Gaza geldt als het meest conservatieve deel van Palestina. Toch betekent dat niet dat de religie overheerst – we zijn niet zo gelovig, zei Haider Abdel Shafi, een van de bekendse Palestijnen – al is het wel zo dat praktisch iedereen, op de christenen na, moslim is. Ongeveer zoals de Italianen katholiek zijn, sommigen heel vroom, anderen noemen zich alleen nog maar zo. Het Palestijns Gezag is voorstander van een seculiere staat waarin de religieuze groeperingen als partij in kunnen participeren.
Op de Bir Zeit universiteit in Ramallah draagt de meerderheid van de meisjesstudenten geen hoofddoek. Op de Islamitische Universiteit in Gaza is het verplicht, alle studentes dragen dezelfde jurken van spijkergoed en een witte hoofddoek. Op de niet-religieuze universiteit in Gaza is de kleding vrij.
Ik ken een paar vrouwen in Gaza zonder hoofddoek. Ik heb nooit gemerkt dat dat spanningen oplevert. Dina doet even een sjaal om als ze naar huis gaat om haar vader een plezier te doen.
Het is bekend waar de hoofddoek symbool voor is, in de koran staat dat vrouwen hun schoonheid moeten bedekken. En ook Ramadan, hier op het weblog, komt met een verklaring waarom vrouwen beter een hoofddoek om kunnen doen (hij heeft overigens collega’s zonder): om zich te beschermen tegen mannen. Maar wat ik in de loop van de jaren gemerkt heb is dat elke vrouw haar eigen motieven heeft om er wel of niet een te dragen.
De meeste oudere vrouwen dragen er buitenshuis een omdat ze zich naakt voelen zonder – ongeveer zoals ik in een Afrikaans land waar alle vrouwen met bloot bovenlijf lopen ook liever mijn bloesje aan zou houden. Bij jonge vrouwen is het meer een overweging. Voor wie in een conservatieve familie is ingetrouwd is er geen keuze, daar dragen alle vrouwen die niet moeder, zuster of dochter zijn van de aanwezige mannen een hoofddoek. Maar in andere families is het veel meer een persoonlijke keuze geworden en zie je vrouwen met alleen buiten een doekje om naast een zusje dat niet alleen haar hoofd maar ook het grootste deel van haar gezicht bedekt op haar ogen na.
Neem Wafa. Voor ze trouwde was het een typisch spijkerbroekenmeisje met vlotte truien en haar haar los en kortgeknipt. Nagellak, lippenstift. Toen ik haar drie jaar en twee kinderen later zag was er geen spoor van lippenstift of nagellak meer te bespeuren en droeg ze een hoofddoek. De eerste gedachte is dan dat haar man, eenmaal getrouwd, haar verteld heeft hoe ze zich moet kleden en gedragen. Het tegendeel is waar. Wafa en Abdel-Karim zijn niet erg gelukkig met elkaar. Abdel-Karim wilde een moderne vrouw die Engels zou gaan leren, die zou gaan werken en met hem mee zou gaan naar het buitenland. Wafa wou niet. Die wou dat Abdel-Karim vaker thuis zou zijn, bij haar en de kinderen, en ze wou er meer dan twee. Na twee weekjes studeren gaf ze het al op. Ze werd religieuzer. Abdel-Karim vluchtte in zijn werk en kwam steeds minder thuis. Tegen mij zei ze: mijn enige gelukkige relatie is met mijn kinderen en met God.
Maar met haar religie en haar hoofddoek heeft ze ook een machtsmiddel en dat gebruikt ze. Er komt geen alcohol het huis meer in. Als ze een feestje geeft voor de kinderen en de vrouwen komen op bezoek die binnen hun hoofdoek afdoen dan mag Abdel-Karim zijn huis niet meer in tot ze allemaal weer weg zijn. Dan zit hij wat mismoedig in het huis van zijn ouders tot ze belt dat hij weer thuis mag komen. Dit is wat ik zo vaak heb waargenomen: Gaza is nog een patriarchale samenleving, al begint die erg te slijten. Maar dat is in het geheel niet in strijd met het feit dat de vrouwen ook hun eigen macht hebben. En die gebruiken.
Ik kende twee secretaresses die werkten bij de organisatie voor gehandicapten. Beiden met een poliobeen. Hartsvriendinnen. Dik in de twintig en nog ongetrouwd, dus thuis. De een droeg spijkerbroeken en had haar haar los, de andere droeg een lange overjurk en een strakke hoofddoek. Het leek ze in hun vriendschap niet te hinderen dat ze zo’n verschillende stijl hadden. Vrouwen met een handicap hebben minder kans om te trouwen dan vrouwen zonder. En trouwen is ook een manier om weg te komen van het ouderlijk huis waar je meestal niet eens een eigen kamertje hebt maar die moet delen met broertjes en zusjes. Op een dag was de secretaresse met de hoofddoek getrouwd, en een paar maanden later liet ze haar buikje al zien: we don’t waist the time, zei ze. De andere secretaresse zat er wat sip bij. Toen ik daarna weer op bezoek kwam droeg ze een hoofddoek, een mooie blauwe die kleurde bij haar spijkerbroek. Toen ik vroeg waarom ze die droeg zei ze ontwijkend, vind je het niet mooi?
Een paar maanden later was ook zij getrouwd.
Een weer een paar maanden later had ze haar haar weer los.
Dat vindt mijn man mooier, zei ze.
Kortom: geloof niet dat er voor vrouwen maar één reden is om al of niet een hoofddoek te dragen, zelfs niet in Palestina.
(deel 5: hier)