Dinsdag, mijn Eerste Kamer dag is altijd vol, enerverend. Zelfs gisteren, toen geen van ons vieren van de fractie in de plenaire hoefde te spreken en ik ook geen commissievergadering had. Het begon met de werkgroep buitenland. Daar hebben we het ook over de Europese Grondwet, waar de SP niet veel in ziet. Harry van Bommel is al hard bezig met spreekbeurten het land door.
Dan ons eigen fractieberaad. Doornemen wie wat doet in de komende tijd. Als er een integratiedebat komt deze maand neem ik dat over van Tiny, hoewel het onder justitie valt. Daar kan ik lekker mijn tandjes inzetten, want daar ben ik toch al erg mee bezig. Maar vervolgens hoor ik dat het waarschijnlijk wordt uitgesteld. Uitnodigingen. Koerdische vrouwen, een actie over uitgeprocedeerde vluchtelingen, een antiracisme actie. We kunnen niet overal aan mee doen. Kiezen.
De stapel post. De kleine overlegjes. In de plenaire wordt de wetsverandering behandeld om discriminatie van mensen met een handicap strafbaar te maken. Wij hebben daarbij geen inbreng, omdat de wet in de Tweede Kamer met algemene stemmen is aanvaard, en ook de gehandicaptenorganisaties ons hebben laten weten: niet zeuren, gauw aannemen, het werd hoog tijd. Maar Mies Westerveld van het PvdA, die altijd erg goed is in de kleine juridische details heeft nog een formulering in de wet gevonden die misverstanden op kan roepen. Dus komt er toch nog een klein debatje met minister Donner.
De strafbaarheid van discriminatie op grond van een handicap is niet zo makkelijk in de wet op te nemen. Bij discriminatie op grond van sekse of huidskleur hoef je alleen maar aan te tonen dat iemand niet gelijk is behandeld. Als een burger niets doet, dat wil zeggen niet discrimineert, dan is het in orde. Maar als het gaat om mensen met een handicap ligt dat ingewikkelder. Soms is onderscheid gerechtvaardigd. Zo mag de wet niet zo worden geformuleerd dat iemand die blind is naar de rechter kan lopen omdat de KLM weigert hem als piloot aan te nemen. Maar als iemand in het onderwijs wordt geweigerd omdat hij in een rolstoel zit, dan weer wel. Verder gaat het er bij discriminatie op grond van handicap niet alleen over dat het ‘sociaal-economische veld’ niets moet doen, namelijk niet discrimineren, maar soms iets wel moet doen, namelijk het kantoor toegankelijk maken voor mensen met een handicap, dus liften, een toegankelijke WC, enzovoorts. Maar ook dat heeft grenzen. Van nieuwe kantoren mag je verwachten dat ze de bouw aanpassen, maar het gaat een beetje ver om de gehele grachtengordel van Amsterdam af te breken omdat al die trappetjes niet toegankelijk zijn voor rolstoelen. Het moet dus gaan om een redelijke afweging, die de rechter moet kunnen maken.
Ook de Eerste Kamer is trouwens een voorbeeld. Hartstikke oud gebouw, niemand aan gedacht dat er in een later eeuw misschien senatoren, medewerkers, vertegenwoordigers van het volk in rolstoel ook in zouden moeten kunnen. Sowieso zijn de publieke tribunes er pas later in gezet. Nu is er ook een soort van lift ingeprutst, maar die komt maar tot de tweede verdieping. En de publieke tribune is op de derde. Laat staan onze werkkamer in de Mauritstoren die ik zelf, niet gehandicapt zijnde alleen een beetje te dik al amechtig hijgend betreed na de vele trappen. Dus mogen bezoekers in rolstoel als uitzondering in de plenaire zaal zelf zitten. Nu hebben we verbouwing. En kan er niemand bij de lift. Tiny heeft er net in de seniorencommissie voor gepleit (dat is de wekelijkse vergadering van fractievoorzitters, waardoor Tiny zijn lunchbroodje altijd in tien minuten naar binnen moet proppen) om de verbouwing ten minste op de dinsdagen even stop te zetten zodat de lift bereikbaar is. En dat vindt de griffier weer niet leuk, want de verbouwing veroorzaakt veel chaos en gedoe.
Hoe het afliep met de behandeling van de antidiscriminatiewet heb ik zelf niet gezien. Dat ga ik zo even bekijken op de website van de Eerste Kamer. Kan iedereen trouwens heen, dan zie je wat we gaan bespreken, wie er spreektijd heeft aangevraagd en hoe lang. En al komen er weinig mensen, de publieke tribune is wel elke dinsdag toegankelijk.
Daarna overleg met de mensen die bezig zijn met integratie/emancipatie. Venna Vergeer, woordvoerder integratie van de SP in de Tweede Kamer was er voor naar onze kant gekomen, evenals Ineke Palm, fractiemedewerker, deel van het Wetenschappelijk Bureau en voorzitter van de afdeling Rotterdam die veel goede dingen doet. Tiny Kox en ik zijn door het Wetenschappelijk Bureau aangesteld om vooronderzoek te doen om te komen tot een nieuwe nota. Dat betekent veel het land in, veel met de voortrekkers in allochtonenland gaan praten. Dus eerst naar Weert, naar de Turkse en Marokkaanse ‘oudkomers’ en dan naar Hilversum, naar de jongeren van Anders is gewoon. Een stevige discussie. De SP heeft zich altijd erg geprofileerd op het sociaal-economische vlak, huisvesting, onderwijs, werk, en terecht. Maar dat is onder de huidige omstandigheden niet meer voldoende. Dus moeten we onze visie en ons bereik misschien uitbreiden. Wat moet er gebeuren om van de SP een partij te maken waar ook de allochtone burgers zich door vertegenwoordigd, gehoord en gezien voelen? Gaan we aan werken.
In het restaurant ook nog heftige discussies. Bob Ruers was langs gekomen, mijn voorganger in de Eerste Kamer en de veteraan van de asbest. Dankzij de motie Meulenbelt, door de hele kamer aangenomen, is er bij de regering aangedrongen op een eerlijke compensatieregeling voor de asbestslachtoffers die buiten te wet vallen. Maar we zijn nog niet tevreden. Dus moet er weer actie komen.
Met Ronald terug in de trein naar Amsterdam. Nog niet uitgepraat. Ronald is behalve senator ook van het Wetenschappelijk Bureau. Zoveel plannen. Zoveel wat we zouden kunnen doen. Was ik maar twee hondjes. Dan kon ik samen werken.
Gelukkig niet vergeten om nog wat blikjes voor de poezen mee te nemen. Anders mag ik er niet in.