Hoewel de griep mij al twee weken compleet gevloerd had, en mijn lichaam zeker nog niet had verlaten, is sinds een aantal jaren internationale vrouwendag voor mij een dag om bij stil te staan en liefst ook een om een actieve bijdrage aan te leveren. Daarom had ik toegezegd om maandag (7 maart) ’s avonds voorzitter te zijn bij een bijeenkomst in Amsterdam Oud-Zuid voor een groep van zo’n 50 jonge meiden (met voornamelijk Marokkaanse achtergrond, maar ook met Turkse, Surinaamse, Antilliaanse en Nederlandse). Mijn partner was zo lief mij met de auto te willen brengen en ook te wachten, zodat ik niet via tochtige stations hoefde. Maar toen wij binnenkwamen en hij zag dat hij de enige man was, merkte ik hoe verlegen hij daar onder werd. Hij wilde perse niet blijven en begon al kribbig te doen, toen een collega-bestuurslid van Al Nisa hem aanbood hem te laten zien waar een (turkse) moskee in de buurt was. Opgelucht ging hij weg met mijn collega/vriendin en we spraken af dat we elkaar na afloop weer zouden treffen.
De griep zat nog flink in mijn lijf maar ik werd daarna direct gepakt door de energie die de binnenstromende meiden meebrachten. Het begin van de avond zou gaan over de ongelijkheid die er vaak bestaat tussen meiden en jongens als het gaat om het beschermen van de familie-eer. Als inleiding vertelde ik de meiden een verhaal van een jong meisje dat wilde doorleren maar dat niet mocht van haar ouders ondanks hevige protesten van haar schoolmeester. Hoe zij geen verpleegster mocht worden omdat ze dan op kamers had gemoeten. Hoe zij verliefd werd en niet mocht trouwen omdat de families uit verschillende gemeenschappen kwamen en er geen vertrouwen was. Hoe zij zich daarbij neerlegde, hem toch weer tegenkwam … twee maanden later zwanger bleek te zijn! Een kreet van schrik ging door de zaal met meiden, zij leefden de schok enorm mee!
Ik vertelde dat nadat zij haar oudere, getrouwde zus in vertrouwen had genomen en het uiteindelijk toch aan haar ouders moest vertellen, haar ouders uiteindelijk toch de weg van het minste eerverlies kozen en haar alsnog lieten trouwen met de jongeman… Op haar trouwdag was zij vier maanden zwanger, niemand zag daar iets van, maar iedereen wist het! Ik vertelde hoe gelukkig zij de eerste maanden was en ook na de bevalling, maar ook hoe zij na een jaar begon te beseffen dat haar vlucht uit de gevangenis van haar ouderlijk huis, langzaam aan een vlucht naar een nieuwe gevangenis leek te worden … Einde verhaal.
Ik vroeg de meiden uit welk land zij dachten dat de ouders van dit meisje waren gekomen. In koor klonk: “Marokko!” Daarna werd geopperd: “Turkije! Somalie! Suriname!” Een vrouw zei: “Staphorst!” en schoot hard in de lach.
Toen ik de meiden vertelde dat ik hen net het verhaal van mijn eigen, zeer autochtone moeder had verteld en dat het dus nog niet zo heel lang geleden is dat in Nederland zaken als eerverlies en beperking van vrijheid voor meiden, was er een enorme ontlading! Het was grappig dat een aantal jonge meiden het vooral belangrijk vond om te weten of ik de baby in kwestie was (wat zo was).
De rest van de avond verliep heel onstuimig, met binnenstormende broers met trommels en andere muziekinstrumenten, met meiden die samen standvastig bleven vertellen dat de beperkingen die de Islam (???) aan meisjes oplegt, heel goed is (ze waren eigenlijk ook niet echt geinteresseerd in wat ik hen daarover eventueel anders zou willen vertellen…). Zij waren deze avond in ieder geval duidelijk tevreden met wat het leven hen bracht. Aan het eind kwam ook een groep moeders binnen die zich actief in de discussie mengde (waarbij het voor mij wel jammer was dat dit in het Berbers gebeurde, wat ik niet versta… gelukkig werd er later wel vertaald). Toen de gesprekken staakten en de muziek gewonnen had, begon het feest pas echt.
Al met al een heel ander begin van internationale vrouwendag dan ik de laatste jaren meemaakte in het sjieke De Balie, het decadente Felix Meritis enz. … Maar het maakte zeker zo veel indruk!
Een dag later was ik te gast bij een vrouwengroep in De Bilt bij Utrecht. Het voelde bijna als ´thuiskomen´ toen het gesprek daar weer voor een groot deel ging over … hoofddoeken en Ayaan Hirsi Ali. (Maar gelukkig wel veel opener dan ik een jaar eerder meemaakte).
Laat op de avond liet ik, hoestend achter een kop thee/citroen/honing, de indrukken van de beide avonden nog eens langskomen … Er is echt nog werk genoeg voor een vrouwenbeweging in Nederland (in/voor alle groepen!), maar ik ben absoluut optimistischer gestemd dan een jaar geleden! Volgens mij komen we langzaam aan echt wel dichter tot elkaar! (En misschien was het de thee/citroen/honing die me zo rozig stemde, maar ik wil het wel graag nog even vasthouden!)
Blij weer terug te zijn overigens. Hartelijke groet,
Mooi verhaal, Ceylan!
Als ik een lezing hou over de vraag wat het feminisme nou eigenlijk heeft bereikt dan vertel ik wel eens hoe het leven er voor vrouwen – en voor mij dus – uitzag toen ik nog jong was. Dat was net voor de pil uitgevonden was. Voorlichting was er nog nauwelijks. Wie onverhoopt zwanger werd werd stevig onder druk gezet om te trouwen, want dat was in ieder geval minder schandelijk dan ‘ongehuwde moeder’zijn. Ik ken ook vrouwen uit die tijd die onder druk werden gezet om hun kind af te staan, en daar vaak nog hun hele leven last van hebben gehad.
Dat bijna gedwongen trouwen heette ‘een moetje’. Ik denk dat die uitdrukking nu alleen nog onder ouderen bekend is.
En als je dan trouwde, dan was het vanzelfsprekend dat je werk of opleiding opgaf. Als je man gewelddadig bleek kon je nergens heen. Scheiden was vrijwel onmogelijk, zolang de man in kwestie dat niet wilde. Er waren maar een paar manieren om van die man af te komen: bewezen overspel (bewijs dat maar eens), als hij langdurig in de gevangenis kwam te zitten, als hij je moedwillig had verlaten voor een hele lange tijd, of dat hij je zo zwaar had mishandeld dat je in het ziekenhuis terecht kwam. Maar een paar blauwe ogen waren geen reden voor echtscheiding.
Ik bedoel maar, ik heb het nu over mijzelf, in de jaren zestig, net voor de nieuwe vrouwenbeweging losbarstte. Als ik dit vertel denken veel mensen: wat middeleeuws. Toch is het maar één generatie terug. Daar denk ik wel eens aan als weer eens een meneer prat gaat op onze westerse waarden en hoe verlicht we zijn en hoeveel gelijkheid er is tussen vrouwen en mannen. Ik weet het uit eigen ervaring: dat beetje gelijkheid hebben we zwaar moeten bevechten, en die meneer die nu neerkijkt op die zogenaamde achterlijke moslims met hun familie eer was toen nergens.
Jammer dat ik er niet bij kon zijn, Ceylan. Ik merk ook dat het gewone directe kontakt met de mensen waar het om gaat me veel meer doet en me veel meer inzicht geeft dan de sjiekere bijeenkomsten. Volgende keer ga ik weer mee.
Anja,
Vóór 1970, toen de echtscheidingsregeling drastisch werd gewijzigd, kon men toch wel gemakkelijker scheiden dan jij aangeeft. De echtgenoten konden nl. DOEN ALSOF er overspel in het spel was! Dit heette dan ook “de grote leugen”. Natuurlijk was dat ook nog bizar, dus was de wetswijziging in 1970 hoogst noodzakelijk.
Beste Olav, die ‘grote leugen’ werkte alleen wanneer beide partners wilden scheiden. Ik heb het nu over de situatie waarin de vrouw wilde scheiden en de man niet. Wie moest er in dat geval ‘doen alsof?’ Ik spreek uit ervaring. Ik heb moeten vluchten en me moeten verbergen. Pas toen duidelijk werd dat ik onder geen voorwaarde terug wilde komen is er een echtscheiding uitgesproken waarbij ik een papier heb moeten tekenen dat ik overspel had gepleegd. Maar dat kon pas toen hij zich erbij had neergelegd, anders was dat ook niet voldoende geweest. Het was dus alleen makkelijk als twee mensen van elkaar af wilden. In je eentje besluiten om te scheiden was vrijwel niet te doen, want dan kon het alleen om de redenen die ik al noemde.
Je hebt gelijk, Anja. Ik had over het hoofd gezien, dat je het speciaal had over de vrouw die echtscheiding wilde tegen de wens van de man.
Ik wou er ten behoeve van Olav nog even aan toevoegen, dat getrouwde vrouwen tot 1958 meen ik, kan een jaar schelen, handelingsonbekwaam waren. Dat betekende dat zij niet zonder toestemming en handtekening van hun man grotere aankopen mochten doen, als b.v. een centrifuge (die toen stapsgewijs aan het opkomen waren). Daar werd wel eens de hand mee gelicht, zodat je regelmatig kleine advertenties in de dagbladen zag staan, waarin meneer Jansen verzocht niets meer aan zijn vrouw te verkopen. Ik was toen nog heel klein, maar kan me nog wel het gevoel herinneren dat dat soort annoncetjes me gaven. Een gevoel van enorme beklemming met daarbij het gevoel dat mevrouw Jansen vast geen leuk leven had. Maar verder was het normaal, je ervaart alles als normaal als je de alternatieven nog niet kent. Over privacy hoefde je toen als vrouw echt niet te beginnen. Als je verkracht werd sprak je er niet over, en als je in de jaren ’60 een korte rok had gedragen als zoiets je overkomen was dan had je het er zelf natuurlijk wel naar gemaakt. En het was niet alleen vanzelfsprekend dat je je baan op gaf als je ging trouwen, het was in vele sectoren een wettelijke ontslaggrond. Ik heb nog een collega gehad die vroeger bij de PTT gewerkt had, en daar als eerste vrouw niet ontslagen werd toen ze trouwde. Dat was toen echt zeer buitengewoon. Zij was helemaal een voorloopster, want ze fungeerde als proefkonijn bij het uitproberen van de eerste anticonceptiepillen en seks was nou ook niet echt een veelbesproken onderwerp in die tijd. Als kleuter heb ik een nierziekte gehad, waardoor ik bloed plaste, en toen ik later ging menstrueren (en ik had 3 oudere zussen) weet ik nog dat ik in paniek de kamer in rende en zei: ik heb het weer aan mijn nieren!!!!!
Goddank, Goddank, dat die tijden voorbij zijn. Voor mij tenminste. Voor veel vrouwen geldt dat nog steeds niet.
Joan.
Ja, Joan, van die dingen ben ik op de hoogte (1958 klopt). Het is je hopelijk wel duidelijk, dat ik de opheffing van de discriminatie van vrouwen in de wetgeving (evenals die van b.v. homo’s) geheel en al toejuich.
Al is er al heel wat verbeterd voor iig vrouwen in nederland, volgens mij is er nog steeds wel een behoorlijk verschil of je man of vrouw bent. Als meisje zijnde wordt je toch vaak korter gehouden dan als jongen zijnde (veel beschermder). Af en toe merk je toch nog wel heel goed het verschil…
Mondige mensen en de NVSH hebben aan die ellende een eind gemaakt.
Zaken werden bij hun naam genoemd en bediscussieert.
Ook kunstenaars als Boudewijn de Groot hebben aan die omwenteling bijgedragen.
De regenten gingen om en met hun de reactionaire geest van die tijd.
Nu zijn er andere zaken die uit de taboesfeer gehaald moeten worden.
Bijvoorbeeld: mensen die niet van sommige tendensen in de Islam cultuur meteen als islamfobisch, racistisch of discrimineerders te etiketteren.
En zo zijn er vast wel meer taboes in deze tijd.
Het belangrijkste is natuurlijk: niet op de persoon spelen en geen geweld.
Onzin, Nico, islamofobie is islamofobie, racisme is racisme, het is aantoonbaar, Nederland staat op dat punt ruim aan kop, (zie Ed van Thijn, in en bijdrage hierboven) en ik wil graag het taboe doorbreken dat dat niet gezegd zou mogen worden.
Ja, Olav, dat is me inmiddels helemaal duidelijk geworden!
Joan.
Zo zullen er altijd wel een paar taboes blijven.
Bijvoorbeeld ook de veel voorkomende neiging om mensen waar je het niet mee eens bent met Nazi’s te vergelijken.
Toch aardig van je dat het hebt geplaatst.
Mvg.
Dag mevrouw Meulenbelt,
Ben op zoek naar een blad “de nieuwe vrouwenbeweging”.
In een voorgaand artikel zou een stuk staan over “red hatters”.
Zegt mij helemaal niks….
Weet u daar misschien iets meer over en waar is het blad te verkrijgen dan
kan ik het naar haar opsturen.
Met vriendelijke groet,
L.Gasper