloos verzet? De Palestijnen zijn altijd erg vindingrijk geweest en hebben veel creatieve ervaring met geweldloos verzet. En het lukt steeds beter om nieuwe vormen te vinden, en er de media in de wereld mee te bereiken. Want dit is het punt: zonder nieuws, zonder publiek, heeft geweldloos verzet weinig zin. Dat het Israëlische leger zo hysterisch en buitensporig reageert is gevaarlijk voor de activisten, maar in feite helpt het leger mee om de media in de buitenwereld te bereiken. Ook de culturele boycot van Israël wordt groter. Belangrijker dan een economische boycot, vindt Qumsiyeh, juist omdat Israël er zo aan hecht een progressief imago te verspreiden – ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’, en nu lukt het al die activisten om die democratie te ontmaskeren als een apartheidsstaat. Israël kan er erg slecht tegen als hun progressieve zelfbeeld wordt aangetast, daarom reageren ze ook zo disproportioneel op elke vorm van protest, hoe vreedzaam ook.
Ik vraag hem of het hem wat uitmaakt dat Fatah en Hamas pas nog hun steun hebben toegezegd aan het volksverzet. Hij moet er van lachen. Nee, zegt hij kort, daar hebben we niks aan. Pas werd hij voor de verandering voor een ‘gesprekje’ uitgenodigd bij de Palestijnse politie. Dat werd een verhoor van uren. ‘Uiteindelijk begreep ik dat het er vooral om ging dat ze bang waren dat ik een nieuwe politieke partij zou oprichten’, zegt hij. ‘Fatah wil geen concurrentie. Ook toen de Palestijnse bevolking zowel op de Westoever als in Gaza zich solidair betoonde met de opstand in Egypte traden ze ertegenop en werd de solidariteitsbeweging uit elkaar geslagen. Dat ze nu lippendienst bewijzen aan het volksprotest is omdat ze weten dat wij kunnen wat zij niet kunnen, een werkelijke sterke protestbeweging van onderaf. Zoveel mensen krijgen de Palestijnse machthebbers, voorzover het überhaupt machthebbers zijn, niet op de been. Als zij het serieus meenden,’ zegt hij, ‘dan zat Abu Mazen (Abbas) samen met ons voor de bulldozers. We hebben hem nog niet gezien.’
Qumsiyeh’s optimisme is aanstekelijk. Er verandert langzaam maar gestadig heel veel in de wereld, ook onder de joden in de VS, ook onder de Europeanen, de solidariteitsbeweging groeit, zegt hij. Het kan niet eeuwig duren met de bezetting. Het gaat er nu om om het proces te versnellen.
Bij de discussie krijgt hij nog bijna ruzie met Hajo Meyer die zegt niet te begrijpen waarom Qumsiyeh gelooft in één staat waar Palestijnen en joodse Israëli’s samen kunnen leven. ‘Zoals ik als Auschwitz overlevende nooit meer naar Duitsland wilde begrijp ik niet hoe je kunt denken dat Palestijnen nog samen willen leven met Israëli’s’ zegt hij. ‘Waarom niet,’ zegt Qumsiyeh, ‘ik haat de joden niet, ik ben dol op joden. Laten we allemaal met elkaar trouwen’, en hij lacht er vrolijk bij.
Qumsiyeh heeft een tamelijk wanorderlijke website, waar veel op staat – als je het weet te vinden. Hier.