Ik heb een paar jaar lang in de Balkanlanden gewerkt, met trainingen rondom geweld tegen vrouwen en kinderen, trauma en seksueel geweld. Het ging niet alleen om de slachtoffers van persoonlijk geweld, maar ook om wat er gebeurt na een oorlog. Als de mannen uit de oorlog terugkomen, daders zowel als slachtoffers, neemt het geweld in gezinnen toe. Dat is bijna overal ter wereld zo. Dus hebben we ons niet alleen bezig gehouden met de opvang van de slachtoffers, we hielden ons ook bezig met de hulpverlening aan mannelijke daders, moeilijkheden binnen gezinnen, slachtoffers van oorlogstrauma’s, met het trainen van politie en justitie. Dat werk is inmiddels opgehouden, maar ik voel me nog erg betrokken bij de regio. Ik werkte en was in Kroatië, Servië, Bosnië, Albanië en Kosovo. Ik vind dus ook dat het hoofdstuk Srebrenica nog niet is afgelopen, het boek nog niet gesloten kan worden, en heb dus van harte de volgende Open Brief mee ondertekend.
Open brief aan de regering en volksvertegenwoordigers van Nederland
Hulp aan overlevenden van Srebrenica mag niet stoppen!
Het boek Srebrenica kan eindelijk gesloten worden, zo kopten diverse dagbladen na de parlementaire enquête. Na een Commissie-Bakker, een NIOD-rapport, de val van een kabinet, een bezoek aan Srebrenica door onze demissionaire minister-president en tenslotte een parlementaire enquête konden we er eindelijk een streep onder zetten, dachten we.
Maar hoe gaat het negen jaar na dato met de overlevenden? De moeders, vrouwen, zusters en kinderen van de vermoorde mannen? Ondergetekenden, allen als organisatie of individu betrokken en/of werkzaam in Bosnië, willen met deze brief in het bijzonder aandacht vragen voor de treurige omstandigheden waarin nog veelle duizenden van de overlevenden verkeren.
· Inmiddels zijn er ongeveer 1800 overlevenden naar Srebrenica teruggekeerd, 200 naar het stadje zelf en 1600 naar het omliggende platteland. Dat is weinig als men in aanmerking neemt dat voor de oorlog de gehele gemeente 37.000 inwoners telde waarvan driekwart Bosniack.
· De mensen die zijn teruggekeerd ervaren hun leven als extreem zwaar. Terug op de plaats waar je leven verwoest is, je dierbaren vermoord zijn, komen alle herinneringen weer boven. Mensen lijden dikwijls aan depressie en eenzaamheid. Er is geen werk, de pensioenen zijn karig, de gezondheidszorg slecht, de infrastructuur beroerd. Er is weinig ondersteuning bij renovatie, traumatherapie is nauwelijks beschikbaar.
· In vluchtelingenkampen rond Tuzla wonen nog bijna 7000 mensen (veelal vrouwen en kinderen) in grote armoede. Er zijn gezinnen die volledig afhankelijk zijn van voedselpakketten. Bijna alle inwoners zijn getraumatiseerd. Met z’n twaalven in een kleine ruimte wonen is normaal. Huiselijk geweld en agressie ook. Bewoners zijn gemarginaliseerd en weten niet hoe ze deze situatie moeten veranderen.
· Officieel zijn er tussen de 7500 en 8000 mensen vermist. Tot nog toe zijn ongeveer 1.400 mensen geïdentificeerd waarvan 1000 begraven. In het mortuarium in Tuzla liggen nog 3800 lijkenzakken met menselijke resten die geïdentificeerd moeten worden. Mogelijk zijn nog 6000 lichamen vermist.
· Kinderen krijgen weinig kansen. Door de problemen van hun ouder(s) lopen ze het gevaar verwaarloosd te worden.
11 juli 2004 is het negen jaar geleden dat Srebrenica viel. Nederland heeft Bosnië jaren ruimhartig gesteund, maar heeft vanaf 2003 de geldkraan aanzienlijk dicht gedraaid. Van 33 miljoen in 2002, liep de hulp in 2003 terug naar 17,2 miljoen euro en is er anno 2004 slechts 9,7 miljoen euro voor heel Bosnië. Van dit geld is niets geoormerkt voor aan Srebrenica gerelateerde projecten. En dat terwijl in Den Haag veelvuldig is gesproken over de bijzondere ‘verantwoordelijkheid’ die Nederland heeft t.o.v. de overlevenden en nabestaanden.
Ondergetekenden roepen onze ministers en volksvertegenwoordigers op om de ‘verantwoordelijkheid’ doorgaand betekenis te geven en extra geld voor de overlevenden van Srebrenica uit te trekken. Want ‘verantwoordelijkheid’ kan niet ophouden als het met onze economie wat minder gaat. Nederland zou wat betreft de Srebrenicaproblematiek continu de vinger aan de pols moeten houden en doorgaande betrokkenheid vorm en inhoud moeten blijven geven. De Nederlandse overheid moet geld ter beschikking blijven stellen voor:
1. verbetering van de leefomstandigheden van de overlevenden, zowel in de Federatie als in de Republika Srpska,
2. psychosociale zorg, traumaverwerking en interetnische samenwerking,
3. economische ontwikkeling,
4. ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen,
5. opgravingen en identificatieprogramma’s.
Het boek Srebrenica kan niet dicht. In Nederland al helemaal niet.
ik ben op zoek naar hulpverlening aan een jongen op een ZML school in Zwolle. Hij komt uit srebrenica en heeft een zeer ernstig oorlogstrauma. weet iemand waar ik die hulp kan krijgen in de buurt van Zwolle, raalte?