Gaza, dinsdag 22 juni

Vandaag inplaats van mijn verhaal een gast: het verslag van Joes Meens

“Never a dull moment…”

Een van de grootste uitdagingen in het werken in de Gazastrook is dat je altijd komt te staan voor verrassingen (prettige en onprettige) waarop je onmiddellijk in dient te spelen. Anja schreef dat ook al vaker. Je kunt vantevoren organiseren en plannen wat je wil, je weet pas waar je aan toe bent als je hier bent. Soms is dat uitermate frustrerend, want het begint al op het vliegveld in Tel Aviv. Mag je door zonder gedoe, is je bagage wel meegekomen?
Dan de hobbel van Erez, mag je de grens tussen Israel en Palestina wel over? Reeds twee keer troffen we een gesloten deur, wat we ook probeerden, er zat niets anders op dan teruggaan naar Jerusalem en daarna naar huis. Deze keer is het a real piece of cake, we waren nooit sneller hier.

We hadden gepland om twee dagen te trainen met met de twee home care teams en twee dagen met alleen het Rafah-team, maar de eerste dag komt het team uit Rafah niet door het checkpoint, en Khaled vindt het niet verstandig ons naar het zuiden te laten gaan. Hij is bang dat de checkpoints plotseling sluiten en we niet op tijd eruit kunnen om de vlieg te halen. Dan maar aan de slag met alleen het noord-team, nood breekt wet. Maar voor we echt kunnen beginnen moet ik, als Nederlandse arts, even mee met Ramadan, onze tolk, wiens zoontje de nacht daarvoor is opgenomen op de intensive care van het Shifa ziekenhuis met een acuut ontstaan coma. Ramadan wil dat ik kritisch kijk naar het gevoerde beleid. Zo sta je ineens in een Palestijns ziekenhuis met 2 wanhopige ouders. De diagnose is op dat moment nog niet helder, maar bij een kort bezoek aan de IC blijkt het jochie gelukkig weer behoorlijk bij de levenden te zijn. Kleine Mahmoud blijkt later een lichte hersenvliesontsteking te hebben en wordt goed verzorgd.

Rap terug naar de training, waar blijkt dat er weer enkele personele wisselingen hebben plaatsgevonden. Heerlijk om weer terug te zijn, dit zijn mensen waar we al ruim 4 jaar erg intensief mee samenwerken. Het zijn niet alleen collega’s, maar inmiddels ook vrienden, met wie we veel lief en leed gedeeld hebben. Na de training ’s middags op huisbezoek, een 42 jarige man die al sinds zijn 1e jaar spastisch en mentaal geretardeerd is na een hersenvliesontsteking. Die huisbezoeken zijn de meest waardevolle informatiebron die er is voor ons, zowel om een indruk te krijgen van de patientenpopulatie als over de vaardigheden van het team. Helaas blijkt hier, net als in Nederland, het verankeren en borgen van werkmethodieken toch wel erg lastig te zijn. Ook hier is het twee stappen vooruit, een achteruit. De feedback-oefening van Anja van vanochtend werpt meteen zijn vruchten af, maar we zouden zo graag willen zien dat het nog beter ging. Op de terugweg de altijd weer vreselijk aangrijpende confrontatie met de gevolgen van bombardementen in Al-Zeitoun, een wijk van Gazastad. Flatgebouwen van 5 verdiepingen die als een sandwich in elkaar gezakt liggen. Hectares volledig platgebuldozerde olijfbomen, met hier en daar toch weer een nieuwe aanplant. Dit went nooit. Na het eten op bezoek bij Khaled, waar we eerst euforiseren en vervolgens heftig kateren van het voetbal.

De volgende dag kunnen de Rafahgangers er wel door, het weerzien is ingrijpend. Deze mensen hebben midden in de bombardementen gezeten een maand geleden. Qassim, de chauffeur van het Rafahteam, moet elke 3 maanden verhuizen, zijn huurhuis moet weer ontruimd worden om plaats te maken voor eigen familie van de huiseigenaar. De gelatenheid waarmee ze hun ingrijpende verhalen vertellen is onthutsend, hun drive om te overleven meer dan indrukwekkend. Een van de fondsen van de stichting Kifaia, gedoneerd door het missiecomite van mijn geboortedorp Meijel, is aangewend voor studiebeurzen, Qassim krijgt de eerste en hij is er overgelukkig mee, nu kan hij eindelijk zijn sociologiestudie voltooien. ’s Middags weer op huisbezoek ergens in de negorij, naar een man met een dwarslaesie. Kan niet lopen, maar een rolstoel om naar buiten te gaan is ook een weinig aantrekkelijk alternatief, want aan een straat wonen met als enige bestrating 40 cm diep, eerlijk echt Gazaans zand schiet ook niet echt op. ’s Avonds een verrassingsbezoek bij Henri en Liesbeth, die hier al 10 jaar werken en wonen met hun heerlijk blonde kaaskopjes Felix en Omar. Een warm onthaal met als dis een fantastische opgemaakte zeewolfachtige vis die vakkundig ontleed wordt.

Gisteren alleen maar trainen met het Rafahteam, helaas niet in hun eigen achterland. In de namiddag hebben we een overleg met Suleiman Eid, een manager met verpleegkundige achtergrond die zich op persoonlijke titel inzet voor de hulpverlening aan seropositieve/AIDS-patienten. Bij zijn baas, het ministerie van gezondheidszorg, wordt het probleem simpelweg ontkend, het is er (bijna) niet. Hoeveel geregistreerde patienten die op dit moment seropositief zijn dan wel AIDS hebben is niet bekend. Tot 2000 waren het er 24 waarvan er inmiddels 7 overleden zijn. Hoe ze besmet zijn geraakt is evenmin bekend, maar de officiele gegevens over de besmettingswijzen zijn weinig overeenkomstig met die in Nederland. Druggebruik, prostitie en homoseksualiteit worden gewoon doodgezwegen in deze maatschappij. Aan zorg voor deze verzwegen groep ontbreekt hier letterlijk alles; er is geen medicatie, er zijn geen laboratoriumfaciliteiten voor de noodzakelijke tests. Bijna alle artsen willen niets van AIDSpatienten weten, ze geven zelfs geen hand. En psychosociale hulp is er ook niet. Gelukkig is zich een netwerk aan het vormen dat zich wel interesseert voor deze nieuwe Gazaanse paria’s. Suleiman, een bevlogen, inspirerend en innemend mens, vraagt ons of, en zoja hoe we kunnen helpen, er is behoefte aan alles. Behalve aan een kantoortje van waaruit ze kunnen starten, want daarin wil Khaled voorzien. We beloven zijn organisatie in contact te brengen met met mensen en organisaties uit ons netwerk die iets hebben met AIDS.

’s Avonds op bezoek bij Eyad el Sarraj, de eerste enige echte psychiater in de Gazazstrook. Een indrukwekkende man met een grote staat van dienst. Een echte pionier, uiterst gedreven en behoorlijk kritisch naar alles en iedereen. Hij kan als geen ander een brug slaan tussen onze westerse manier van medisch-ethisch denken en dat van onze Palestijnse collega’s. Ik laaf me aan zijn visie en ervaring, de kern van zijn betoog is helder: alvorens je als ook maar iets kan bereiken met je patient zul je eerst moeten investeren in een vertrouwensrelatie. Iets dat wij onze collega’s ook alsmaar moeten voorhouden.

Vandaag eindelijk een dag met een gepland schema dat wel uitgevoerd kan worden, trainen met de hele groep. We bespreken de items van een ambitieus scholingsprogramma dat we willen ontwikkelen en dat binnen een paar jaar moet uitmonden in een door de Palestijnse overheid erkend diploma in thuiszorg en revalidatie. Als afsluiting doen we een feedback-oefening waarbij Eelco, Anja en ik, de Kifaia crew, een voor een ‘op de hot chair’ moeten om van iedereen te horen te krijgen wat ze aan ons waarderen, wat ze graag aan ons veranderd zouden willen zien en wat ze ons nog nooit eerder verteld hebben. Met recht een hot chair en na een aantal zeer diep rakende persoonlijke ontboezemingen houd ik het weer eens niet droog. Een iedere reis weer terugkerend verschijnsel en ik schaam me daar ook geen millimeter meer voor. We nemen afscheid van het Rafahteam dat iedere dag uiterlijk om 15 uur door het checkpoint moet zijn. En wij moeten morgen ook al vroeg weg. Opeens een spoedconsult, een vrouw van 23 jaar, met al jaren lichamelijke klachten na een aframmeling door haar echtgenoot. Kon na een eierstokoperatie niet onmiddellijk kinderen krijgen en drie jaar later heeft haar echtgenoot maar een tweede vrouw getrouwd. Heeft al diverse specialisten in Israel en Egypte bezocht, heeft alles gegeten en gedronken wat de farmaceutische industrie sinds 1812 heeft uitgevonden tegen hoofdpijn, plasproblemen en obstipatie. Allerlei riskante operaties zijn voorgesteld, maar godzijdank nog niet uitgevoerd. Dit riekt heel duidelijk naar een somatisatiestoornis, niet echt mijn specialisatie als geriatrisch geschoold arts.

Voor de zekerheid toch maar Anja erbij gehaald als expert in domestic violence `en als vrouw. Een doodsimpel orienterend neurologisch onderzoek verder weten we zeker dat er met haar lijf niets mis is. Ernstig overspannen nekspieren en een uitermate depressieve gelaatsuitdrukking verraden –heel simpel- de diagnose, die bevestigd wordt door een spiegelende vraag of ze niet zwaar depressief is. Gelukkig weten we ook hoe we deze vrouw verder moeten verwijzen naar een betrouwbare organisatie die gespecialiseerd is in dit soort problematiek, die van Eyad el Sarraj. We beginnen ons eigen netwerk te krijgen! We nemen afscheid van haar waarbij er zowaar weer een glimlach verschijnt op dat intens trieste gezicht. Op dat moment realiseer ik me weer hoezeer ik van mijn werk houd, maar ook hoe complex Gaza is. Dit is een verslaving van de beste soort. Nooit saai, nee…

Joes Meens

Eén gedachte over “Gaza, dinsdag 22 juni

  1. Beste Joes,

    Ik vroeg me af of jij de Joes Meens bent die in Meijel is geboren en dus mijn voormalige buurjongen bent.

    Groeten,

    Leo Lucassen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *