Vierhonderd jaar was Nederland een koloniaal rijk, en hoe kunnen mensen hier nou denken dat er niets meer terug te vinden zou zijn van dat kolonialisme in het bewustzijn en gedrag van witte Nederlanders? Aan het woord is Gloria Wekker, professor emeritus, bij een lezing getiteld Towards a Decolonial University, op Het is georganiseerd door The University of Colour, nu al de best georganiseerde groep in de Maagdenhuisbezetting. Ik maakte het begin er van mee toen Mercedes Zandwijken, Mimi van Mad Mothers en Machiel Keestra voor een groep merendeel gekleurde studenten een lezing en workshop organiseerden (zie de foto’s hieronder).
Het wordt tijd dat de UvA, tot op heden een wit bolwerk waar de minderheid aan gekleurde studenten zich vaak niet thuis voelt, wat gaat doen om meer een afspiegeling te zijn van de bevolking. Tenslotte staat Amsterdam bekend als een gemengde stad met vele nationaliteiten. Niet alleen om studenten die zwart, migrant of vluchteling zijn meer kansen te geven, maar ook om er voor te zorgen dat het curriculum meer gebruik maakt van de inzichten, ervaringen, talenten van niet-westerse studenten en docenten. Het zou de eenzijdige witte blik kunnen doorbreken, de Euro-centrische visie die alle disciplines doordrenkt, het zou kunnen betekenen dat de UvA eindelijk meegaat in de tijd en antwoorden zoekt op de vragen van nu. Daarvoor, laat Gloria Wekker overtuigend zien, is het belangrijk dat de universiteit wordt ‘gedekoloniseerd’.
Gloria Wekker, van wie binnenkort een nieuw boek te verwachten is met White Innocence als onderwerp, heeft zich vooral beziggehouden met die vraag hoe het komt dat wit zich zo – ze zegt onschuldig – ik zou zeggen onnozel – blijft opstellen als het gaat over het eigen verleden en de consequenties ervan nu. Het dominante witte zelfbewustzijn wordt nog steeds getekend door de missionarische ideologie van de zwarten die beschaving bijgebracht moeten worden, vanuit de zekerheid dat ‘onze’ cultuur het eindpunt is van de ontwikkeling van de beschaving, terwijl ‘zij’ nog niet zo ver zijn. Zo wordt het feit dat zwarte (en migranten en vluchtelingen) studenten nog niet zo ver zijn als de witte vooral aan henzelf geweten – ze hebben kennelijk een gebrek aan intellectuele capaciteit, of hebben een taalachterstand, of zijn minder gemotiveerd. Het kan nooit aan het systeem zelf liggen, aan de uitsluitingsmechanismen die ook gelden voor mensen uit ‘lagere’ sociale lagen of, hoewel daar al meer in is bereikt, voor (witte) vrouwen. Het kan er zeker niet aan liggen dat gekleurde studenten stelselmatig worden ondergewaardeerd en te laag ingeschat. Dat elke inbreng die ‘anders’ is automatisch ook als ‘minder’ wordt beoordeeld. Gloria Wekker heeft zelf de voorbeelden hoe het is als witte mensen zich niet voor kunnen stellen dat een zwarte vrouw een professor is – maar eerder denken dat je komt voor de catering of om schoon te maken.
Zo is het kenmerkend dat al die niet-dominante groepen in de diverse disciplines wel object zijn van studie, maar dat witheid geen onderwerp is. Wit is geen kleur, wit is gewoon en vanzelfsprekend, het probleem dat zijn altijd de anderen. We studeren af op vreemde volken, op de problemen van de migratie, op Marokkanen op de arbeidsmarkt, op gender (dat meestal ‘vrouwen’ betekent) maar de dominante groep is geen studieobject. We onderzoeken niet wat het betekent om wit te zijn, compleet met de witte privileges. Daarbovenop is de universiteit nog steeds niet toe aan een ‘inclusieve’ manier van denken, aan ‘intersectionaliteit’, waarin juist de combinaties en wisselwerking tussen klasse, kleur, gender en seksualiteiten kan worden onderzocht. En zo blijft de overheersende groep binnen de universiteit wit en man, en blijft de universiteit zelf monocultureel, mono-etnisch en monogender.
Het spannendste onderdeel van Goria Wekkers lezing vond ik de haast komische observatie dat er in Nederland een enorme ontkenning gaande is van alles wat met etniciteit en racisme te maken heeft. Witte Nederlanders gaan er graag prat op kleurenblind te zijn (kan ik ook uit eigen ervaring bevestigen); ‘we don’t do race’, we maken geen verschil, we zien geen verschil, wat geheel in strijd is met de woedende en agressieve reacties wanneer de groepen die het echt beter weten laten zien dat er wel degelijk sprake is van racisme. En de witte mensen niet zien dat die woedende en agressieve reacties precies duidelijk maken waar het echt om gaat. Gloria Wekker die een tijd lang in de VS werkte kwam in 1992 weer terug naar Nederland, en zag toen de keizer die geen kleren aanhad, en die keizer was nog lelijker dan ze in herinnering had. Er is in Nederland bij de dominante witte groep een diepe overtuiging dat ‘wij’ tolerant en vrij van vooroordelen zijn, wij staan aan de goede kant, en wij zijn een voorbeeld voor andere landen, en daar zijn wij trots op. En we verdragen het niet als er iemand met feiten in de hand rammelt aan dat feestelijke en superieure zelfbeeld.
De meeste witte mensen hier zijn zich er niet van bewust wat witte privileges inhouden. (Ik maakte zelf pas mee hoe een witte man oprecht en boos uitriep dat hij niets wist van privileges, en zich helemaal niet verantwoordelijk voelde voor kolonialisme, want hij was als arbeider zelf onderdrukt – kortom, het was zijn zaak niet) Er is nog veel te doen, niet alleen aan de empowerment van zwarte mensen, maar vooral aan het ontbreken van enig bewustzijn bij het overgrote deel van de witte mensen dat zij het probleem zijn en niet de oplossing. Om te beginnen met het ontbreken van besef van ‘white privilege’ – Peggy Mc Intosh (zegt Gloria Wekker) heeft een prachtige lijst met voorbeelden gegeven: wit zijn betekent dat je nooit bang hoeft te zijn dat je met argusogen wordt bekeken als je een winkel binnenstapt, witzijn betekend dat je de tv aan kunt zetten en er op kunt rekenen daar altijd gezichten aan te treffen van mensen die zijn zoals jij, witzijn betekent naar de universiteit te gaan en daar een keur aan studies aan te treffen die voor jouw leven relevant zijn. Witzijn, kortom, betekent voortdurend bevestigd te worden in je bestaan. Maar wie die privileges heeft vindt dat gewoon, het komt hen toe. Ze zien het probleem niet.
We doen nog steeds alsof we in de jaren vijftig leven en nog niet multicultureel zijn, zegt Gloria Wekker. En ze beantwoordt vragen van studenten – een paar ervan vertellen over hun gevoel van isolement, en de eenzaamheid als je je nek uitsteekt. Wat kunnen ze daar aan doen? Create community, zegt ze, precies dat wat er nu gebeurt. Zoek naar andere zwarte studenten, en zoek naar witte mensen die je bondgenoten kunnen zijn, want die zijn er ook.
Een begin is gemaakt. Aan de gevel van het Maagdenhuis hangt nu een spandoek: geen democratisering zonder dekolonisatie.