Vanochtend in de Volkskrant een verslag van het UNDP, het Ontwikkelingsprogramma van de VN. Erg ondersteunend voor wat ik zeg. Gedwongen integratie van immigranten is zinloos, stelt het rapport. En nog steeds is het pleidooi voor de multuculturele samenleving de beste remedie tegen sociale spanningen. Juist de onderdrukking van de culturele identiteit van migranten leidt tot conflicten, staat in het rapport, en met zorg worden de ‘extreem-nationalistische, xenofobe’ tendenzen waargenomen die de conflicten verder aanwakkeren. Ik zal het rapport lezen en kom er nog op terug. Maar wat een bevestiging voor het volgende stukje dat ik al klaar had liggen.
Wat is integratie?
Sluipenderwijs is integratie wat anders gaan betekenen dan enige tijd geleden. Toen ging het er over of migranten een plek hadden gevonden in de Nederlandse samenleving, of ze deelnamen aan onderwijs en werk vonden.
Nu lijkt het er vooral te gaan om cultuur en religie. Hoe meer de migrant op ‘ons’ lijkt hoe meer hij of zij ‘geïntegreerd’ is. De gedachte daarachter is dat duidelijk is wat onze cultuur en onze normen en waarden zijn, en dat niet ter discussie staat of onze cultuur wel in alle opzichten zo superieur is aan die van degenen die zich aan moeten passen.
Dat geeft natuurlijk problemen, want wie bepaald wat ‘onze’ cultuur is? Is ons vergaande geloof in de individuele vrijheid in alle opzichten superieur aan de grotere gemeenschapszin in andere culturen, om een voorbeeld te noemen? Ik denk dat daar nog wel enige discussie over mogelijk is. Die komt nog. En hebben we werkelijk reden om onze cultuur boven elke kritiek verheven te zien? Die discussie vond al plaats toen Bolkestein ons voorhield dat de Europese beschaving uitgaat van de universele waarden van rationalisme, humanisme en christendom, en daar uit voort vloeiende principes als scheiding van kerk en staat, vrijheid van meningsuiting en verdraagzaamheid. En die principes zouden fundamenteel haaks staan op die van ‘de wereld van de islam’.
Integratie zou in die visie alleen kunnen wanneer de migranten zich volledig aan zouden passen aan de westerse wereld. En daarmee wees hij elke vorm van ‘cultuurrelativisme’ af. De kritiek op Bolkestein was er ook meteen. Welke waarden zou Bolkenstein dan willen dat de migranten naleven: moeten ze op zondag bidden? Moeten moslimvrouwen op het naakstrand? Gijs Schreuders verwoordde het zo: “Maar wie zijn wij? Wij zijn Ludwig van Beethoven, Frits Bolkestein en Jezus Christus. Zij zijn Ali Baba, Mohammed en de veertig rovers. Wij zijn niet de inquisitie, Hitler en Stalin. Hoort Gandhi bij hun of bij ons?’
Bolkestein werd verweten dat hij geen enkele rekening hield met het gegeven dat de islam verschillende stromingen kent en uiteenlopende interpretaties van de koran, die moslims alle ruimte geven om hun religieuze identiteit te bewaren én gehoorzaam te zijn aan de wetten can een seculiere staat. Bovendien werd de vraag gesteld of het nog wel strookte met de liberale beginselen van individuele vrijheid, vrijheid van godsdienst, en verdraagzaamheid om allochtonen te dwingen zich volledig te assimileren. Anil Ramdas noemde Bolkestein een ‘liberale fundamentalist’- op zich een contradictio in terminis.
Bolkestein was nog tamelijk beschaafd, al was hij recht voor zijn raap. De huidige woordvoerders van het liberale fundamentalisme, in de woorden van Ayaan Hirsi Ali zelf: de ‘liberale jihad’, zijn er alleen maar scherper en onverdraagzamer op geworden.
Mijn opvatting is inmiddels dat het heilloos is om bij de kwestie van de integratie vooral uit te gaan van culturele en religieuze verschillen, omdat daarbij alles door elkaar wordt gehaald, en iedereen er onder kan verstaan wat hij zelf wil. Verschillen op zich zijn niet het probleem. Verschillen zijn er gelukkig ook binnen de Nederlandse cultuur. Het gaat er maar om welke verschillen en welk effect die hebben. Ik ben er dus blij om dat die onzalige vignetten methode van minister Verdonk inmiddels weer in de kast is geschoven. Verdonk ging er van uit dat het een verantwoorde en wetenschappelijke manier was om de mate van integratie van migranten te meten. Maar wat werd er precies gemeten? Eerst mochten autochtonen vertellen wat zij onder de integratie van allochtonen verstonden, vervolgens werden die eigenschappen als meetlat gebruikt. Wat meet je dan? Niet de integratie van migranten, maar de mate waarin migranten voldoen aan de door autochtonen geponeerde normen. In dat verhaal komt niet voor dat er ook heel wat autochtonen zijn die niet aan die normen zouden voldoen, en de wedervraag: in hoeverre zijn autochtonen bereid of in staat om zich aan te passen aan het feit dat ze in een samenleving leven met mensen van verschillende religies en etniciteiten werd niet gesteld.
Ik zou er voor pleiten om terug te keren naar een ouder uitgangspunt, waarbij niet de culturele verschillen bij voorbaat als problematisch worden gedefinieerd en daarbij vooral de volgorde aan te houden.
In de eerste plaats is er de wet. Daar heeft iedereen binnen onze grenzen zich aan te houden. Mishandeling en discriminatie zijn verboden. Voor iedereen. Vrijheid van godsdienst is er – voor iedereen. De mensenrechten zijn vastgelegd, en zijn niet onderhandelbaar.
Dan is er de vraag naar participatie in de maatschappij. Nieuwkomers moeten hun plek vinden en deelnemen aan onderwijs, huisvesting en ze moeten kunnen werken. En daarbij is het dus belangrijk dat ze Nederlands leren. Maar hun participatie is niet alleen afhankelijk van hun eigen inspanningen, maar ook van de kansen die hun worden geboden en de houding van de autochtonen. Wanneer ze alleen worden gezien als ongewenste indringers is volledige participatie niet mogelijk. Om maar een voorbeeld te noemen: de niet-geïntegreerde, ‘zwarte’ scholen zijn niet alleen een gevolg van de concentratie van allochtonen in bepaalde stadswijken, maar ook van de vlucht van ‘witte’ ouders naar ‘witte’ scholen. Elk beleid dat de aandacht alleen richt op de allochtonen zelf zal dus tekort schieten. Integratie betekent letterlijk: het opnemen in de bestaande groep. Niemand zal dus kunnen ‘integreren’ wanneer de dominante cultuur niet bereid is om op te nemen. Dat kan per definitie alleen een zaak van wederkerigheid zijn.
Of om het nog anders te zeggen: integratie is zowel een kwestie van achterstand als van achterstelling. Alleen de focus op de groep die wat in te halen heeft, en niet op de groep die toegang mogelijk moet maken leidt niet tot integratie. Of zoals ik het liever zou willen noemen: tot participatie.
Dan is er de kwestie van de emancipatie. Emancipatie valt niet van bovenaf af te dwingen, hoogstens met maatregelen te bevorderen en heeft tijd nodig. Dat betekent ook dat we accepteren dat niet iedereen daar aan begint vanuit dezelfde startpositie, en de volgende stap voorwaarts niet voor iedereen hetzelfde is. Dat zijn lessen van het feminisme, daar kom ik ook nog op. Emancipatie is dus een proces. En de weg is belangrijker dan het einddoel.
Dat gezegd zijnde is er heel veel ruimte voor culturele en religieuze verschillen. Wanneer aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, de wet gehandhaafd, participatie bevorderd, emancipatie ondersteund is er geen enkele reden meer om culturele en religieuze diversiteit als bedreigend te zien, en kunnen we terug naar een oud uitgangspunt van de multiculturele samenleving, dat diversiteit ook verrijkend kan zijn. We hoeven daarvoor alleen maar te zien welke ‘vreemde’ cultuurelementen, van voedsel tot muziek inmiddels al door onze samenleving zijn geabsorbeerd.
Door naar deel 8, hier
Mijn grootmoeder zaliger zei altijd, je moet de ander in ieder geval respecteren, dan volgt daar snel achteraan acceptatie en dan krijg je spoedig een solide vriendschap…
Dit stuk daar kan ik me beter achter scharen dan het voorafgaande. Alleen verlaag je wel het nivo, door iemand als Gijs Schreuder (ken ik niet) te citeren met een paar flauwe opmerkingen, die helemaal nergens op slaan. Ja; ze repesenteren iemand met het denknivo van 7 jaar. Ali Baba….pffff.
Weet je; het hele normen en waarden debat slaat ook nergens op; als de uitvinders ervan zonder blikken of blozen met Bush in zee gaan en zichzelf en de top nog verder gaan verrijken ten koste van mensen, die onder of net boven het bestaansminimum zitten.
En inderdaad is de diversiteit hier in dit land ook heel leuk. Maar we moeten ervoor waken, dat we de uitwassen van welke cultuur dan ook niet te lang laten voortgaan. (En daar moeten we dus openlijk over kunnen praten). En dat kan ook heus iets van de autochtone cultuur zijn. Voorbeeld: de belastingvrijstaatjes in woonwagenkampen. of het feit, dat ik vindt, dat men de ouders van streng-gereformeerden, die hun kinderen weigeren in te laten enten tegen polio, in dit opzicht hun ouderlijk gezag mag ontnemen.
Sluipenderwijs is integratie wat anders gaan betekenen dan enige tijd geleden. […]
Nu lijkt het er vooral te gaan om cultuur en religie.
Als ik na elk bericht over stelende/criminele buitenlanders de regering hoor praten over de noodzaak tot intergratie, lijkt zij met hiermee steeds meer te bedoelen dat die buitenlanders niet weten dat je niet mag stelen en andere criminelen activitijten mag ontplooien. Dingen die een `echte’ nederlander natuurlijk nooit doet.
Vooral het CDA lijkt moeite te hebben met het idee dat `ingeburgerd’ betekend dat de buitenlander dezelfde religie heeft als het CDA, daar het CDA juist pleit voor moslim scholen e.d.