“Ze betwistten elkaar
wie van hen de grootste was.
Jezus, hij wist wel hoe ze dachten in hun hart,
nam een kind bij de hand, daar stond het, naast hem.
Hij sprak tot hen:
Als je in mijn naam dit kind aanvaardt,
aanvaard je mij; en als je mij aanvaardt,
aanvaard je hem die mij gezonden heeft.
Want wie de kleinste is van jullie allen,
die is groot.”
Lukas 9 vers 37-50
Vanochtend in de Amsterdamse Studentenekklesia. Kees Kok deed de schriftuitleg.
“Kies voor de kleinste, de onderliggende, machteloze, misbruikte, de geslagene, de uitgeprocedeerde en je kiest voor God. Zo liggen de verhoudingen in het evangelie. Verder is niemand groot, groter, grootst; geen priester, bisschop, paus; geen minister, president, koning.”
Vorige week stuurde de Studentenekklesia een brief naar de Tweede Kamer waarin gepleit wordt voor een menswaardig beleid ten aanzien van de uitgeprocedeerde asielzoekers; ‘wij vragen met name hen die zich “christelijk” noemen, op een gewetensvolle bezinning op de joods-christelijke woorden over solidariteit en ontferming, die gedurende vele eeuwen onze beschaving hebben beïnvloed.’
Ondertussen weten we dat de overgrote meerderheid van het op het CDA congres aanwezige leden voor het uitzettingsbeleid van het kabinet stemde. Ik vraag me af wat er met die mensen is gebeurd dat ze de wet plaatsen boven het geweten, trouw aan het gezag boven barmhartigheid. Wat betekent het dan nog om je christen te noemen?
Barmhartigheid is -god zij dank- nogal multi-intrepetabel. Zoals mijn EHBO-docent al zei: “Punt 1 is: breng eerst jezelf in veiligheid, pas dan kun je anderen helpen”. De CDA’ers zijn daar nu al nu al decennia mee bezig. De vraag is wanneer ze toe zijn aan punt 2: “Doe alles wat je kunt om een ander te helpen”.
Ik vrees dat barmhartigheid ook de komende decennia niet verder gaat dan meehelpen om de opbrengst van het kerkzakje te bepalen.
Menswaardig beleid ten aanzien van uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik was erbij, vorige week, toen we die brief verstuurden, met grote eensgezindheid en hoop dat velen zich ook daadwerkelijk zullen verzetten, met hun hele ziel en zaligheid.
“Hij sprak tot allen:
Wie willen komen achter mij aan:
dat zij zichzelf verloochenen
en hun kruis opnemen dag na dag
en mij volgen.
Wie hun ziel en zaligheid willen behouden,
die redden het niet;
maar wie hun ziel en zaligheid verliezen, om mijnentwil,
zij zullen het redden.”
Lucas 9, vers 23 ev
Huub Oosterhuis deed de schriftuitleg:
“Dat betekent, als je mij volgt, met mij mee komt in dat grote messiaanse koninkrijk van God-nieuwe-aarde-eindelijk-gerechtigheid-project, weet dan wat je over jezelf afroept: je gaat eraan, net als ik, maak je geen illusies; deze onderneming vraagt alles van je, je ziel-en-zaligheid.
Je ziel-en-zaligheid is alles wat je bent (de stilte in de tyfoon, je diepste diepte, je hoogste hoogte, en soms gebeurt het dat een ander mens kan afdalen en opstijgen in jou). En dat kan je geven, inzetten. Maar kan je nooit verloochenen – daar vecht je voor, om het te behouden, te redden. Het is je menselijke waardigheid om je ziel te bewaren, niet te verspelen, niet te verliezen.”
Kom op, ware christenen en socialisten, vereenigt u
voor gelijkwaardigheid, menselijke waardigheid en solidariteit
Christus was een ware socialist avant la lettre … helaas hebben zijn discipelen dat nog steeds niet door.
Nee, alle gekheid, maar ik denk dat de gemiddelde CDA-kiezer een behoorlijk traditioneel, burgerlijk, met dogma’s overvoerd persoon is van wie de handelswijze wordt bepaald vanuit een natuurlijke angst voor het onbekende. Daaraan maken alle mensen zich nogal eens schuldig, dus geen verwijt, alleen worden zo de grondslagen van het Christendom vernietigd door de vrees voor verandering en dat werkt niet zo goed in een veranderende wereld.
Wat zijn eigenlijk die normen en waarden waar men in het CDA over praat? Ik wil weleens een mooie vergelijking zien van het huidige beleid versus het Nieuwe Testament. Wie zijn in het Nederland van nu de Romeinen en wie zijn hier de Christenen?
We mogen toch niet in naam van “Christelijke Normen en Waarden” de macht, de autocratie, de allesomvattende economie en de kleren van de keizer laten prefaleren boven de medemenselijkheid, de liefde en de bescherming van alles wat kwetsbaar is?