Huisbezoeken in Jabalya kamp. Het eerste kind is een meisje, Rosana. Geboren met een open ruggetje, geopereerd. Het gaat heel goed met haar, maar ze zal nooit kunnen lopen. Ze is hartstikke slim, een kind waar duidelijk van gehouden wordt. Ze babbelt, kruipt bij Joes op schoot, wil weten waarom ik geen doek op mijn hoofd heb. Enige probleem eigenlijk dat de ouders nog steeds hopen dat hun dochtertje met een operatie nog wel zal kunnen lopen. Onze teams zijn niet erg goed in slecht nieuws gesprekken. En dan natuurlijk dat de vader werkloos is, dat de hele familie op een kamertje woont.
Met het tweede kind is het minder goed. Muhammed. Ook een open ruggetje. Waarschijnlijk achter in ontwikkeling. Ook zijn vader is werkloos, grote familie, ze wonen veel te klein, het ruikt er naar pis of misschien is dat een ezeltje, overal vliegen. Onze fysiotherapeut doet oefeningen met Muhammed, en leert de moeder hoe ze dat doen kan.
Het derde gezin heeft het echt heel moeilijk. Drie zoons met spierdystrofie. Een vierde zoon met dezelfde ziekte is al overleden. De moeder leeft niet meer, de vader is hertrouwd en met zijn nieuwe vrouw heeft hij een hele sleep gezonde kinderen. Het moeilijke, ook voor het team is dat je weinig anders voor deze jongens kunt doen dan zorgen dat ze het zo prettig mogelijk hebben, een rolstoel hebben om mee naar buiten te gaan, ze bij te staan als de een na de ander dood zal gaan. De vader draagt zijn drie jongens elke dag naar buiten maar is nu bijna door zijn rug. Nu hebben ze elkaar nog om mee te praten.
De bezoeken zijn altijd aangrijpend, ook voor Deny die hier voor het eerst is. We weten het, niets komt zo bij je binnen als de realiteit, het zelf zien en ruiken, het respect dat je krijgt voor ouders die er onder de slechtste omstandigheden wat van proberen te maken voor hun kinderen.
’s Avonds is er de eindceremonie van het zomerkamp met een voorstelling in het zaaltje van een ziekenhuis. Er wordt met hartstocht gezongen en gedanst. We verstaan de teksten niet maar vaak gaat het over Palestina. Zo verwerken de jongeren en de kinderen een beetje wat ze overkomt. Sausan, een van de ‘kleine mensen’ gooit zich er helemaal in en zingt een prachtig lied. Het meest ontroerende vind ik de dabka, de volksdans die de rolstoelers met elkaar doen, vier jonge mannen en een jonge vrouw.
Zoals elke avond discussieren we heftig in de flat over wat we kunnen doen, hoe het verder moet. Er is zo verschrikkelijk veel te doen.
Lieve Anja,
Wat is het toch fantastisch wat jullie daar doen. Die foto’s die je ook plaatst op je site, heel erg indrukwekkend.
Groot respect voor wat jullie doen. Een hoop mensen — ikzelf incluis — praten over wat er gedaan moet worden, en over wat er allemaal mis is, jullie doen echt wat. Je laat zien dat het helemaal niet allemaal “toch geen zin heeft”. Ook al kun je niet alles oplossen, je kunt wel ergens beginnen, en zo een bijdrage leveren. Het zet me aan het denken, aan hoe ik daar zelf een voorbeeld aan kan nemen. Bedankt, daarvoor.
Dear Anja;
Thanks a lot for the hard work that you are doing for us all Palestinian people, not only disabled but for us all. I really feel that you and your friends from Holland are special and you did write your names deep on the walls of our hearts.
Thanks from the bottom of our hearts
Dalia, Mohammed and Mahmoud