Terwijl Boris Dittrich in de Volkskrant van vanochtend – tegen Jan Marijnissen in- nog eens het afbraakbeleid van dit kabinet verdedigd, komt Bert de Vries, econoom en voormalige fractieleider van het CDA met een heel wat kritischer verhaal.

Dittrich: ‘wie hervormt kiest niet voor de makkelijkste weg. Verandering betekent immers altijd het bedreigen van bestaande rechten. Dat is niet leuk, maar soms nodig om perspectief te bieden op de lange termijn. Daar hebben ook linkse kiezers meer aan dan aan politici die schermen met de goede rapportcijfers van The Economist als excuus om de boel de boel te laten.’

Dat zijn wij dus, de SP, die ‘de boel de boel willen laten’. We mogen later, als nog meer zichtbaar wordt welke afbraak er heeft plaatsgevonden dan we nu al kunnen zien, deze apologeet van Balkenende nog eens citeren.

Sommige oudere staatslieden zien veel scherper wat er aan het gebeuren is. Zoals Bert de Vries, die zegt niet vrolijk te worden van het sociale beleid van dit kabinet. ‘Er wordt steeds nieuwe argumentatie opgebouwd om de verzorgingsstaat af te breken’ zegt hij.
‘De vergrijzing wordt als spookbeeld neergezet om financieel in te grijpen’.
‘Terechte twijfel over de houdbaarheid van de prepensioenmaatregelen voedt de onterechte twijfel over de houdbaarheid van de ouderdomspensioenen. Dat maakt het makkelijker om mensen aan te praten dat ze zich beter individueel kunnen verzekeren. Terwijl collectieve regelingen een veel beter resultaat opleveren, dat is al ruimschoots aangetoond’.

Het staat voor de Vries niet vast dat de kiezer dit kabinetsbeleid zal belonen, ondanks het feit dat de vakbeweging behoorlijk is verzwakt. ‘De ingrepen in VUT en prepensioen stonden niet in het verkiezingsprogramma en niet in het regeeraccoord. Mensen denken dat hen iets wordt afgepakt waarop ze meenden te kunnen rekenen. Waarom biedt het kabinet geen ruimte voor maatwerk? De man op de steiger heeft op z’n 55ste echt een versleten rug. Gun die man zijn VUT, temeer als de branche zelf het prijskaartje wil betalen. Maar een bankwerker kan misschien doorwerken tot zijn 65ste. Het zou beter zijn als het kabinet ruimte liet om zelf oplossingen te treffen.’