In de picketline bij het Vredespaleis stond ook Ramsey Nasr, die ik nog niet eerder had ontmoet. Nederlander met een Palestijnse vader. Acteur. Dichter.
Ik nam een deel van een gedicht van hem over in Het beroofde land.
Ik leef tegen een volk
Dat zebrapaden aanlegt over wonden,
Dat boven onze botten steen op steen
Bewoont, dat leven wil voor zich alleen.
Leef dan in angst. Ons bloed wordt niet geronnen.
Op hoeveel scherven vlees weerkeert het recht.
En opgeblazen domme wraak en gal
Is wat er rest, als hersenen gaan denken.
‘Men mag een mens een leven niet ontschenken.
Ik hoop dat ik geen bommen maken zal.’
Uit 27 gedichten en geen lied.
Tja, commentaar overbodig eigenlijk.
Ik vroeg me al af waarom mijn zusters zo raar over hem berichten – http://mediummireille.web-log.nl/index.log?ID997407. Nu weet ik het, waarvoor dank.