De schriftuitleg gisteren, door Alex van Heusden. Het verhaal van Jozua, de opvolger van Mozes die het land dat hen was toegezegd niet zou zien. Jozua die de twaalf stammen moet leiden en ze na veertig jaar in de woestijn naar het land brengt, en ze vermaant: weet dat er altijd weer diensthuizen, slavenhuizen zullen zijn waaruit mensen moeten wordne bevrijd. Weet ook dat in jullie midden diensthuizen zullen zijn – die je zult ontmantelen.
Alex van Heusden
En dan leest Alex een citaat van Levinas:
Waar het in het boek Jozua om gaat, waar het in heel de bijbel om gaat, is door de joodse wijsgeer Emmanuel levinas als volgt beschreven: ‘In het feit dat de relatie tot het goddelijke via de relatie tot de mensen verloopt en met de sociale gerechtigheid samenvalt, ligt de hele geest van de bijbel. Mozes en de profeten bekommeren zich niet om de onsterfelijkheid van de ziel, maar om de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling. De relatie tot de mens, waarin het contact met het goddelijke zich voltrekt, is niet een soort geestelijke vriendschap, maar een vriendschap die zich uit, bewijst en voltooit in een reachtvaardige economie, waarvoor ieder mens ten volle verantwoordelijk is.’ Aldus Emmanuel Levinas, die deze levensleer, de thora, een ‘godsdienst van volwassenen’ noemt. Geen geestelijke vriendschap, maar een rechtvaardige economie. Daarnaar streven, daarop hopen, daarom zijn wij hier – mensen op aarde.
Een rechtvaardige economie is in de ogen van een kapitalist wel iets anders dan in de ogen van een socialist. Hier begint al de verwarring en de vertaalstrijd omtrend hetgene wat er in een Bijbel (of Koran) staat.
Neen hoor, rechtvaardig in de ogen van allen. Niks verwarring.