De massa mensen die bij de grensovergang Rafah twintig dagen lang vast zaten zijn weer naar huis. Onder druk van de VN, Kofi Annan, mochten na twintig dagen de eerste bussen rijden om zwaar zieken en zwangere vrouwen als eersten over de grens te rijden.
Op 18 juli deed Israël de grenspost Rafah dicht. De Gazastrook heeft maar twee grensposten waar Palestijnen die een vergunning hebben in en uit mogen, Erez in het noorden en Rafah, op de grens met Egypte, in het zuiden. Voor veel Gazanen die medische behandeling nodig hebben, chemotherapie of operaties, is Rafah de enige mogelijkheid om Gaza te verlaten.
Dat de grenspost bij Rafah wordt gesloten is niet nieuw. Maar meestal gaat die na een dag, of twee dagen weer open. Dit keer niet. Israël zegt dat ze de grens dicht deden omdat er een dreiging was dat de grenspost opgeblazen zou worden. Drie en een half duizend mensen, voor het overgrote deel ouderen, vrouwen, kinderen en zieken (mannen onder de 35 mogen er sowieso niet uit) strandden aan de andere kant van de grens. Voor wie nog geld had was er overnachtingsmogelijkheid in een van de overvolle hotels. Maar zo’n duizend mensen van wie het geld op was wachtten bij de grens, slapend in een lege loods of buiten op stukken karton. De hitte was overdag niet te harden. Sanitair en water waren er nauwelijks. Omdat niemand wist hoe lang het ging duren kwam de hulp van onder andere het Rode Kruis maar langzaam op gang. Toen werden er tenten opgezet, voedselpakketten en water uitgedeeld.
Vier vrouwen bevielen te vroeg van een baby. Drie van de babies hebben het niet overleefd. Ze werden aan de Egyptische kant van Rafah begraven, ze mochten niet meegenomen worden over de grens. Een vierde, te vroeg geboren jongetje heeft het wel overleefd. Zijn moeder noemde hem Manfaz. Arabisch voor grenspost.
Morgen moet ik bij Erez de grens over.
Mijn collega’s komen een paar dagen later.
Insha’Allah