Toevlucht in Bergen. Warm bed onder het dak, geloei van wind, geroffel van regen. Boeken kopen. Kranten lezen op het pluche van het Huis met de Pilaren. Nadenken. Naar de bibliotheek om daar achter de computer mijn webloglezers, jullie, te bedienen.
De man die ik gevraagd heb om een tijdje mijn leermeester te zijn vroeg me om na te denken over mijn illusies en van welke ik afscheid moet nemen. Dit is een grote: van het vooruitgangsgeloof. Soms weet je pas waar je in geloofde wanneer dat een flinke deuk oploopt. Ik dacht dat we in de jaren zestig, zeventig, tachtig nog, zoveel hadden geleerd over wat racisme is, wat antisemitisme was geweest dat het niet zo makkelijk meer zou zijn om daar echt in terug te glijden.
Gisteren was ik weer in Rotterdam om bij een kleine demonstratie te zijn die was georganiseerd door moslimvrouwen. De foto’s komen morgen. Ik kwam er ook een vrouw tegen waarvan ik even niet meer wist waarvan ik haar kende. Van het IVABO, bleek, de opleiding waar ik ruim twintig jaar les aan heb gegeven. Veel over diversiteit, we konden oefenen in de groepen zelf waarbinnen op het laatst eenderde van de studenten uit andere culturen kwamen. Deze ex-studente werkt met Turkse en Marokkaanse moeders. Ik kom vaker oud-studentes tegen die zich de tijd dat we met elkaar werkten aan de vraag: wat bindt ons en wat scheidt ons nog heel goed herinneren, die er wat aan gehad hebben. Een basis waar je nu nog op terug kunt vallen. Wij dachten dat de Nederlandse samenleving, na de vrouwenbeweging, de homobeweging, de antiracistische beweging wel geleerd had wat je teweeg kunt brengen wanneer je hele bevolkingsgroepen in één keer beoordeelt en veroordeelt. Dat je af en toe eens in de herhaling moet, dat er ook jonge mensen zijn die het niet hebben meegemaakt en niet vanzelf de inzichten meenemen die we toen hebben verworven – dat hadden we wel verwacht, maar niet deze enorme vrije val terug. Tenminste, ik niet.
Artikel van John Gray in de Groene van deze week. Niet een makkelijk stuk maar erg de moeite waard. Dit is wat Gray zegt: vooruitgang kun je zien in onze kennisverwerving. Elke generatie kan verder waar de vorige is gebleven: kennis stapelt zich op, cumuleert. Maar ethiek en politiek zijn geen cumulatieve activiteiten. Ze lijken meer op kunst, zegt Gray, wat in de ene periode is bereikt kan in een volgende weer helemaal verloren gaan. De groei van kennis is onomkeerbaar. Maar ethische en politieke verworvenheden, zelfs die heel vast verankerd liggen kunnen in een oogwenk weer verdwijnen.
In de Eerste Bergense Boekhandel kocht ik het nieuwe boek van John Gray: Provocaties, gedachten over vooruitgang en andere illusies.Ik geloof dat ik een beetje in de rouw ben.
Je moet nooit rouwen voor je afscheid hebt genomen hoor! En daarvoor lijkt ’t me, tussen de regels van je ontboezeming lezend, nog veel te vroeg. Misschien ook laat je je heimelijk beïnvloeden door degenen die dit weblog met waardering een ‘stilteplek’ noemen terwijl het toch ritselt van de energie om te veranderen en verder te gaan. Vooruitgangsgeloof in een notedopje. Gray mag dan een somber verhaal hebben, het advies in z’n laatste regels is niet onzinnig: probeer te leven “zonder de troost van een írrationeel geloof”. Klemtoon op ‘irrationeel’. Dat is misschien juist vandaag temidden van radeloze discussie en redeloze politieke strategieën het aannemen waard.
Rijnmond-televisie had in elk geval een royale reportage van die manifestatie van Marokkaanse vrouwen in Rotterdam. Elk uur herhalen ze dat nieuwsbulletin, er wordt zo tussendoor veel naar gekeken dus dat tikt ook weer aan. Zelf ben ik al met al niet bodemloos pessimistisch. De laatste weken heb je duidelijk gezien hoe door factoren van buitenaf een vastgelopen debat weer op gang kan komen. Maar je moet wel blijven sturen. Bij elke stap aan de volgende denken, en waar je naar toe wilt.
‘De Vooruitgang is een mythe’ staat er boven dat moeilijke verhaal in De Groene, en dan begín je in elk geval te lezen om aan de weet te komen wat de inhoud is van die mededeling. Kijk je in de kiosk naar de voorpagina van Vrij Nederland van deze week, dan valt je oog op de kop: Afshin Ellian: “Voor deze barbaren ben ik naar Nederland gevlucht”. En hoef je alleen maar te denken: zie je wel!
Het volgende lijkt me vooral van belang als je vandaag een one-liner plaatst of een ongenuanceerde kreet slaakt: wíe wil ik hiermee nu eigenlijk behagen? Die vraag lijkt me in het politieke debat een beetje op de achtergrond geraakt, momenteel.
Harry schrijft:
Het volgende lijkt me vooral van belang als je vandaag een one-liner plaatst of een ongenuanceerde kreet slaakt: wíe wil ik hiermee nu eigenlijk behagen? Die vraag lijkt me in het politieke debat een beetje op de achtergrond geraakt, momenteel.
Nou, laat dat ‘een beetje’ maar weg, Harry. Ik ben het helemaal met je eens.
Anja, jij bent, we zijn in de eerste plaats moe. Omdat de gebeurtenissen hevig zijn en de verwarring groot. Omdat jijzelf elke dag na de moord op Van Gogh trouw bent blijven zoeken naar ruimte, nuance, openingen. Soms postte je al heel vroeg in de ochtend, dus je bent vast ook gewoon lichamelijk moe. We zijn moe, omdat we ervaren dat de spanning overal is, tussen bevolkingsgroepen, tussen kabinet en parlement, zelfs in je eigen partij. En omdat we niet weten hoe het afloopt, bezorgd zijn over de richting die we gaan.
Ik heb het artikel van Gray niet gelezen, maar begrijp dat de strekking is dat ethiek en politiek zich niet in een rechte lijn naar het paradijs voor ons allen ontwikkelen. Dat kostbare verworvenheden niet absoluut zijn en zelfs in een dag tijd overboord kunnen worden gegooid. Dat klinkt als een somber verhaal, ja. Maar het is toch niet nieuw?
Wat ik denk ik met je deel, is het gevoel dat ik me niet kan herinneren ooit eerder zo sterk te hebben ervaren, dat we als maatschappij het reële gevaar lopen bepaalde kostbare en moeizaam verworven inzichten te verliezen. Zaken waar je voor je gevoel zo hard voor gevochten hebt. Met als mogelijke prijs van deze destabilisatie een samenleving die ten diepste is verdeeld en die geregeerd wordt door schreeuwers. Waarvan de geschiedenis ons niet bepaald vrolijke voorbeelden laat zien.
Als je het me zou vragen: ik weet eigenlijk niet of ik een vooruitgangsgelovige was. Of een maakbaarheidsgelovige. Nee, denk ik.
Ik weet maar één ding: hoe ik het zou willen voor mezelf en voor ons allen. En hoe ik zelf wil zijn. Dat is een constante. Ik heb in mijn leven te maken gehad met echt extreme tegenslagen en heb aan den lijve ervaren, dat het mogelijk is om desondanks te blijven zien hoe ik had willen zijn. Ware het niet dat –
Ik ben mezelf niet kwijtgeraakt, ook omdat anderen me daarbij hielpen. Met me mee treurden over wat ik verloor, maar in mijzelf bleven geloven.
En ik ervaar dagelijks, dat verlies van kostbaarheden als geliefden, gezondheid ook nieuwe ruimte maakt.
Ik wil maar zeggen: het individu heeft onder alle omstandigheden een verbazend grote veerkracht. Jij bent daarvan voor mij al jaren een sprekend voorbeeld. Waarom zou een samenleving die veerkracht dan niet kunnen hebben?
Ik veer graag nog een eindje met je mee!