Terwijl ik de blik gericht houd op Gaza en Den Haag vond hier om de hoek een geslaagde opstand plaats. De Gemeente Amsterdam was op het idee gekomen om van de Westerstraat weer een grachtje te maken. Ik zag het wel voor me, drie jaar in de rotzooi en dan een mooi stukje water in plaats van die rottige parkeerplaats. Maar de winkeliers kwamen in actie. Die hebben zich daar gevestigd omdat er twee keer per week markt is, en daar halen ze hun voornaamste klandizie vandaan. Niet alleen zouden ze minstens drie jaar moeten overleven dat de Westerstraat er opengebroken bij ligt, maar daarma is de maandagmarkt weg. Behalve dat: de meeste huizen in de Jordaan staan gammel op hun fundamenten. Dat kan ik bevestigen, want mijn huis dreigde om te vallen, en staat na een vreselijke verbouwing van een jaar en een navenante lening die ik daar voor moest sluiten weer stevig – maar hoeveel huizen gaan verzakken als er gegraven gaat worden? Dan is er nog het feit dat de gracht hier nooit als gracht was bedoeld maar als afwatering voor de Looiersgracht die vol met de chemicaliën zat van de leerlooiers. De grond is dus ernstig vervuild. Wat komt er boven wanneer je dat af gaat graven? In zes weken is de actiegroep er in geslaagd genoeg materiaal aan te dragen om brandhout te maken van het onderzoek van de gemeente dat twee en een half jaar had geduurd en 125.000 euro had gekost. Het had tot een felle confrontatie gel;eid met de buurtbewoners die voor de gracht waren. Maar dat zijn geen mensen die economisch afhankelijk zijn van de buurt, die hebben hun werk elders, en denken er alleen maar aan of het mooi wordt. Zo zie je maar, zei de baas van de kopieerwinkel waar ik gisteren wat kwam kopiëren, als je ergens je schouders onder zet kun je best nog wat bereiken. Gisteren had de VVD fractie hem gebeld dat ze om waren, en daarmee was het plan de meerderheid in de raad kwijt. Hij zei het met grimmig genoegen, en ik mocht voor de goede zaak mijn kleurenkopietjes over Palestina doen tegen een zacht prijsje.