Rug van gisteren

Vervreemdend effect, sta ik vanochtend wat slaapdronken naast mijn bed – in een hotel, het was toch laat geworden in de Eerste Kamer, doe ik de tv aan voor het ochtendnieuws, zie ik mezelf in een reportage over de prepensioen, op de rug, erg herkenbaar door het rode jasje dat ik aan had. Mijn rug van gisteren.

Of we wat bereikt hebben? Het is altijd een beetje de vraag, met ons werk in de Eerste Kamer. Een groot deel van het debat, voor zover het een debat werd, ging over technische details. De Geus is wat dat inhoudelijke debatten betreft nogal een afhouder, die zie je vaker denken als ik me niet opwind en niet te veel reageer dan mag ik straks weer naar huis – met mijn wet. Want de kans dat de coalitiepartners VVD en CDA tegen zullen stemmen, ook al is er veel kritiek, is minimaal.

Praktisch iedereen in de kamer had grote bezwaren tegen de invoeringsdatum. Alle betrokken instanties, vakbonden, uitvoeringsorganen als pensioenfondsen, werkgeversorganisaties en adviesorganen hadden al laten weten dat de invoeringsdatum van 1 januar 2006 veel te snel is en er chaos dreigt te ontstaan wanneer van de ene regeling naar de andere moet worden overgegaan. Maar minister de Geus vindt dat het wel kan. Nu heeft hij toegezegd dat hij in september zal beslissen of dat echt waar is. Moet je nagaan: al die instanties moeten nu twee administraties aanhouden, want als de invoering toch een jaar uitgesteld gaat worden moet er in 2006 nog de oude regeling uitgevoerd worden. Over chaos gesproken. Leynse van de PvdA probeerde het nog met een héél voorzichtig motietje, kan de minister niet al in juni beslissen of het nu wel of niet doorgaat, dan hebben de instanties een heel klein beetje meer ruimte. Maar het is de vraag of zelfs dat vriendelijkste kleine motietje de Geus aan kan sporen om eerder te constateren wat iedereen hem al zegt, dat het zo niet kan. Volgende week wordt er over gestemd.

Dat debatje, en nog veel gekrakeel met de staatssecretaris over allerlei belastingtechnische aspecten waar ik niks van weet en me ook niet mee bemoei overschaduwden nogal de echte inhoudelijke aspecten: gaat deze wet eigenlijk wel doen waar hij voor bedoeld is, een verlichting van de lasten voor mensen die werk en zorg met elkaar moeten combineren, en een stimulans voor mensen om langer door te blijven werken? En vooral: wie hebben profijt van deze wet? Die komt er, ontdaan van alle franje en mooie woorden eigenlijk op neer dat mensen zelf mogen sparen voor zorgverlof of vroeger ophouden met werken, en dat de overheid dan zegt dat ze pas belasting hoeven te betalen over dat geld op het moment dat ze dat op gaan nemen. Dat is alles. Net ietsje meer dan een dooie mus, en dat uiteraard alleen voor mensen die voldoende verdienen om te kunnen sparen.

Mijn opvatting, gedeeld met die van Groen Links, is dus dat de wet vooral profijtelijk is voor de mensen die het het minste nodig hebben, en dat de wet dat het nauwelijks bijdraagt aan de beoogde doelen. In Nederland houden mensen hardnekkig vast aan het verworven recht om eerder op te houden met werken als dat kan. Een betere verdeling zorg en werk zal er nauwelijks mee geholpen worden. Een grote bijdrage aan de emancipatie is het ook al niet. En dat zal dus nog gaan blijken.

Op zich kreeg ik voor mijn verhaal best instemming, er is zeker naar geluisterd. Van PvdA en Groen Links openlijk, van de meer sociale mensen in D66 en vooral CDA meer in de wandelgangen. Vooral mijn opmerking dat je weliswaar van mensen kunt verwachten dat ze het kinderen krijgen enigszins plannen, en ook zelf vooruit kunnen zien dat ze eerder op willen houden met werken, maar dat de ‘mantelzorg’ nou juist bij uitstek niet te plannen valt – wie weet van te voren dat een partner ernstig ziek wordt en jaren extra zorg behoeft, of wanneer een van de ouders hulp nodig heeft en hoeveel, en dat zo’n individuele spaarregeling daar dus weinig bij helpt kwam op instemmend geknik te staan aan de overkant bij het CDA. Daar gaan we zeker nog eens op terugkomen, beloofde Hanny van Leeuwen, die het altijd opneemt voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een handicap.

Daar moeten we het dus maar even mee doen: de wetenschap dat we over zoveel tijd kunnen zeggen: zie je wel, hadden we dat niet gezegd. Die wet doet niet wat ie beloofde te doen. En dat er genoeg oor was voor de echte kwesties om daar later nog eens op terug te komen. Ook bij sommige mensen in de coalitiepartijen die zich verplicht voelen om ‘hun’ minister als het er op aan komt te blijven steunen.

Als SPer krijg je vaak niet meteen voor elkaar wat je wilt. We blijven voorlopig oppositie voeren tegen een regering die niet goed is voor de onderkant van de maatschappij en halen er niet meer uit dan soms wat reparatiemaatregelen of wat verzachtende omstandigheden. Aan de andere kant moeten die CDAers met hun geweten naar bed dat er ook in hun naam weer eens wat is afgebroken, en slaap ik heel lekker.

Eén gedachte over “Rug van gisteren

  1. 1. Invoeringdatum van 1 januari 2006 is onverantwoorde wetgeving
    2. De motie Van Thijn is door de regering niet uitgevoerd
    3. De nieuwe wet beantwoordt niet aan zijn doel volgens CPB en SCP
    4. Regering legt negatief advies van Raad van State naast zich neer
    5. Regering vraagt geen aanvullend advies aan de Raad van State na een majeure wijziging als gevolg van het Sociaal Akkoord
    6. 40 deelnemingsjarenpensioen leidt mogelijk tot indirecte discriminatie van vrouwen
    7. Regering weigert uitvoeringstoets te vragen aan DNB
    8. Haastwerk leidt tot slordigheden in wetgeving

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *