De Ekklesia vanochtend:
Hoor. Maar ik wil niet horen.
Zou ik uw woord verstaan,
ik moest uw wegen gaan, U volgen hier en nu.
Ik durf niet zijn geboren
en leven toe naar U.
Hoor, roept Gij in mijn oren
en jaagt mijn angst uiteen.
O stem door merg en been
verwek mij uit het graf,
uw mens opnieuw geboren –
o toekomst laat niet af.
Het evangelie van Lukas, 9 vers 51-62.
Een hard verhaal. De bevrijdingstocht naar Jeruzalem. De messias-koning gaat niet te paard als een veldheer, maar te voet. Degenen die mee willen aarzelen en treuzelen. De messiaanse bevrijder is onverbiddelijk. Eerst nog afscheid nemen van je huisgenoten? “Wie omkijkt naar wat achter hem ligt is niet geschikt voor het koninkrijk van God.” Eerst nog je vader begraven, ongeveer het heiligste gebod? Ook dat niet. “Laat de doden hun doden begraven”. Het is alles op alles. Wie aan zo’n bevrijdingstocht begint moet weerloos worden, vertelt Alex van Heusden in de schriftuitleg, weerloos in die zin dat hij zich nergens meer kan en mag verschuilen. Hij zoekt de confrontatie en dat is altijd onvergeeflijk. Hij stelt de machtsvraag en dat is dodelijk. Een vos heeft altijd een hol waarheen hij vluchten kan. Maar wie meedoet met de messiaanse bevrijding, moet daar niet op rekenen.
Het is de vraag naar hoeveel je op wilt geven, achter je wilt laten, hoeveel je aandurft voor dat visioen van een betere wereld. Weinig mensenkinderen die zoveel opgeven als die rabbi uit Nazareth die al weet dat hij het leven zal laten. Cor naast me sputtert. Ik zou éérst mijn vader begraven, zegt ze. En ik heb er ook genoeg van dat ze het altijd maar hebben over het volk van Israël en nooit over de Palestijnen.
Huub legt het haar uit: in dat boek staan de joden, het volk van Israël voor het onderdrukte volk dat aan de vrijheid heeft geroken en het nu niet meer voor minder doet. Zoals de Palestijnen van nu. Zo kun je dat lezen.
Een zee van dromen gaan in mij tekeer, zingen we aan het einde van de dienst.
Hoi Anja,
Mooie tekst; Een zee van dromen gaan in mij tekeer. Staat dit in de liedbundel. Zo ja, weet jij welk nummer of aanvulling.
Zelf in de Dominicus genoten van een prachtige tekst door Pieter van Hoof.
Wim