Dat was dus leuk, bij Carrie in de Gooi het maar in mijn petshow, in Rotterdam gisteren. Carrie had mij nog ingeschat op een oude omafiets en tikken op een antieke schrijfmachine, maar zoals ze kon zien ben ik helemaal bij de tijd met mijn weblog en mijn digitale cameraatje. We hadden het over van alles, de SP, Eerste Kamer, de kerk, mijn werk in de Gazastrook. Had van mij nog wel wat langer mogen duren. Lekkere kritische vragen, maar niet van die onderuithalers waar ik zo’n hekel aan heb, want waarom zou ik gratis en voor niks aan een gesprek mee moeten doen waarin ik alleen maar in de verdediging word gedrongen?
Voor mij zat Elly de Waard in het programma. Toen wij nog samen in de Anna Bijns Stichting zaten hadden we veel met elkaar te maken. Die Stichting richtten we op uit protest dat er zo weinig literaire prijzen naar vrouwen gingen. In de statuten zetten we dat die prijs ook naar een man mocht, als hij even mooi kon schrijven als een vrouw. We hadden ook altijd een excuus-man in de jury. Bij ons eerste benefiet bijeenkomst moesten de mannen een hogere toegangsprijs betalen, omdat die ook gemiddeld meer verdienen. Mannen boos, natuurlijk. Bij de tweede benefiet manifestatie deden we het dus anders: alle meegebrachte mannen half geld. Was het weer niet goed. Ons motto was: ruimdenkendheid en willekeur. We deden precies waar we zin in hadden en hadden een boel plezier om het gemak waarmee we mensen de kast op konden jagen.
Elly die ik lang niet had gezien was net als ik een beetje grijzer en meer geworden. Ik hield erg van haar gedichten. Elly komt veelvuldig voor in een boek dat ik schreef, Blessuretijd, een dagboekachtig verslag van een stevige crisis. 1993. Ongelukkige liefde, scheiding, baan weg, overgang, eerste keer therapie, het viel niet mee. Maar ook het begin van mijn contacten met Palestijnen, en het denkproces dat ik doormaakte. En over biseksualiteit: waarom zou ik niet van twee walletjes mogen eten, als we er maar twee hebben? Veel gedichtenregels van Elly er in, over vrijen in de auto, alsof dat voor mij geschreven was: ‘dat het intiemste op mijn veertigste nog moet op straat’. En deze regels:
-Ik doe je sleutel
van mijn ring, je ring tenslotte van mijn
vinger en voeg in dit gebaar
ons eindelijk samen in ontbreken.
Leuk Meul, om je gezien te hebben en ook je stukje.
Ik heb ook nog een gedicht indertijd opgedragen aan jou, een
ode aan de vriendschap en de vreugde van het Bijnsgebeuren.
Eenzang Twee, pagina´s 44, 45 4n 46. Te lang om hier te citeren.
Hartelijks,
Elly
Ik herinner ons Carrie als dat meisje van de sociale academie dat bij Sonja Barend het proletarisch winkelen zat te verdedigen met d’r haar omhoog.’En de rest jatten we er zelf wel bij’, zeide ze. De woorden, maar vooral het aplomb is mij – en haar ook – altijd bijgebleven.
Het feit dat ze nu dus die winkel op de Binnenweg heeft is voor mij het enige valide Godsbewijs dat ik ooit ben tegengekomen.
Geachte mevrouw Meulenbelt,
Carrie wees mij op deze site. Ik ben eigenlijk op zoek naar uw e-mailadres. Ik wil u graag een brief sturen over de lobby voor Atelier D., een van de groepen die negatief advies kreeg van de raad voor Cultuur.
Hoop dat dat langs deze weg kan? Groeten Sylvia Holstijn