Zaterdag 15 mei. De weg tussen Gazastad en het zuiden is nog steeds afgesloten. Ramadan woont in een van de middenkampen, Bureije kamp. Dus moet hij over het strand naar huis, onder de tanks door. Jan en ik zijn met hem gaan kijken, hoe hij en dr. Wa’el met de massa mensen mee door het zand loopt. Vandaag is het lastig, want de zee is hoog, en er is geen strook hard nat zand waar een auto op kan rijden. De ezelskarretjes redden het, en de tractoren kunnen het. Daarmee wordt het voedsel van het zuiden naar de stad gebracht, en soms zitten er hele families op de ezelskarren, ouderen, moeders met babies. Ambulances komen er niet door. En iedereen loopt zo snel mogelijk, voor het geval een van de tanks boven de duinen opeens gaat schieten. Gisteren was er een gewone personenauto die het toch probeerde. Die kwam vast te zitten in het zand. Ramadan zag hoe een tank op de auto begon te schieten. Een moeder en vier kinderen gewond. Omstanders lukte het om ze uit de auto te trekken en weg te dragen. Ze leven nog. Geen krantenbericht.
Het leger heeft zich teruggetrokken uit Rafah, maar de wegen zijn nog afgesloten. Zestien doden, 150 huizen verwoest. Er zijn zeven Israelische soldaten bij gesneuveld. Voor Jan en mij lijkt dit nieuws ver weg. Het betekent alleen dat het team uit het zuiden niet bij de training kan zijn, omdat de wegen nog zijn afgesloten, en vanaf Rafah en Khan Yoenis kun je ook niet over het strand want daar zitten de kolonisten.
Jan en ik merken hoe uitgeput iedereen is. Als Jan met twee Mohammeds een stukje gaat rijden zeggen ze dat ze hem alleen maar de mooie dingen willen laten zien, niet meer de verwoestingen. Als we er niet naar vragen praat niemand meer over de laatste erge gebeurtenissen. Iedereen is aan het overleven, en trekt zich terug in het kleine stukje van het bestaan waar ze nog zeggenschap over hebben. Onze training van vandaag gaat over onderling vertrouwen en samenwerken. Er zijn vijftien mensen aanwezig. Jan geeft een inleiding, dat hij weet dat de mensen hier, vergeleken bij onze cultuur, veel meer saamhorigheid hebben, maar dat de andere kant er van is dat er weinig persoonlijke vrijheid is en veel sociale controle, versterkt omdat iedereen boven op elkaar woont en er niet uit kan. Mensen zijn bang voor roddel. En voelen zich eenzaam met hun geheimen. Het is niet voor niets dat wij zoveel gesprekken voeren met mensen die het gevoel hebben bij ons hun hart eens uit te kunnen storten. Jan en ik zitten na een dag werken in de flat met een glaasje meegebrachte witte wijn te verwerken wat we hebben meegemaakt, en moeten dan opeens vreselijk lachen. Hier zitten we midden in een verschrikkelijke bezetting, en waar hebben we het vandaag voornamelijk over gehad? Over seks. Hoe leggen we dat uit. Wat gaan jullie doen in Gaza? Over huwelijksproblemen praten.
De teamleden doen de oefeningen toegewijd, aandachtig, een voor een gaat een teamlid op de stoel in het midden zitten en krijgt dan van de anderen te horen wat hij erg goed doet, wat hij zou moeten veranderen, en wat de ander nooit eerder tegen hem heeft willen zeggen. Het is een simpele oefening, maar heel erg effectief.
Om elf uur onderbreken we de training voor de demonstratie. Het is nakba dag, wanneer heel Palestina herdenkt hoe de grote ramp begon. Volgt.