Blueberryen met de rechterhand

Brief van Claar. Over de goede en slechte kanten van de nieuwe communicatiemiddelen.
En dan gaat Claar ons ouwetjes uitleggen wat blueberryen is want ik loop weer eens hopeloos achter.

Komt ze:

Was het in het verleden moeilijker, je mening te ventileren en buiten je eigen sociale kring gelijkgestemden te vinden – op het wereldwijdeweb kun je dag&nacht je eieren leggen, uitbroeden, of er desgewenst mee gooien. En nog comfortabel anoniem ook.
Er zijn intussen honderden discussiesites, elk zichzelf respecterend tv-programma geeft mensen ruim de gelegenheid oeverloos groene en rijpe opinies te spuien. En dat doen mensen dan ook oeverloos.
En dan heb ik het nog niet eens over de duizenden particuliere weblogs met de triljoenen reactieknoppen.

Er bloeien duizenden bloemen op internet. Ik kom elke week nieuwe wonderen op het spoor. Dwaal soms ademloos door prachtige musea (was afgelopen week op aanraden van mijn zusje die het de dag daarvoor ‘echt’ had gezien, nog een uur hier: http://www.whitney.org/exhibition/feat_hawk.shtml), ik geniet van mooigemaakte en intelligente weblogs zoals http://www.sudsandsoda.com/notebook/ of http://www.rebeccablood.net/, ben trouwe bezoeker van sites als Bieslog of Vinkenoog&oor. Soms wilde ik wel meer tijd hebben, voor langere zoektochten.

Maar ik ben er ook van overtuigd, dat met internet latente racistische gevoelens gemakkelijker het kopje opsteken dan zonder. Mensen duwen elkaar gemakkelijker een bepaalde richting in. Maar vergeet tegelijkertijd niet dat alles in de openbaarheid plaatsheeft en niet in stiekeme motels, zoals destijds bv de centrumpartij. Dus kun je nu, als je het ergens falikant mee oneens bent, volop tegengas geven. Fien is daar een voorbeeld van. Ze schreef hier onlangs dat ze eigenlijk niet goed wist, waarom ze haar islam maar bleef verdedigen tegen het handjevol islamhaters op de Opzij-site. Maar toch doet ze het. Ik ging net even kijken daar en ja hoor, al komt ze geen meter verder, ze houdt dapper stand. Ook dat is internet.

Ik wil eigenlijk graag nog iets anders naar voren brengen wat hiermee samenhangt. Sorry dat mijn reactie wat langer wordt.

Eind november 2003 werd een Nijmeegse scholiere vermoord, een meisje uit Bosnië, Maja Braderic. Ik las maanden later in de krant, hoe het groepje vrienden van haar – waaronder de jongen die Maja vermoordde – tot deze walgelijke daad was gekomen. Het was begonnen met een losse opmerking, daarna is er eindeloos over gechat, ge-sms-t, gewebcamt, gevoicemaild, gebeld, gepraat en ge-emaild. Het vriendinnetje van Maja, dat ook het vriendinnetje was van de dader, beschreef in welke draaikolk van dwingende communicatie en sociale controle ze terecht was gekomen. Zonder al die voor anderen onzichtbare communicatiemogelijkheden die dag&nacht doorgaan, was deze ‘peer group’ m.i. nooit in deze onafwendbare nachtmerrie beland.

Afgelopen week las ik een vergelijkbaar verhaal in de krant over het in de hens steken van de moskee in Uden, na de moord op Van Gogh. Zembla wijdde er een uitzending aan. Letterlijk zegt de krant: “Tientallen jongeren uit Uden waren op de hoogte van de plannen wraak te nemen op de moslims. In sms- en chatberichten werden verschillende ideeën uitgewisseld. ‘We hebben elkaar opgestookt, het begon min of meer als een grap, maar toen konden we niet meer terug’, zegt de hoofdverdachte in de documentaire.”

Dit is iets wat mij behoorlijk ongerust maakt. Waarom? Omdat er wel veel aandacht is voor motieven, de psyche van daders en slachtoffers, de politiek-maatschappelijke instabiele context waarin deze dingen konden en kunnen gebeuren – maar de autonome rol die communicatiemiddelen erin spelen, wordt nergens onderkend. Ik wil erop aandringen, dat dit wel gebeurt. Zelf ben ik moeder van zo’n zoekende zoon, op de grens van volwassen zijn. Hij zal nooit naar bed gaan, zonder zijn gsm naast zich te leggen, want er kan natuurlijk een bericht binnenkomen, iemand kan hem nodig hebben.
Trouwens, we doen het zelf ook. Ik erger me tenminste rot aan al die politici die open en bloot in de Kamer constant zitten te sms-en of te blueberryen. Ik maak ook steeds vaker mee dat mensen met wie ik zit te vergaderen, intussen mobiel met anderen zitten te vergaderen.

Ik kaartte dit onderwerp aan, toen ik weer een keer een hele kamer vol van dat jongvolk had. Tot mijn verbazing was het in eerste instantie heel moeilijk aan ze uit te leggen, wat ik bedoelde. Ze zaten me glazig aan te kijken: waar heeft dat mens het nou weer over? Deze jongeren zijn intussen zo gewend aan hun enorme communicatiearsenaal, dat ze zich een leven-zonder maar met moeite kunnen voorstellen. Maar toen ik doorvroeg, kwam langzaam het besef en kwamen ze zelf met de voorbeelden. Ja, de relatie tussen X en Y was uitgegaan onder druk van alle roddels die de hele dag door de ether vlogen. Goh ja, er was een wekenlange rare ruzie geweest, omdat iemand een opmerking had gechat die per ongeluk fout was gevallen. Ja, ze wisten van jongeren die elkaar per gsm opriepen eens lekker te gaan matten bij de disco. Eigenlijk best link, ja, nou je het zegt Claar. Van mijn zoon weet ik dat hij daarna een stuk selectiever is geworden in zijn communicatielogistiek.

Een lang verhaal, als pleidooi om hier met jongeren vaker over te praten. Ik heb er op mijn middelbare school een lesbrief met een spel voor gemaakt (een soort combi van het klassieke doorfluisterspel en het spel met gekleurd water waarmee jongeren duidelijk wordt gemaakt hoe snel het aidsvirus zich kan verspreiden) en speel dat met brugklassers. De boodschap komt zichtbaar aan. Ik wil anderen, die waar dan ook met jongeren te maken hebben, vragen er eens een balletje over op te gooien.

Tsja, het geldt natuurlijk net zo hard voor mezelf. Elk woord dat ik in de internetoceaan gooi, blijft tot in lengte van dagen doordobberen en kan door iedereen op elk moment opgevist worden. En zo ben ik kennelijk ineens gebombardeerd tot levend respectfilter – wat dat dan ook is. Mwa, kon slechter, ik zie het maar als compliment.
Ben jij trouwens wel rechts, Anja?

13 gedachten over “Blueberryen met de rechterhand

  1. Alleen handig, Claar. Verder hartstikke links.
    Je hebt absoluut een punt met je stuk. Ik ben nog redelijk nieuw in deze wereld. Vroeger gebruikte ik het internet alleen heel gericht, voor internationale contacten, info van Israëlische en Palestijnse organisaties bijvoorbeeld, de Electronic Intifada of om het Egyptische weekblad Al Ahram te lezen.

    Sinds ik zelf een weblog heb dat om te beginnen ook wagenwijd open stond ben ik in een andere wereld terecht gekomen. Wat ik zie: dat het internet superdemocratisch is, omdat het mensen de gelegenheid geeft om zich te poneren, hun mening te geven, die anders nauwelijks zelfs maar de ingezondenbrievenrubriek van de dagbladen zouden halen. Dat heeft dus hele goede maar ook nogal kwalijke kanten. De kwalijke zijn dat er op sites en fora een ‘discussie’ wordt gevoerd die in mijn ogen helemaal geen discussie is, maar het geschreeuw wat je ook krijgt wanneer je mensen met heel verschillende meningen in een zaal zet zonder enige leiding. Dat wordt dus troep. Mensen met zachtere stemmen, meer genuanceerde meningen, meningen die meer tijd nodig hebben worden weggedouwd. Overbrugging tussen de standpunten is nauwelijks meer mogelijk, het wordt zwart of wit, voor of tegen. Dat schept een nieuwe cultuur waar ik niet vrolijk van wordt, want je ziet soms hoe mensen elkaar echt op zitten te naaien om hun standpunten nog harder te verkondigen tot iedereen gelooft dat dat de waarheid is. En dat heeft soms echt gevaarlijke kanten. Het is niet voor niets dat AIVD en politie tegenwoordig ook sommige sites maar in de gaten houdt.

    Wil je dat anders, wil je nog een virtuele ruimte maken waar mensen nog naar elkaar luisteren, nog op elkaar kunnen reageren zonder meteen een lading shit over zich heen te krijgen dan moet je die met hand en tand verdedigen, zoals ik door schade en schande wijs geworden heb gemerkt.

    Een moeilijkheid is ook dat een ver doorgevoerde democratisering voor veel mensen inhoudt dat elke mening even zwaar weegt. Maakt niet uit hoeveel je er van af weet, maakt niet uit of je uit eigen ervaring spreekt. Ook dat vind ik soms lastig om mee om te gaan. Aan de ene kant: ik ben liberaal genoeg om te vinden dat iedereen een eigen mening mag hebben, en dat je ook mee mag praten als je niet super deskundig bent. Dat moet kunnen in een democratie die niet alleen bestuurd mag worden door een elite. Aan de andere kant: als er totaal geen respect meer is voor iemands ervaring en kennis, dan wordt het geen discussie.

    Een voorbeeld: op dit weblog vertelde Trees uit Sakhnin over de dreigende huisafbraak. Dat is niet zomaar een akkefietje, dat heeft te maken met de stelselmatige pogingen van Israël om Palestijnse staatsburgers in het nauw te drijven. Trees weet dat als de allerbeste, want die woont er. Ik weet dat ook, niet alleen ben ik er geweest, ik ben ook goed op de hoogte van alle rapporten en onderzoeken over het beleid van Israël, er is een massa mensenrechtenorganisaties mee bezig, Palestijnse, Israëlische en soms ook Internationale. Dan komt er iemand op dit weblog met een commentaar dat het allemaal onzin is, in Nederland mag je ook niet zomaar een huis bouwen zonder vergunning en of die Trees maar even het een en ander wil bewijzen. Die reactie komt als zo vaak van iemand die zich verschuilt in de anonimiteit en zonder dat je weet waar die zijn ‘kennis’ of liever onkunde vandaan heeft. Zo’n reactie neem ik dus niet op, omdat het geen enkele bijdrage levert aan wat je nog een discussie kunt noemen. Dus wordt er vervolgens gezegd dat ik alleen maar ja-knikkers op mijn weblog wil, geen ruimte maakt voor ‘andersdenkenden’, geen discussie toesta en wordt elders de hetze voortgezet waarbij ik een fascist wordt genoemd, want ik ben immers voor censuur. Tja.

    De flauwekul die er over me beweerd wordt door die ‘andersdenkenden’ die boos zijn omdat ze er hier niet meer opkomen loopt op. Zo staat er ergens dat ik voor de invoering van de sharia zou zijn, dat ik er voor ben dat alle vrouwen hoofddoeken moeten dragen, dat ik Hirsi Ali een doodschop wil geven, dat het mijn schuld is als ze nog eens met een opengesneden keel op straat ligt, en dat ik dan waarschijnlijk sta te juichen zoals ik ook zou hebben staan te juichen toen Theo van Gogh werd vermoord. Ik zou dat als onzin van me af kunnen schudden, want iedereen die dit weblog een beetje volgt weet dat het ernstig uit de duim gezogen beschuldigingen zijn, maar in het klimaat van elkaar opnaaien zitten er natuurlijk ook anders – eh, denkenden bij die dat nog geloven ook. En dat is al minder leuk.

    Voor discussies in groepen, tijdens lezingen, in klaslokalen zijn regels. En discussieleiders. Niet dat het daar altijd goed gaat, want overal als het gaat om de bekende toppers als moslims en allochtonen en hoofddoeken barst het geschreeuw uit en is nauwelijks meer binnen de perken te houden, maar op het net heb je niet eens discussieleiding. Het enige wat je kunt doen is je criteria voor erop of eraf zo scherp mogelijk stellen. En ik merk dat ik die steeds scherper ga stellen. Ik zie dat de meeste weblogs en netfora er inmiddels toe over zijn gegaan om de ergste evidente racistische uitingen te weren, maar nog niet verder durven te gaan in het formuleren van een net-etiquette om er voor te zorgen dat er nog iets mogelijk is dat de naam van discussie waard is.

    Het is een interessant vraagstuk hoe we met dit nieuwe medium om moeten gaan, en hoe we de goede kanten ervan, de democratische, de gedachte dat het goed is dat ook mensen die geen toegang hebben tot de media zich ook kunnen uiten, kunnen redden van de kwalijke. Ik denk dat we nog maar net zijn begonnen om ons af te vragen hoe we er voor kunnen zorgen dat een in wezen democratisch communicatiemiddel niet omslaat in het tegendeel, een propagandamiddel voor wezenlijk ondemocratische doelen.

  2. In Amerika is een leuk e-blad (Salon Magazine) met ook daarbinnen een aparte discussieplaats, waar over honderden onderwerpen gediscussieerd wordt, vaak ontzettend geestig, zelden zeikerig. Vroeger allemaal gratis, tegenwoordig moet je ervoor betalen, dat zou ik als socialist niet willen propageren uiteraard want dan sluit je groepen uit. Maar binnen die discussiegroepen worden boodschappen die TE zijn (daar kun je zelf alles bij invullen) verwijderd, alleen staat er dan dat daar oorspronkelijk een boodschap zou hebben gestaan die verwijderd is, met de naam (of het pseunoniem) van de afzender erbij. Volgens mij is dat toch een beetje een rem op het anoniem spuien van haat en rancune. Overigens denk ik bij het soort mensen die dat doen altijd met enig mededogen hoe naar ze hun eigen bestaan gemaakt moeten hebben om zoveel haat van binnen te kunnen voelen, en dat helpt absoluut. Het zijn natuurlijk zielige mensen, op zich.
    Joan.

  3. Ik kom nogal eens op http://www.maroc.nl, een site die trouwens de moeite van de aandacht waard is.
    Daar werken ze met geregistreerde inloggers en ga je over de schreef, dan krijg je strafpunten + een publieke uitleg waarom die inlogger strafpunten heeft gekregen.
    Die score staat vanaf dan vermeld bij de inlognaam.

    Werkt daar perfect.

    Ik heb begrepen dat de blue berries tijdelijk uitverkocht zijn, Anja. Weer een zorg minder.

  4. Claar dat antwoord had je toen van Aisha gekregen. Mijn antwoord is dat ik daar nog steeds op het opzij forum kom, omdat als ik maar een of twee mensen kan overtuigen tot een opener houding , het toch zin heeft en soms kom ik voor mijn gevoel wel eens een stapje verder en dan weer 2 stappen terug.

  5. Claar schreef: “Het was begonnen met een losse opmerking, daarna is er eindeloos over gechat, ge-sms-t, gewebcamt, gevoicemaild, gebeld, gepraat en ge-emaild.”

    Toen ik bovenstaande regel las moest ik onmiddellijk denken aan een verhaal geschreven door Jacques Hamelink dat als titel heeft: “Brandoffer op Zondag”…

    Het gaat over gezonde Hollandse jongens op kampeervakantie in de duinen die op een warme zwoele middag tot de conclusie komen dat er iemand van hen -een wat minder begaafde jongen- búiten de groep staat.

    De jongen op wie men doelt is op deze zonovergoten middag naar het dorp gestuurd om een boodschap te doen en men stemt overeen dat ‘ie eigenlijk verstoten zou moeten worden omdat ‘ie niet voldoet aan een paar onnozele regeltjes door dit jongensgroepje ingesteld.

    Men begint te fantaseren hoe men hem het best zou kunnen verwijderen en komt tot de conclusie dat dood door verbranding op de brandstapel -die voor ’s avonds gepland staat- tot de meest effectieve oplossing leidt.

    Om deze daad te rechtvaardigen roept men de hulp in van een ‘hogere macht’ die zou eisen dat er ééntje van hen geofferd zou dienen te worden opdat het -heilige!- groepsgevoel geen schade zal oplopen.

    Men verdeelt de taken.

    Iemand sleept het brandhout aan, een ander zorgt voor benzine, een derde voor touw waarmee de jongen moet worden vastgebonden en een vierde zoekt alvast de lucifers…

    Iedere jongen afzonderlijk vraagt zich af waar ‘ie nu feitelijk mee bezig is maar heeft niet de moed deze twijfel ‘in-de-groep-te-gooien’ zodat het plan werkelijk vorm begint aan te nemen.

    Als de desbetreffende jongen op een gegeven moment arriveert wordt hij inderdaad gebonden en als niet lang daarna de avond aanbreekt steekt men het vuur aan en komt het werkelijk zo ver dat de jongen er bovenop wordt gegooid.

    Pas dán realiseert men zich waar men mee bezig is en paniek breekt uit. Dat het voor een succesvolle redding te laat is blijkt wanneer men doorkrijgt dat het vuur te heet is om de jongen nog te kunnen redden van de dood.

    Ik moet het boek veertig jaar geleden op de Middelbare School hebben gelezen en het heeft zo’n herkenbare -en daardoor onuitwisbare- indruk op me gemaakt dat ik vanaf dat moment kritischer naar groepsprocessen ben gaan kijken en vaak heb ik gemerkt dat soortgelijke processen zich inderdaad geregeld voordoen zij het niet met de fatale uitwerking als in Jacques Hamelink’s verhaal…

    Ik moest er ook aan denken toen ik ‘Zembla’ zag afgelopen donderdag (03-03-2005). De jongens die uiteindelijk de school in Uden in de fik hebben gestoken vertelden een soortgelijk verhaal.

    Op een gegeven moment ben je de grens tussen fantasie en werkelijkheid voorbij en is er geen weg meer terug. Pubers willen over het algemeen grenzen verkennen, gaan er geregeld overheen om (soms) te laat tot de conclusie te komen dat er geen wet terug meer mogelijk is.

    Claar schreef over Fien:

    “Ze schreef hier onlangs dat ze eigenlijk niet goed wist, waarom ze haar islam maar bleef verdedigen tegen het handjevol islamhaters op de Opzij-site. Maar toch doet ze het. Ik ging net even kijken daar en ja hoor, al komt ze geen meter verder, ze houdt dapper stand.”

    Ik wil aan Opzij (en de hoofdrecactrice van dat blad) niet teveel woorden vuil maken maar ik heb vanmiddag voor de eerste keer hun ‘forum’ bezocht en ben me rotgeschrokken.

    Ben -als man- tot zo’n vijftien jaar geleden nog abonnee geweest maar moet bekennen dat ik me er met terugwerkende kracht dood voor schaam…

    Met femisnisme heeft het blad niks meer te maken…

  6. Daarom zou ik ook zo heel graag zien dat de film THE WAVE opnieuw vertoond wordt en dan vooral op scholen in het voortgezet onderwijs. Dat laat zo duidelijk zien hoe je mensen mee krijgt en wat je mensen kunt laten doen. Ik heb ‘m twee keer gezien. Hij ligt ergens bij een TV station (dacht de NOS) in een archief.
    Dan is er, wellicht off topic is dit, een Amerikaanse lerares, inmiddels bejaarde dame, die klassen les geeft in wat discriminatie nu eigenlijk is en hoe dat voelt. Dat doet dmv gekleurde halsdoekjes en de kleur van de ogen. Ook heel leerzaam en zulke projecten zouden verplicht op alle scholen moeten komen. De film The Wave moet daar dan bij. Het zal niet iedereen overtuigen, maar wel weer een groot aantal jonge mensen op het goede pad terugzetten. Wat jammer dat met deze prima projecten niets meer gedaan wordt. Zijn ze oudbakken?

  7. Fien@6,
    sorry dat ik jou en Aisha verwisselde!
    Nou, ik bewonder je doorzettingsvermogen wat betreft Opzij, ik zou het echt zonde van mijn energie vinden.
    Voor mij krijgt de titel van dat blad een heel andere betekenis. Ze kunnen het onderhand net zo goed Eruit noemen.
    Ben het dan ook helemaal eens met Paul Jan.

  8. Hoi fien. Ik ben je een beetje komen versterken op het opzij forum . Ik heb drie dagen lang alleen maar gelezen, waarbij ik af en toe van mijn stoel rolde van verbazing, van het lachen, maar ook zat ik af en toe met tranen in mijn ogen te lezen, tranen van frustratie. Ik voel me op het moment goed, dus ik schrijf. Ik weet niet hoe lang ik het volhoud. maar voorlopig nog wel. Mooi hoe jij daar bezig ben.

  9. Ja goed van je , ik had je al opgemerkt. Ik doe mijn best ,maar af en toe heb ik het ook helemaal gehad. Ik had al op opzij op je gereageerd, ik zou je ook wel eens persoonlijk willen schrijven, ik heb vroeger 2 jaar in het chaimsheba ziekenhuis in Tel hashomer gewekt en , ben jaren later met een palestijn getrouwd, die overigens nooit in Palestina of Israel is geweest. Graag zou ik met je eens verder praten . Als je dat ook wilt vraag dan of Anja mijn email adres aan je stuurt, of omgekeerd.

  10. Hoi Claar, ik moet eerlijk zeggen dat ik het voorlopig opgeven hebt, elke keer uitgescholden worden voor waar ik in geloof en voor sta heb ik geen zin meer in.Ik moet me elke keer maar weer
    verdedigen en daar heb ik geen zin nu lees ik alleen ,wel met gekromde tenen, maar goed ik probeer me te beheersen want de neiging om ook maar te gaan schelden is erg aanwezig,ik steek liever mijn energie in mijn tweeling om hun in iedergeval de normen en waarden te leren die vreselijk afwezig zijn bij de forumleden bij opzij.
    Groetjes Aisha

  11. dag Aisha, dat kan ik me zo goed voorstellen! Als je van tevoren weet dat je ergens telkens opnieuw dezelfde onfrisse antwoorden krijgt, dan houdt het gewoon een keer op. Lekker toch, dat je nou tijd overhoudt, ook voor andere websites.
    Websites waar je iets van mee kunt krijgen, in plaats van dat mensen eropuit zijn iets van je af te pakken.
    Geniet ervan!
    groet,
    claar

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *