Nasser heeft overdreven, het was geen tank die gisteren opgeblazen was, maar een pantserwagen, en er zijn geen drie soldaten gedood maar eentje gewond. Zo gaat dat hier soms, geruchten worden groter als ze via via worden doorverteld, tot op de radio of in de krant de echte feiten worden vermeld. Er zijn twee raketten afgeschoten op werkplaatsjes waarvan het leger beweert dat er kassem raketjes worden geproduceerd. Soms is dat waar, soms niet. En het leger heeft weer huisgehouden in het al zo geteisterde Rafah. De wegen zijn afgesloten, Ramadan kan niet naar zijn werk in Khan Younis, en het is de vraag of de mensen van het zuidteam kunnen komen die Jan vanmiddag gaat geven.
Als het goed is zitten Joes en Deny al in het vliegtuig hierheen. Als verrassing gaan we vanavond op het strand eten. Dan krijgt Deny die voor het eerst komt in een keer een flinke overdosis Gaza.
Ranya, een van de twee ‘kleine mensen’ die les geven aan de dove kinderen komt even gedag zeggen. Ze wil wel even met Jan op de foto, die hele lange Hollander. Daarna moet hij wel op z’n knieen, zodat ze bijna even groot zijn. In Gaza schaamden de mensen zich vroeger voor hun handicap. Mensen waar wat mee was werden vaak thuis verborgen. Een schande, een straf van God. Daar heeft onder andere onze Khaled verandering in gebracht. Toen de eerste mensen gehandicapt raakten in de eerste intifada, en hij gehandicapt uit de gevangenis kwam is hij zijn eerste project begonnen. Zoveel mogelijk van de mensen die er werkten waren zelf gehandicapt. Hij stond er op dat ze zich goed aankleedden, goed verzorgden zodat niemand ze voor bedelaars aan kon zien, en stuurde ze in hun rolstoelen en op krukken de straat op. Nu merk ik dat alle gehandicapten van het centrum graag op de foto willen. De schaamte voorbij, zeg maar.
Het zuidteam arriveert. Ze hebben drie kwartier over het strand gelopen omdat de weg was afgesloten, maar gelukkig werd er niet geschoten.
Gesprek in een kring, de twee huisbezoekenteams, twintig mensen. We vragen hoe het met ze gaat, met henzelf, het werk, Gaza. Hetzelfde, zeggen ze eerst. Hetzelfde, maar erger, horen we dan. Vooral het team in het zuiden, bij Khan Younis en Rafah heeft het moeilijk. Er komen steeds meer gehandicapten bij, met meer problemen, want vaak heeft de hele familie ook geen huis, geen werk, geen geld om voldoende voedsel te kopen. Het is niet zo makkelijk om mensen duidelijk te maken wat ze met de psychologische en medische hulp kunnen van het team als ze voornamelijk op zoek zijn naar een dak boven hun hoofd en genoeg geld om fatsoenlijk van te kunnen eten. Dan lijkt de aandacht van de familie voor de oefeningen die hun kind in zijn rolstoel moet doen bijna een luxe. En daarnaast, ook de mensen die hier zitten hebben hun problemen. Ze vertellen het goede en het slechte nieuws. Verlegen dokter Adnan zit te wachten op de geboorte van zijn eerste kind – die wil maar niet tevoorschiujn komen. In zijn straat zijn sinds we er de vorige keer waren vier mensen gedood. Elke keer hopen ze weer dat het niet erger wordt, en dan wordt het erger. Ook Kassim, de chauffeur, wacht op de geboorte van zijn kind. Hij heeft er al een hele sleep, maar hij wil minstens een voetbalelftal – als zijn vrouw het ook goed vindt. Maar Kassim van wie zijn huis in Rafah door de bulldozers met de grond gelijk is gemaakt staat nog steeds op de wachtlijst voor een nieuwe woning. Ondertussen heeft hij zich aangemeld voor de universiteit. Daar komt hij waarschijnlijk in de voorbereidende klas samen met zijn dochter.
Twee mensen die de NCCR al hebben verlaten, Nasreen de psychologe en Yoessef, de fysiotherapeut komen langs. We hebben gevraagd om nog met ze te kunnen spreken, we hebben al zolang met ze gewerkt en vinden het verdrietig dat ze zijn vertrokken. Maar het is ook duidelijk waarom. Nasreen kan voor een buitenlands project aanzienlijk meer verdienen. Yoessef kon een baan krijgen als fysiotherapeut bij het leger. Dan verdient hij niet meer, maar zijn gezin is wel verzekerd wanneer er met hem iets gebeurt. Want waar moeten ze van leven als ik ziek word, of er iets met me gebeurt, zegt hij, mijn lichaam is het enige kapitaal dat we hebben. Ik leef in het gevaarlijkste deel van Gaza. Morgen kan het afgelopen zijn. En ik heb geen huis meer. Om een huis te kopen moet ik niet alleen sparen, ik moet ook een lening kunnen sluiten bij de bank. Dat kan alleen als ik de garantie heb van het leger. Ik kan ook weggaan, met mijn vrouw die uit de Oekraine komt, ik spreek vloeiend Russisch, maar we willen Gaza niet in de steek laten, onze kinderen horen hier, wij zijn het die de toekomst moeten maken. Snappen jullie wat ik zeg? Ik ben niet weggegaan voor mezelf of voor meer geld. De dilemma’s waar mensen hier soms voor staan. Moeten kiezen tussen de mensen waar je voor werkt en je eigen gezin.
We gaan lunchen bij de kinderen van de zomerschool. Feestlunch, kip met rijst. Khaled zit op een stoeltje tussen de kinderen.
Hoera! Deny en Joes zijn er door. De ploeg is compleet, ook die komen er door zonder moeilijkheden. We vragen aan Khaled hoe dat kan. De ene keer dat getreiter en uren oponthoud, soms mogen we er helemaal niet door en nu lijkt het ze totaal niet te kunnen schelen. Khaled denkt dat het is omdat er nu gevechten zijn tussen de Palestijnen onderling. Dat mogen de buitenlanders wel zien, want Sharon probeert de wereld wijs te maken dat de Palestijnen niet in staat zijn om zichzelf te besturen en dat het een rotzooi wordt als Israel zich teruggetrokken heeft. Dus een excuus om de bezetting nog aan te houden.
Het is leuk om Gaza te laten zien aan iemand die er nog niet is geweest. Deny is er voor het eerst. We laten trots het uitzicht op het haventje zien vanuit onze flat, praten hem bij. Dan eten op het strand, met Fatma, dunne Mohammed, Khaled. We roken waterpijp. Joes is weer helemaal thuis. Alleen jammer dan Ramadan niet kon komen omdat er op de strandweg wordt geschoten.
Half Gaza zit nog op het strand terwijl het al tien uur is. Er komen kinderen langs die van alles verkopen om een paar shekeltjes te verdienen. We roken shisha, de waterpijp. Dit is donderdagavond, het begin van het ‘weekeinde’ dat hier maar een dag duurt. Dan gaan de mensen naar huis en bedrijven de liefde, want dat is wat je doet op donderdag, zegt dunne Mohammed. De joden op vrijdag. Wanneer doen jullie het? Op zaterdag, zeggen we, maar ook wel eens door de week hoor. Ja wij ook, zegt Mohammed.
Zo’n zwoele augustusavond op het strand van Gaza, met lieve mensen om je heen die je enthousiast verwelkomen!
Precies een jaar geleden heb ik het meegemaakt en had ik het gevoel op een tropisch eiland terecht te zijn gekomen, niet midden in het Midden-Oosten te zitten.
Alsof het vliegtuig een verkeerde afslag had genomen …
Alle liefs aan iedereen daar !
En veel succes met het werk,
uit het kletsnatte Amsterdam, van Halima.
Gelukkig maar dat het overdreven was. Of kranten, radio en andere media ( hier en elders ) ueberhaupt ( alleen maar ) echte feiten vermelden valt te bezien, of liever te betwijfelen.
Succes en sterkte, in ieder geval met het liefdadige deel van je werk in Gaza. Over de rest zullen we het waarschijnlijk niet gauw eens worden, maar dat hoeft ook niet. We leven tenslotte allebei in een – verre van perfecte – democratie, niet? NB: Dit laatste kan cynischer klinken dan het bedoeld is.
Overigens, ook over de pantserwagen en de gewonde soldaat heb ik niets gelezen of kunnen vinden, maar dat zegt niet veel.
Ongeduldig vaak zitten kijken of iedereen goed binnen gekomen zijn..dat is in ieder geval gewoon gelukt….terwijl ik hier aan het werk ben met missie/ strategie/ plannen… is het goed om te lezen dat alles begint en eindigt met: ben ik en zijn mijn dierbaren veilig, is er eten en een dak. Mooie weerbarstige werkelijkheid.
Veel goeds voor jullie allen. Ben er wel hoor, ook al ben ik er niet. Fronnie