Afgelopen woensdag werd in Amsterdam de perspresentatie gehouden van het nieuwe Marokkaanse initiatief: Het Marokkaanse Initiatief vóór Sociale Cohesie en Burgerschap en tégen Discriminatie en Marginalisatie. Het was een mooie zaal vol mensen, vrouwen en mannen, jongeren en ouderen.
Ik vind het een prima initiatief, dat ik van harte ondersteun.
Opvallend was dat er nauwelijks pers aanwezig was. Dat steekt wel heel schrijnend af tegen het mediacircus dat zich afspeelde bij de Tweede Kamer toen Hirsi Ali weer verscheen, en ze live zendtijd kreeg om haar verhaal te houden. Ik ben tot nu toe in de pers twee reacties tegengekomen op het Marokkaanse initiatief. Een column van Martin Bril (Volkskrant) die het een wonderlijke bijeenkomst noemde. Hoezo wonderlijk?
Bij Bril bleef vooral een beklemmend gevoel van machteloosheid hangen.
Er zaten honderdvijftig mensen in die zaal, niet de minsten, goede burgers, harde werkers, brave vaders, gewone landgenoten, intellectuelen, getalenteerde jongeren en ze voelen zich achtergesteld, in een hoek gezet, vernederd en gekleineerd. Wat weten we eigenlijk van al deze mensen, hun leven, hun dromen, hun Nederland?
Niets.
Enigszins beschaamd verliet ik de bijeenkomst.
Mag ik hopen dat hij die schaamte spoedig voorbij is en hij er gewoon voor zorgt dat hij zijn Marokkaanse medeburgers leert kennen, zodat ‘wij’ niet meer hoeven te zeggen, wat weten we eigenlijk van ze? Niets.
En dan vanochtend de kop in de Volkskrant op de voorpagina: “Marokkaan moet zelfbeklag staken”. Gelukkig heeft de Volkskrant die het zelf niet de moeite vond om een reguliere verslaggever naar de bijeenkomst te sturen een andere Marokkaan gevonden die wel even wil vertellen dat Marokkanen geen slachtoffers zijn en niet in het verdomhoekje zitten en op moeten houden met de samenleving overal de schuld van geven. Fijn hoor. Echt een bijdrage. Zo kan ook Martin Bril weer gerust gaan slapen, dat hij geen idee heeft wat er onder de Marokkaanse Nederlanders leeft is niet erg, want die mensen zeuren toch alleen maar dat ze achtergesteld zijn.
Lees hieronder de actiepunten en het manifest, dat inmiddels door een paar honderd mensen is ondertekend, waaronder initiatiefnemer Mohammed Rabae, Mohammed Benzakour, Fenna Ulichki, Naïma Azough, Ceylan Pektas-Weber.
En als bondgenoten: Anne-Ruth Wertheim. En ik.
Voor kontakt:
Marokkaans Initiatief, Postbus 59676 1040 LD Amsterdam/telefoon: 020-4288825/fax: 020-4636222/email: info@marokkaansinitiatief.nl)
ACTIEPROGRAMMA 2005
Het Marokkaanse Initiatief vóór Sociale Cohesie en Burgerschap en tégen Discriminatie en Marginalisatie
Het komende jaar zullen, naast de algemene campagne vóór sociale cohesie en burgerschap en tégen discriminatie en marginalisatie, aan de hand van de onderstaande (voorlopige) lijst met actiepunten speciale acties/bijeenkomsten/debatten worden georganiseerd op 8 maart (Internationale Vrouwendag), 21 maart (Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie), 1 mei (Dag van de Arbeid) 10 december (Internationale dag voor de Rechten van de Mens) en 18 december (Internationale dag voor de Rechten van Migranten). De precieze invulling van de programma’s voor die dagen zal door de coördinatiegroep worden vastgesteld.
Actiepunten
Islam
– Bevorderen van kennisoverdracht en dialoog tussen moslims en niet-moslims.
– Uitbouwen van de strijd tegen extremisme en islamofobie.
– Pleiten voor een liberale imamopleiding in Nederland, zonder inmenging van de overheid.
Jongeren
– Bestrijden van discriminatie met behulp van creatieve middelen
– Opvoedingsondersteuning aan gezinnen (thuiswerkbegeleiding/rolmodellen)
– Interculturalisatie van het onderwijs, het welzijnswerk en het uitgaansleven
Ouderen
– Geen verplichte inburgering voor Marokkaanse ouderen
– Ondersteunen van ouderen bij de opvoeding van hun kinderen
– Interculturalisatie van ouderenvoorzieningen
Vrouwen
– Gezamenlijk strijden voor de afschaffing van de afhankelijke verblijfstitel.
– Politieke en financiële erkenning van eigen sociale structuren van Marokkanen.
– staan voor het recht van vrouwen om te emanciperen en participeren zoals zij dat willen.
Volwaardig (wereld)burgerschap
– strijden vóór het recht op gezinsvorming en -hereniging en tegen het sluiten van de grenzen.
– ontwikkelen van een Marokkaans expertisecentrum (media, informatie en documentatie).
– herverdeling van politieke en economische macht en een onafhankelijk buitenlandbeleid.
Het manifest
Het Marokkaanse Initiatief
Vóór Sociale Cohesie en Burgerschap
Tégen Discriminatie en Marginalisatie
Wij, Marokkaanse vrouwen, mannen, ouderen en jongeren, hebben met kracht onze afkeuring uitgesproken over de moord op Theo van Gogh, net zoals wij dat gedaan hebben na de moord op Pim Fortuyn. Wij hebben ondubbelzinnig afstand genomen van de gebeurtenissen die daar op volgden: aanvallen op scholen, kerken en moskeeën en het verdacht maken van bevolkingsgroepen. Wij willen dat deze cirkel van haat wordt doorbroken. Wij willen respect en tolerantie terug in de samenleving. Wij of onze ouders zijn hier gekomen als arbeidsmigrant. Als Marokkaanse gemeenschap hebben wij in de afgelopen decennia een belangrijke bijdrage geleverd aan de opbouw van Nederland. Samen met anderen hebben wij Nederland gemaakt tot wat het nu is, in economisch, sociaal en cultureel opzicht. Dit land is net zo goed van ons als van alle andere groepen die hier wonen, ongeacht hun etnische achtergrond of hun religieuze overtuiging.
Islam
Wij, als Nederlanders van Marokkaanse komaf, stammen uit een rijke, pluriforme Arabisch/Berbers/Afrikaanse cultuur, waar de islam grote invloed op heeft. En daar zijn we trots op. Velen van ons zijn gelovige moslims, sommigen niet. We dragen de cultuur van ons land van oorsprong met ons mee en maken ook de Nederlandse cultuur ons eigen. De moslims onder ons beleven hun geloof op verschillende manieren, net zoals dat onder joden, christenen en andere gelovigen het geval is. Wij respecteren de geloofsopvattingen van iedereen, welke godsdienst of stroming hij of zij ook aanhangt. Wij wijzen het gebruik van alle godsdiensten voor politieke doeleinden af, en nemen onverkort afstand van groepen die religie gebruiken ter rechtvaardiging van extremistische politieke doelstellingen. Wij beschouwen godsdienst als een persoonlijke overtuiging van betrokkenen. Iedereen in dit land heeft het recht om op vreedzame wijze zijn geloof of ongeloof te beleven en uit te dragen zoals als hij of zij dat wil. Iedereen in dit land heeft het recht op zijn of haar opvattingen en zijn of haar keuzes in het persoonlijke leven. Maar niemand heeft het recht om de ander daarom te veroordelen, te discrimineren of te belasteren.
Binnen de multiculturele samenleving komen wij op voor een volwaardige plaats voor ons, onze cultuur en het geloof dat velen van ons aanhangen. Wij maken onderdeel uit van de Nederlandse multiculturele samenleving. De veel geprezen scheiding tussen kerk en staat, impliceert ook dat verschillende geloofsrichtingen op dezelfde wijze behandeld moeten worden. Er kan dus geen sprake van zijn dat moskeeën aan andere eisen moeten voldoen dan christelijke kerken, of dat islamitische voorgangers anders worden behandeld dan die van andere religies. Ook voor de oprichting van islamitische scholen mogen geen barrières worden opgeworpen die er voor het christelijke onderwijs niet zijn en in strijd zijn met de grondwet en de vrijheid van onderwijs. Iedereen moet zich aan de wet houden. Maar iedereen heeft ook en in gelijke mate recht op vrijheid van godsdienst, vrijheid van onderwijs en vrijheid van meningsuiting.
Jongeren
Jongeren verdienen een volwaardige en veilige plaats in de samenleving. Om te beginnen met gelijke kansen op de arbeidsmarkt. Jongeren van Marokkaanse komaf worden veelvuldig gediscrimineerd en buitengesloten. Dat is onacceptabel en vormt een voedingsbodem voor frustraties die kunnen leiden tot crimineel gedrag of radicalisme. Wij eisen dat er een einde komt aan allerlei andere vormen van discriminatie en achterstelling, bijvoorbeeld in het uitgaansleven Wij hebben er genoeg van om op zoek naar huisvesting telkens weer aan het kortste eind te trekken. We willen ook een plek in de media en zijn het zat dat er over ons en niet met ons wordt gespraat. Wij willen niet als tweederangs burgers behandeld worden.
Marokkaanse jongeren zijn altijd maar weer ‘de kinderen van de rekening’. Wij willen ook eens horen dat een groot deel van hen het goed doet, steeds vaker doorstroomt naar hogere vormen van onderwijs en goedbetaald werk en op alle niveaus participeert. Wij zijn het zat om als groep aangesproken te worden voor het gedrag van een harde kern van jongens die vanuit een relatief uitzichtloze positie vervallen in hanggedrag en kleine criminaliteit of voor gewelddadige incidenten die wij net als ieder ander veroordelen.
Veel Marokkaanse jongeren voelen zich onbegrepen; niet alleen door hun ouders, maar ook door de buitenwereld. En dat is logisch. Doorgaans worden zij opgevoed op een manier die niet aansluit bij de verwachtingen van de Nederlandse samenleving en buitenshuis vinden ze evenmin een duidelijk referentiekader. Die tegenstelling tussen de thuissituatie en het leven op straat en op school of werk is belemmerend een evenwichtige identiteitsvorming. Het wordt hoog tijd dat Marokkaanse jongeren zich kunnen herkennen in en geaccepteerd worden door de Nederlandse samenleving. Wij willen dan ook dat er structureel gewerkt wordt aan de broodnodige interculturalisering van het onderwijsprogramma; vooral het lesmateriaal bij maatschappijleer en geschiedenis is aan grondige herziening toe.
Ouderen
Wij komen ook op voor de rechten van de ouderen onder ons. Zij hebben indertijd hun land verlaten om hier een toekomst op te bouwen. Deze groep heeft als geen ander gewerkt om van Nederland te maken wat het nu is. Ze hebben vaak nauwelijks de mogelijkheid gehad om de taal en de gewoonten van dit land te leren. Zij verdienen respect. Respect voor de bijdrage die ze hebben geleverd, maar ook respect voor de rol die ze spelen in de opvoeding van de nieuwe generatie en in het overdragen van normen, waarden en onze cultuur. En we accepteren het niet dat ze beschimpt worden omdat ze geen algemeen beschaafd Nederlands spreken en vasthouden aan hun vertrouwde gebruiken en gewoonten.
Marokkaanse ouderen dreigen volledig aan hun lot overgelaten te worden. Kennelijk wordt hun maatschappelijke waarde uitsluitend ontleend aan hun – door werkloosheid – beperkte productiewaarde. Door het verdwijnen en inperken van de landelijke tv- en radioprogramma’s in de eigen taal, terwijl de Nederlandse lessen al decennia op zich laten wachten, mist deze bevolkingsgroep de juiste informatie over de samenleving. Hierdoor ontbreken de instrumenten om zowel zichzelf als de eigen kinderen adequaat te kunnen oriënteren op de Nederlandse samenleving.
De ouderen die hier zijn gebleven, hebben recht om oud te worden op een manier die tegemoet komt aan hun wensen en behoeften, zowel op woon- als op zorg- en welzijnsgebied. Wij pleiten voor aanpassingen in het aanbod van reguliere instellingen en vragen om meer waardering er erkenning van initiatieven uit de eigen gemeenschap
Vrouwen
De rechten van vrouwen en meisjes moeten gewaarborgd worden. Wij streven naar gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in alle andere sferen van de maatschappij. Ondanks positieve ontwikkelingen is die gelijkheid helaas nog altijd ver te zoeken. Niet alleen voor leden van onze gemeenschap, maar in de hele Nederlandse maatschappij. Wij voeren die strijd dan ook gezamenlijk met andere groepen, maar accepteren niet dat onze cultuur en de religie die velen van ons aanhangen als achterlijk en vrouwonvriendelijk wordt afgeschilderd.
De strijd voor de emancipatie van vrouwen is geen strijd voor een wereld zonder islam, maar voor een wereld met zelfbeschikkingsrecht voor iedereen. Het creëren van voldoende keuzemogelijkheden voor de Marokkaanse vrouw is de kern, te beginnen met de rechtspositie. Wij snappen niet dat wij jarenlang zonder politieke steun in Nederland hebben moeten strijden voor de afschaffing van de afhankelijke verblijfstitel. De emancipatie van Marokkaanse vrouwen is geen project, maar een proces dat gebaat is bij een sterke rol van hun eigen sociale structuren, die door de Nederlandse overheid nooit zijn erkend.
Wij komen op voor het recht van vrouwen en meisjes om hun cultuur of geloofsovertuiging in hun kleding tot uitdrukking te brengen. Zoals ook andere groepen zich kleden en tooien op een manier die naar hun mening het beste past bij hun identiteit. We verzetten ons tegen het gebruik van vrouwenlichamen als louter lustobject en commercieel product, maar eisen respect voor vrouwen en mannen, voor hun gevoelens, hun seksuele voorkeuren en hun eigenheid.
Volwaardig (wereld)burgerschap
Wij zijn burgers van de samenleving, die vragen om gelijke kansen op maatschappelijke ontwikkeling als ieder ander. Burgerschap is een populaire term, maar inhoudsloos als onze rechten als inwoners van Nederland niet volledig worden erkend. Onze gemeenschap bestaat uit schrijvers en analfabeten, artsen en WAO’ers, politieagenten en harde kern criminelen, moskeegangers en kroegbezoekers, politici en voetballers; kortom een bont gezelschap burgers dat zijn plaats wil veroveren als volwaardig burger in de Nederlandse samenleving.
Voor ons staat voorop dat integratie een proces is dat van twee kanten gevoed moet worden. De politieke koers van nu is gericht op assimilatie waarbij geen sprake is van de erkenning van de eigen identiteit – hoe divers ook – van burgers met andere landen van herkomst. Aanpassing aan de Nederlandse cultuur staat centraal. Wij willen een land dat gastvrij is voor politieke vluchtelingen. Een land met het recht op partnerkeuze en gezinsvorming zoals verwoord in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 8) en zonder verplichte inburgering, zeker niet buiten Nederland. In een open en tolerante samenleving waar buitenlanders gastvrij, en met respect worden ontvangen en er ruime faciliteiten zijn voor kennismaking met de taal en cultuur, is verplichte inburgering overbodig
Als arbeidsmigranten en afstammelingen daarvan maken wij deel uit van de overgrote meerderheid van Nederlanders die met hard werken in hun levensonderhoud moeten voorzien. Daarom maken we deel uit van en zijn we zoveel mogelijk actief in de organisaties die dat ook na streven zoals vakbonden, de vredesbeweging, buurt- en bewonersorganisaties, solidariteitsorganisaties, politieke partijen enzovoort. Wij voelen ons ook onderdeel van de brede internationale beweging die opkomt voor een rechtvaardiger wereld.
Onze wortels liggen in Noord Afrika en delen in de Arabische en islamitische culturen. Daarom zijn wij zeer betrokken bij de ontwikkelingen in dat deel van de wereld, vooral in het Midden-Oosten. Wij steunen de strijd van volkeren voor een eigen land en tegen de bezetting, in de eerste plaats in Palestina en Irak. Wij zien dat als een nationale strijd voor een eigen land en niet als een religieuze strijd. We verwerpen de Nederlandse steun aan de bezetting van Irak. Daarmee vervreemdt de regering zich van een groot deel van de Nederlanders, vooral die met een islamitische/Arabische achtergrond.
Wij verzetten ons tegen de wijze waarop er door de regering invulling wordt gegeven aan de oorlog tegen het terrorisme. Door repressie centraal te stellen en mee te gaan met hen die de islam als de oorzaak zien, worden de spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen alleen maar versterkt. Dat leidt vooral tot meer haat en onbegrip en vergroot de kans op het ontstaan van radicalisme en extremisme.
Wij keren ons ook tegen het beleid van de regering waar dat gericht is op de afbraak van de sociale voorzieningen verslechtering van de arbeidsomstandigheden en verschillende delen van de bevolking tegen elkaar opzet. Wij vinden dat wereldwijde herverdeling van economische en politieke macht de enige garantie is voor beklijvende rechtvaardigheid, tolerantie en onderlinge solidariteit. Want migratie is onlosmakelijk verbonden met politieke en economische ontwikkelingen in de landen waar migranten vandaan komen. Duurzaam investeren in de multiculturele samenleving staat of valt met de politieke wil om internationaal de onderontwikkeling weg te werken en nationaal (of Europees) de grenzen niet te sluiten.
Afsluitend
Wij strijden voor een open, pluriforme, democratische multiculturele samenleving. En voor een gelijkwaardige plaats daarbinnen voor iedereen. Ongeacht etnische afkomst geloof geslacht politieke overtuiging of seksuele voorkeur. We roepen iedereen in Nederland op daar samen met ons aan te werken. Stop de cirkel van haat en wantrouwen, vóór Sociale Cohesie en Burgerschap, tégen Discriminatie en Marginalisatie.
Een uitstekend, positief inititief! Dit moet door zoveel mogelijk mensen worden ondersteund. Alleen zet ik een vraagteken bij de kwestie van “inburgering”. Ik vind het wel discriminerend en praktisch niet goed uitvoerbaar om te proberen die in het buitenland al te laten plaatsvinden. Maar als uit andere landen afkomstige mensen in Nederland komen wonen, lijkt mij een zo grondig mogelijke kennismaking met de Nederlandse cultuur en taal heel belangrijk, zowel voor de betrokkenen zelf als de samenleving als geheel. Als dit geheel vrijblijvend is lijkt mij het gevaar van vorming van eigen “eilandjes” toch wel reëel.
Met Martin Bril komt het wel goed denk ik. “Hoe weet u dat?” “Dat voel ik!”.
Er is een passage in het manifest, die ik niet helemaal begrijp.
Passage manifest:
…
Onze wortels liggen in Noord Afrika en delen in de Arabische en islamitische culturen. Daarom zijn wij zeer betrokken bij de ontwikkelingen in dat deel van de wereld, vooral in het Midden-Oosten. Wij steunen de strijd van volkeren voor een eigen land en tegen de bezetting, in de eerste plaats in Palestina en Irak. Wij zien dat als een nationale strijd voor een eigen land en niet als een religieuze strijd. We verwerpen de Nederlandse steun aan de bezetting van Irak. Daarmee vervreemdt de regering zich van een groot deel van de Nederlanders, vooral die met een islamitische/Arabische achtergrond.
…
In de gevolgde redenering staat onze de regering voor een keuze tussen twee kwaden. De keus tussen vervreemding van de groep met een Westerse achtergrond of de vervreemding van Nederlanders met een islamitische/Arabische achtergrond. De keuze voor de grotere groep lijkt dan een volstrekt logische. Hoe anders is de werkelijke situatie, de keuzes worden op heel andere gronden dan vervreemding van welke etnische groep ook gemaakt. Het debat over de bezetting van Irak moet volgens mij onafhankelijk van etnische sentimenten gevoerd worden, omdat dit in deze kwestie een irrelevant gegeven is, en moet blijven.
Waarom schaamde Martin Bril zich?
Bij eerste, en na jouw commentaar ook tweede lezing van zijn stukje begreep ik dat heel goed. Een aardige aanloop – waarin hij inderdaad niet aanduidt waarom hij de bijeenkomst als ‘wonderlijk’ ervaart – rondt hij af met: “Aan alles was gedacht, voor de media waren er zelfs pennen en papier.
Maar de media waren er niet.”
Dat is beschamend. Als journalist èn als mee-organisator van persbijeenkomsten heb ik talloze malen gemerkt hoe je de belangstelling van ‘de pers’ hartstikke verkeerd kan inschatten. Jammer. Zeker in een geval als dit. Je kan je er boos over maken maar doet er weinig aan.
Wat weten we eigenlijk van deze mensen, hun dromen, hun Nederland? Niets. Dat stelt Bril dus in zijn impressie, die geen verslag mag heten. Ik heb eerder heel invoelende columns van hem gelezen in VN, later De Volkskrant. Zijn schaamte in deze lijkt me vooral plaatsvervangend: wat heeft het gros van de Nederlandse bevolking zich jarenlang onverschillig en ongeïnteresseerd getoond.
Lees je het uitstekende Manifest van het Marokkaans initiatief, dat niet ten onrechte ook het aspect ‘tégen marginalisatie’ in zijn naam voert, dan kom je constateringen en stellingen tegen waarvan je echt zegt: onthutsend dat zulke evidente, voor de hand liggende werkelijkheden in 2005 nog eens benadrukt en bepleit moeten worden.
In één woord beschamend.
Wat een sympathiek manifest! Graag doe ik eraan mee, maar hoe? Het klinkt te mooi om waar te zijn. Ook al ben ik heel wat minder opgetogen over wat je uit naam van de islam allemaal voor je kiezen krijgt, ik wil het daar uiteraard niet bij laten. Het manifest maakt me klaarwakker voor uitvoering van de actiepunten. Bovendien roept het vragen op naar de actiepunten rond seksueel burgerschap. Eigenlijk hoop ik er in het klinkende manifest nog iets meer over tegen te komen, want naar mijn gevoel liggen daar – niet voor niets – ernstige obstakels voor wederzijdse communicatie tussen mensen die ‘de jaren zestig’ hebben mee”gemaakt” en zij die ze niet hebben meegebracht of meegekregen. Dat is tegelijk meer en minder dan een religieuze of etnische inburgeringskloof.
Tot nu toe zijn we blijven steken in fases van wederzijds zelfbeklag en wederzijdse zelfverloochening, met name ook in de uitoefening van hoogontwikkeld seksueel burgerschap. Dat brengen noch de Nederlanders noch de Marokkanen veel langer op. Als het manifest daarop een antwoord kan bieden met actiepunten welke deze treurige impasse helpen doorbreken, super! Laat meer van je horen!