Zondag. Jan is gisteravond al vertrokken. We hoorden dat Erez open was, en je weet nooit voor hoe lang, en maandag heeft hij weer een zware klus te doen. Hij belde. Een rottige ervaring bij Erez. Hij had van de taxichauffeur een envelop aangenomen om naar de andere kant te brengen. Ik heb dat in het verleden ook vaak gedaan, papieren meenemen, medische papieren, geboortebewijzen, paspoorten. Maar nu mag dat kennelijk niet meer en Jan wist het niet. Toen ze de envelop vonden leek het even alsof ze hem op zouden sluiten. Hij moest zich uitkleden tot op zijn onderbroek, met zijn broek op zijn knieën met zijn koffer door de metaaldetector. De soldaten lieten de akelige herdershond die ze daar hebben tegen hem opspringen. Daarna mocht hij er nog niet door. Moest de envelop terug gaan brengen, en daarna weer helemaal opnieuw door de procedure die anderhalf uur kan duren. Jan is niet snel van slag, maar dit was een ontzettend intimiderende ervaring – zoals de Palestijnen die dagelijks meemaken. Toen Jan opnieuw door het checkpoint ging spogen de soldaten naar hem. Hij was om vijf uur begonnen, om acht uur was hij er door.
Zondagochtend doe ik de laatste klusjes, de proposals die ik mee moet nemen voor de fondsenwerving, de dank je wel certificaten voor de donors.
Het laatste nieuws is dat het leger zich terug getrokken heeft uit Rafah, maar vannacht zijn er precisiebombardementen uitgevoerd op een aantal organisaties die tot nu toe gespaard bleven, het gebouw van een krant, van een mensenrechtenorganisatie. Tot nu toe had het leger bij de bombardementen altijd het excuus dat ze de werkplaatsjes opbliezen waar wapens gemaakt zouden worden. Dus is nu echt niemand veilig meer.
De grenspost bij Rafah is weer open, dat wil zeggen voor wie een vergunning heeft, en het beruchte checkpoint Abu Holi ook. Dus vandaag hoeven Ramadan en Wa’el niet over het strand naar huis, en Khaled kan zijn bagage op gaan halen die hij in Khan Younis heeft achtergelaten.
Ik bel Yoessef, in Rafah, die met zijn team niet naar de training kon komen. Het gaat goed met ze, zegt hij. Niemand van de mensen die ik ken is gedood, alleen een vriend van hem. Yoessef de fysiotherapeut en zijn broer Kassim, de chauffeur van het zuid-team zijn al een tijd geleden hun huis kwijtgeraakt dat vlak bij de grens bij Egypte lag. Het werd opgeblazen zonder dat ze de tijd kregen om hun spullen er uit te halen. Kassims auto werd geplet door een tank. Kassims vrouw werd vanaf een wachttoren van de grens door een militair beschoten toen ze op hun binnenplaatsje brood zat te bakken. Twee kogels, een in haar arm, een in haar buik. Zij heeft het overleefd, het kind in haar buik niet. Een ongeboren kind telt niet mee op de lijst van de doden.
Afscheid. Altijd emotioneel. We weten nooit wanneer we elkaar weer zullen zien.
Ik kom redelijk snel Erez door. Mijn parlementaire status die te zien is aan mijn paspoort beschermt me enigszins, hoewel ze me grondig fouilleren en mijn hele bagage overhoop halen, wat ze eigenlijk niet mogen doen. De herdershond slaapt. Ik moet lang wachten tot een soldaat de tijd neemt om me naar de andere kant te brengen. Ik bel Jan, die nog in Jeruzalem is, dat ik er door ben en over anderhalf uur op het vliegveld. Vergeleken bij de soldaten van Erez is de ondervraging en het doorzoeken van onze bagage, de fouillering in een hokje – Jan moet alweer zijn kleren uittrekken- een toonbeeld van civilisatie. En dan zitten we opeens weer geheel vervreemd tussen de Israeli’s die op reis gaan en de Christenen voor Israël die een mooi reisje hebben gemaakt. De mensen die van niets weten en van niets willen weten.
Ik kan weer de kranten lezen. Een voorpaginafoto van de grote demonstratie in Tel Aviv voor de terugtrekking uit Gaza. Kijk, nu is het ook duidelijk waarom Sharon grondtroepen naar Gaza heeft gestuurd, en niet alleen gebombardeerd heeft uit de lucht en vanuit de zee, heel wel wetende dat het verzet in actie komt als er tanks, bulldozers en pantserwagens de steden en vluchtelingenkampen van Gaza in worden gestuurd en er soldaten zullen sneuvelen. Zijn eigen partij, de Likud, gaf hem geen toestemming voor zijn zogenaamde terugtrekkingsplan, het plan om de nederzettingen in Gaza te ontmantelen. Dus stuurde hij een aantal soldaten de dood in. En nu kan hij zich beroepen op de wil van het volk, dat niet de straat op gaat voor de Palestijnse doden, maar wel als er Israelische soldaten zinloos sneuvelen. Zo doet hij dat.
Hoi Anja en Jan, ik ben blij dat jullie veilig terug zijn. Heb net het laatste nieuws weer even gekeken, het is daar afschuwelijk. Weer veel mensen verdreven van huis, wonend in tenten, maar ze kunnen nergens heen. En Sharon heeft het weer slim bekeken. Ik denk ook dat het is zoals je zegt, hij zal zijn zin krijgen, we moeten weg uit Gaza.Ik heb de demo gister hier op t.v. gezien, de motivatie van de meeste demonstranten was niet de hel waar de Palestijnen in leven, maar het feit dat er Israelische soldaten gesneuveld zijn, dat is de reden dat men weg wil uit Gaza. Wat haat ik die onverschilligheid van dit soort mensen.
waarom ik al bijna 30 jaar in Israël kom.
Herinneringen aan Israël
ISBN 90-77668-20-9
Bergboek.nl Zwolle
Toegewenst: succes in de Gaza&WB