Iets doen voor Gaza

Afgelopen maand konden wij niet naar Gaza. En afgelopen week kon onze partner uit Gaza niet naar Nederland komen deze keer omdat hij niet door de Egyptische autoriteiten werd doorgelaten. Dit is de vierde keer dat het niet gelukt is om collega’s uit de Gazastrook naar Nederland te krijgen. Het is niet makkelijk om samen te werken. Maar dat betekent niet dat we niets kunnen doen. December is de maand om fondsen te werven onder de Nederlanders die wel wat bij willen dragen. En ik ga de mensen die dit lezen ook vragen te overwegen om een gift te doen, groot of klein.

Joes met Sana
(Dit is onze dokter Joes, met dokter Wa’el op de achtergrond, met een meisje dat met een open ruggetje is geboren. En hierna: een jongen uit een gezin waarin alle vijf zoons een progressieve spierziekte hebben. Een is er al overleden)

jongen Gaza

En voor mensen die nog niet weten wie wij zijn, wat Stichting Kifaia doet in de Gazastrook, hier een korte uitleg.

We zijn een kleine groep Nederlanders die op vrijwillige basis, dat wil zeggen onbetaald, een organisatie in de Gazastrook ondersteunt met geld en training. Het belangrijkste werk dat het NCCR, het National Center for Community Rehabilitation doet is het ondersteunen van lichamelijk gehandicapten en dove en slechthorende kinderen (en soms ook volwassenen) in de Gazastrook. De oprichter ervan, Khaled Abu Zaid, die nu hier zou moeten zijn is zelf gehandicapt, nadat hij als kind polio heeft gehad en in de gevangenis is mishandeld. Hij weet dus heel goed wat het is om gehandicapt te zijn en dat is de reden waarom hij zelf een organisatie heeft opgericht.

Het doel van zijn werk is drieledig: het gaat er om dat gehandicapten alle medische en psychologische zorg krijgen om zo goed mogelijk te revalideren. Dat is onder de omstandigheden in de Gazastrook nog niet zo eenvoudig. Daar kom ik nog op.
Het tweede punt is dat gehandicapten moeten kunnen participeren in de samenleving als volwaardige burgers. Het NCCR beschouwt mensen met een handicap dus niet in de eerste plaats als patiënten, maar als mensen die recht hebben op een volwaardig bestaan. Dus richt het NCCR zich ook op opleidingen voor hun mensen, banen en bemiddelt zelfs bij huwelijken. En helpt mensen die moeilijkheden hebben met het krijgen van kinderen soms aan gespecialiseerde hulp, soms in Jordanië.
En dan is er het logische derde punt, want om er voor te zorgen dat gehandicapten volwaardige burgers kunnen worden moet er ook iets veranderen aan de samenleving zelf. Dus wordt er actie gevoerd voor scholen die aangepast worden aan kinderen in rolstoelen, wordt de overheid onder druk gezet om op de ministeries een percentage mensen met een handicap aan te nemen, is er hard gewerkt aan een wet die de positie van gehandicapten beter gaat regelen, beijvert Khaled Abu Zaid zich voor een vereniging van alle organisaties die zich met gehandicapten bezig houden en gaat er minstens twee keer per jaar een grote demonstratie de straat op waarmee de gehandicapten zich zichtbaar maken.

dabka in rolstoel
(Hieronder: jonge mannen in rolstoel ‘dansen’ de dabka, de traditionele Palestijnse volksdans op een voorstelling van gehandicapten. Hierboven: het zomerkamp. Een jonge man in rolstoel, al geheel ‘gerevalideerd’ begeleidt de kinderen)

zomerkamp

Er is in de hele Gazastrook (ongeveer anderhalf keer Texel, bijna anderhalf miljoen inwoners) niet één goede revalidatiekliniek. De ziekenhuizen zijn niet gespecialiseerd, en soms komen mensen er met meer doorligwonden of infecties uit dan waarmee ze gekomen waren. Palestijnen houden hun familieleden bovendien graag thuis, de gedachte dat je je moeder in een verpleeghuis doet is daar ondenkbaar, behalve dat er geen verpleeghuizen zijn. Dus wonen de gehandicapten, ook de behoorlijk zwaar gehandicapten die geheel of gedeeltelijk verlamd zijn thuis. Met name kinderen met hersenbeschadigingen en dwarslaesies hebben zorg nodig om doorligwonden te voorkomen, om spasticiteit en vergroeide gewrichten te voorkomen en er voor te zorgen dat iemand geen infecties krijgt. Er is dus medisch toezicht nodig, en fysiotherapie. Veel van die kinderen kunnen nauwelijks naar een fysiotherapiecentrum komen, ze komen met hun rolstoelen nauwelijks door de zanderige steegjes van de vluchtelingenkampen, er is geen openbaar vervoer en al helemaal niet aangepast, sommige kinderen zijn al te zwaar om door de ouders gedragen te worden. Dus heeft het NCCR met onze steun een hulpformule gevonden die simpel is en het uitstekend doet. Het huisbezoekenprogramma. En multidisciplinair team, bestaande uit arts, verpleegkundige, fysiotherapeut en meestal ook een psycholoog of een maatschappelijk werkende bezoeken het kind in de eigen omgeving en stellen een behandelplan op. Elk behandelplan is anders, afhankelijk van de problemen. Soms gaat het gesprekken met de psycholoog, als een kind ernstig getraumatiseerd is en bijvoorbeeld niet meer eet of niet slaapt vanwege de nachtmerries. Soms is het regelmatige fysiotherapie, of wondverzorging, of moet er een longinfectie worden verzorgd. De ouders worden ingeschakeld en leren hoe ze met hun kind oefeningen kunnen doen. Sommige ouders die het er zelf moeilijk mee hebben krijgen psychologische of pedagogische begeleiding. De vriendjes worden ingeschakeld om een kind mee naar buiten te nemen om isolement te voorkomen. Er wordt gekeken naar het huis, of dat aangepast moet worden, en naar de sociale situatie van het gezin. Als er in een familie niemand fatsoenlijk te eten heeft dan kun je nauwelijks verwachten dat het gehandicapte kind extra voeding krijgt. Zo is elk gezin en elk kind uniek, en krijgt een plan op maat. Ook als het medisch en psychisch goed gaat komt er een aangepast programma: soms om een kind weer naar school te krijgen, of deel te laten nemen aan de activiteiten die het NCCR organiseert, zoals het zomerkamp, waarin gehandicapte en niet-gehandicapte kinderen samen spelletjes doen.

Toen de tweede intifada begon, in 2000, hadden we al een goede band met het NCCR en waren de trainingen van de teams al goed op gang. Dat was maar goed ook, want met de aanvallen op Gaza kwamen er honderden nieuwe gehandicapten bij. Jongeren die in hoofd of rug waren geschoten, niet zelden door scherpschutters. Kinderen die op weg naar huis of school, of zelfs in de klaslokalen, waren getroffen door de schoten van tanks. Bovenop de verwondingen zelf komt dan ook nog de gebeurtenis die schokkend is en verwerkt moet worden. Er zijn ook jongens bij die met stenen naar tanks hebben gegooid, heel wel wetende dat ze er dood bij kunnen gaan, maar vaak niet beseffend dat ze ook voor de rest van hun leven in een rolstoel terecht kunnen komen. We hebben heel wat van die jongens aangetroffen die zwaar depressief waren.

Wij gaan er van uit dat de Palestijnen zelf het werk doen. Er is veel werkloosheid in Gaza, en als we de deskundigheid van mensen daar kunnen bevorderen en ze aan het werk kunnen helpen dan is dat een goede extra doelstelling. Er werken nu vijftig mensen voor het NCCR. Wat we doen: we geven ze trainingen, medische trainingen, maar ook over traumabehandeling. We trainen ze in het multidisciplinare samenwerken (dat is daar nog tamelijk nieuw), en hoe je samen een persoonlijk behandelplan kunt maken en dat steeds weer opnieuw bij kunt stellen. We hebben het met ze over zelfzorg – hoe redden ze het wanneer ze zelf ook voortdurend problemen hebben met de aanvallen en de vreselijk moeilijke financiële situatie. We helpen ook het management, hoe zet je een democratische organisatie op, hoe leidt je mensen. We zijn er heel tevreden over dat het NCCR heel democratisch is, alle werknemers praten mee bij de beslissingen, en ook de gehandicapten en hun families worden regelmatig op hoorzittingen gevraagd naar hun noden en wensen. Het is er ook behoorlijk geëmancipeerd, er werken veel vrouwen samen met de mannen, en alle activiteiten voor kinderen zijn principieel gemengd. Er wordt verder principieel geen onderscheid gemaakt naar politiek of godsienst, het NCCR blijft onafhankelijk en neutraal.

Binnen de Gazastrook zelf zijn trainingen zoals wij ze geven nauwelijks te vinden. En aangezien de Gazanen er vrijwel niet uit kunnen, brengen wij de trainingen naar hen toe. Als wij er tenminste in komen.

Onze partnerorganisatie daar zou niets liever willen dan financiëel afhankelijk zijn. Maar dat zit er voorlopig nog niet in. Dus ondersteunen wij ze met het geld dat we kunnen verzamelen. We bemiddelen ook om er voor te zorgen dat ze ondersteuning krijgen van grotere organisaties. Zo werken we al jaren lang samen met Kinderpostzegels en het Liliane Fonds. Het wordt niet makkelijker, want de Amerikaanse hulp is vrijwel opgedroogd, de Palestijnse ministeries kunnen vaak niet aan hun verplichtingen voldoen omdat Israël de geldstroom voor een deel heeft bevroren, buitenlandse organisaties durven er vaak niet meer heen, of geven hun geld aan de allereerste noodhulp, voeding en onderdak. Soms werken de mensen daar door terwijl ze al twee maanden hun salaris niet hebben gehad. En van elk salaris (de werkloosheid is daar 60%) wordt vaak een tiental mensen onderhouden.

Dus wij zijn met een nieuwe campagne bezig om nog een aantal funders te interesseren om het NCCR in de komende jaren te blijven ondersteunen, zodat ze niet voortdurend in de geldzorgen zitten.

En we zien naast trainen en fondsen werven nog een derde doelstelling voor onze Stichting Kifaia: in Nederland voorlichting geven. We zitten in de unieke positie dat we vijf, zes keer per jaar naar de Gazastrook gaan, ik doe dat al tien jaar, en dat we heel goed op de hoogte zijn van het leven daar onder een militaire bezetting. En wat wij weten is niet altijd wat mensen te zien krijgen op de tv. Dus doen we ook ons best met het verspreiden van het verhaal dat verteld moet worden.

Ons werk zien we als meer dan het ondersteunen van een project voor gehandicapten.
In de eerste plaats helpen we de mensen in Gaza om te overleven in een situatie die op dit moment nog vrijwel uitzichtsloos is. Het ergste wat een volk in het nauw kan overkomen is dat ze het gevoel hebben nergens hun recht te kunnen halen, en dat de wereld toekijkt terwijl ze nog verder in het nauw gedreven worden. Wij hebben dat in de afgelopen jaren van heel dichtbij meegemaakt, de verwoestingen van hele woonwijken, ook in de vluchtelingenkampen, de verwoesting van olijf- en sinaasappelboomgaarden, van waterleidingen van de nederzettingen die nog meer land in beslag nemen. Duizenden doden inmiddels, waarvan een hoog percentage burgers – en kinderen. En elke dag de angst. Kinderen die al niet meer weten hoe een normaal leven er uit ziet.
Wat wij doen is laten zien dat er op de wereld nog steeds mensen zijn die dat kan schelen.

Behalve dat blijven we met hen mee koppig werken aan een toekomst. Mocht het ooit een vrij en zelfstandig Palestina worden dan is er onder andere een goede gezondheidszorg nodig, en een brede middenlaag van een civil society. Hoewel het eigenlijk nauwelijks te doen is onder de omstandigheden proberen de Gazanen toch om een zo normaal mogelijk leven in een zo normaal mogelijke democratische samenleving op te bouwen. Daar helpen we aan mee.

Een geschonken euro is dus meer dan alleen een beetje geld, al is dat geld op zich heel erg belangrijk. De meerderheid van de bevolking leeft op dit ogenblik onder de armoedegrens van 2 euro per dag. De eerste vormen van ondervoeding zijn ook al zichtbaar, nog niet de Afrikaanse hongerbuikjes, maar veel bloedarmoede, kinderen die te langzaam groeien en concentratiemoeilijkheden hebben op school door eiwit- en vitaminetekorten. De prijzen zijn bovendien, doordat de Gazastrook geheel is afgegrendeld en alles wat ze zelf niet kunnen produceren via Israël moet komen behoorlijk hoog. Een euro is daar dus echt wat waard. Maar met de euro’s die we sturen laten we nog iets anders zien dat minstens zo belangrijk is: een vorm van praktische, echte solidariteit.

Kortom: we vragen u, ook als u niet zo iemand bent die regelmatig acceptgiro’s uitschrijft voor goede doelen om een bijdrage te storten. Wij staan er garant voor dat dat geld ook echt daar terecht komt. Wij werken zelf allemaal onbetaald. Alleen minimale onkosten gaan van de donaties af en op dit moment nog de reiskosten voor de trainingen. (Die hopen we binnenkort anders gefinancierd te krijgen)

U kunt een gift doen direct op ons gironummer: dat is 8207589 ten name van Stichting Kifaia, Amsterdam. Voor mensen die 25 euro of meer doneren is er een originele attentie, voor mensen die 100 euro of meer doneren komt er een handgeborduurde kaart uit Gaza (die nu nog helaas in de bagage zitten van Khaled Abu Zaid, maar we krijgen ze wel) Maar ook kleinere donaties zijn van harte welkom. Wie met naam en adres via de giro bij ons bekend is krijgt twee keer per jaar onze nieuwsbrief met verhalen en foto’s.

Het kan ook anders. U vraagt eerst bij ons een informatiepakketje aan, met daarin een verslag van afgelopen jaar, foto’s en een acceptgiro. Dat kunt u doen door naam en adres door te geven via het ‘commentaarformulier’ onder aan deze posting. Die wordt uiteraard niet op ons weblog gezet, maar na ontvangst gedelete. We beloven dat mensen die ons hun adres sturen één keer een informatiepakketje krijgen, en wanneer ze niet over gaan tot donatie niet lastig gevallen zullen worden met bedelpost.

Lieve gast die dit verhaal tot hier toe heeft gelezen. Doe het maar. Het maakt echt uit. Ook een tientje.

PS. Vragen stellen kan natuurlijk ook op het onderstaande commentaarformulier.
Via de leeswijzer Palestina/Israël zijn de verslagen te vinden van onze afgelopen reizen.
Ook heb ik een boek geschreven over Gaza, dat in de boekhandel te bestellen is. Het heeft ‘Habibi, habibi’. Met foto’s.

Eén gedachte over “Iets doen voor Gaza

  1. Prachtig artikel Anja, recht uit het hart.Met het enorme aantal bezoekers op je log heb ik er alle vertrouwen in dat de mensen die je stuk hebben gelezen de goedheid hebben om de Nccr te ondersteunen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *