Hajo Meyer, van Een Ander Joods Geluid is tachtig geworden. Hij houdt niet van verjaardagen, maar deze keer drongen familie en vrienden aan. En hij is dankbaar, zegt hij, dat hij zijn tachtigste in redelijke gezondheid, “unberufen, unbeschrieen” vandaag heeft bereikt.
Hajo is een veelzijdig man en dat was op zijn feest te merken, hij speelde viool, een vriendin speelde op de eerste viool die hij zelf bouwde, hij is chemicus – en schrijver. Belangrijk boek, persoonlijk en indringend: Het einde van het jodendom, Kritische beschouwingen over jodendom, holocaust en Israël. Een hard boek, persoonlijk boek. Als overlevende van Auschwitz vond hij dat hij het moest schrijven.
Citaat: ‘vroeger was een antisemiet iemand die niet van joden hield, tegenwoodig is een antisemiet iemand waar de joden niet van houden’.
Hajo speelt viool. Achter hem, in rode jurk, zijn vrouw Chris.
Voor zijn liber amicorum, zijn vriendenboek, vond ik een mooi citaat van de joods theoloog René Süss:
Van de grimmige actualiteit – ik schrijf deze zinnen in de dagen van de tweede Intifada – is nog steeds de argumentatie opgetekend in de Talmoed, die een wijze de volgende woorden in de mond legt:
‘Wanneer de messias komt wil ik hem niet zien’. Immers, dan zal het moment gekomen zijn, dat de Joden naar hun land terugkeren en met voor het onoplosbare conflict staat hoe de aanspraken van het Joodse vol te verzoenen zijn met die van de inmiddels daar inheems geworden bewoners. Over dit conflict nu zegt de Talmoed, dat het zo problematisch is, dat het G’d zelf voor een onoplosbaar dilemma plaatst, zodat hij zeggen zal: “Zowel dezen als genen zijn mijn schepselen, hoe zou ik de eerste vanwege de laatsten laten ondergaan’(Sanh. 98b)?
Uit: René Süss. De messias moet nog komen.
Hajo is een geweldige man. Hij insipireert en hij zorgt voor diepgang, in gesprekken, maar soms ook gewoon door aanwezig te zijn. Hajo, gefeliciteerd!