Uri Avnery vergelijkt Bush met een dansende beer. Veel groter en sterker dan zijn meester Sharon, maar bereid om op bevel een dansje te doen. Zo kijkt het Israëlische publiek met genoegen naar Sharon die de Amerikaanse beer af en toe met een rukje aan de ring door zijn neus een koprol laat maken. En om zijn publiek niet te vervelen bedenkt Sharon af en toe een nieuw kunstje voor het beest.
Het eerste kunstje heette de Road Map. Om eerlijk te zijn, die was niet bedacht door Sharon maar door de beer zelf. Bush had een geweldig idee: “Twee Staten voor Twee Volken”. Revolutionair, visionair en nieuw! (Als we even vergeten dat dat idee al was ontworpen door de VN in 1947, en jaar na jaar was herhaald door de Palestijnen)
De Road Map werd ondertekend door Europa, Rusland en de VN. Dus wat kon er nog mis gaan? Wat er mis kon gaan is dat Sharon er geen moment aan dacht om de Road Map serieus te nemen. Hij had zijn eigen plannen. Op het eerste gezicht leek Sharon een béétje in te stemmen. Hij zei: ja maar..en toen kwamen er 14 amandementen op het voorstel waardoor het van elke inhoud was ontdaan. Vervolgens verklaarde hij dat Israël zijn kant van de deal pas in zou laten gaan nadat de Palestijnen eerst een lijst met onmogelijke opdrachten zouden hebben vervuld.
Sharon deed net alsof hij het plan helemaal serieus nam. Hij stuurde afgevaardigden naar Washington, bezocht het Witte Huis, en riep bij elke gelegenheid uit dat niets heiliger en belangrijker was dan de opdracht van Bush. En Bush smolt en noemde Sharon zelfs ‘Een Man van Vrede’.
Ondertussen deed hij niets. Volgens de Road Map had hij alle nederzettingen die gebouwd waren na het begin van zijn ambtsperiode moeten ontruimen. Dat veranderde Sharon eigenhandig in: alleen de ‘illegale’ buitenposten. En ook niet alle illegale buitenposten, maar één of twee. Uiteindelijk werd er geen enkele afgebroken, maar de beer bleef vrolijk verder dansen. Ook toen er nieuwe nederzettingen gebouwd werden, allemaal illegaal, die vervolgens van water, electriciteit, wegen en onderwijs werden voorzien.
En toen kregen we De Muur. Eerst werd die gepresenteerd als een veiligheidsmuur die min of meer de Groene Lijn zou volgen. Vervolgens bleek dat die diep in het Palestijnse land terecht zou komen, waarmee elke gedachte aan een leefbare Palestijnse staat een grap werd. De Amerikaanse satellieten maakten luchtfoto’s, en de beer deed een nieuw huppeltje.
Toen bedacht Sharon weer wat nieuws: De Unilaterale Terugtrekking. We gaan weg uit de Gazastrook, met medeneming van 17 nederzettingen, zei hij. En alles begon weer opnieuw. Afgevaardigden vliegen heen en weer. In Israël zelf wordt er lawaai geschopt, een paar demonstraties van kolonisten, van rabbijnen, een dreigende kabinetscrisis, artikelen in de krant die zeggen dat het Sharon déze keer menens is.
Washington vindt het weer prachtig. Het is weliswaar niet de Road Map maar we kunnen toch doen alsof? En wie had gedacht dat Sharon, de Man van Vrede, nog eens echt bereid zou zijn zich terug te trekken uit Palestijns gebied?
Bush liet een paar wijze mannen naar Israël vliegen die vriendelijk en beleefd lieten vragen wat Sharon nou precies van plan was. Welke nederzettingen, hoe precies, wanneer? En mochten ze alsjeblieft een kijkje werpen op de kaart?
Sharon lachte ze uit. Geen kaart. Geen tijdschema. Niks. Het is nog maar een ideetje. We denken er nog over na. Kijk daar: een echte generaal. Die denkt ook na.
De wijze mannen buigen en gaan weer naar huis.
Ondertussen vraagt Sharon nog een paar miljard extra aan de VS om de kolonisten compensatie te bieden, nadat ze om te beginnen al miljarden hadden gekregen om de nederzettingen te bouwen: de kolonisten incasseren twee keer, één keer om te komen, één keer om te gaan.
En zo gaat het maar door. Als dit kunstje niet meer werkt komt er weer een ander. Zolang de beer maar blijft dansen.
(Deze tekst is gebaseerd op een column van Avnery, The Dancing Bear)