Aan de kruinen en grijzende haren was te zien dat een groot deel van de zaal de jaren zeventig zelf had meegemaakt. Toch had ik tijdens het debat voortdurend het gevoel dat er nog ergens anders een andere jaren zeventig had plaatsgevonden. Ik was er niet erg thuis, in het debat over de vermaledijde jaren zeventig in de Balie, ter gelegenheid van het Manifest van de jaren zeventig dat ik mee heb ondertekend, en het uitkomen van het boek van Antoine Verbij, Tien rode jaren.
Misschien was het omdat het weer, net als voor het uitbreken van de vrouwenbeweging een volledig herenonderonsje was. Twee mannen van het manifest, Jos van der Lans en Antoine Verbij, vier heren met elkaar in debat, Herman Vuijsje en Hendrik Jan Schoo als de ‘ aanklagers’, Paul Kalma en Marius Ernsting als de ‘verdediging’ , Cees Grimbergen als de gespreksleider, en twee ‘getuigendeskundigen’, Hans Achterhuis en James Kennedy.
Nou was ik er eerlijk gezegd een beetje medeplichtig aan dat het een herenonderonsje werd, want ik had zelf de uitnodiging om als ‘getuigedeskundige’ op te treden af geslagen. Niet omdat het een mannenpraatgroepje dreigde te worden, want in het oorspronkelijke plan zou Femke Halsema het woord gevoerd hebben voor de verdediging, en Heikelien Verrijn Stuart zou als getuigedeskundige mee hebben gedaan, maar omdat ik een bloedhekel heb aan dat soort debatten dat altijd weer uitgaat van hetzelfde misverstand: dat het spannend wordt als je maar de grootste tegenstanders tegenover elkaar zet.
Wat me aan het manifest nu juist zo beviel was dat we, wij van de jaren zeventig, uit de beklaagdenbank kwamen en ons niet meer in de verdediging lieten duwen. Waar ik trouwens nooit in heb gezeten. Ik zou tot op de dag van vandaag ook niet weten waarom. Gaan die lui uitgerekend zichzelf weer in de verdediging zetten en op zich laten schieten, jawel, zeg het nog maar eens een keertje, ‘het ontsporen van de verzorgingsstaat, het mislukken van de multiculturele samenleving, de teloorgang van burgerlijk fatsoen en sociale cohesie – allemaal de schuld van de ‘linkse kerk’ die in de jaren zeventig het land haar wil oplegde’.
(Op de rug gezien: Jos van der Lans en Antoine Verbij)
(Marius Ernsting en Paul Kalma)
(Herman Vuijsje en Hendrik Jan Schoo)
(James Kennedy)
(Hans Achterhuis)
Wat een masochisme. Wat een gemiste kans om nu eens, dwars op de tijdgeest, net als vroeger, te vertellen wat die jaren zeventig wel hadden voorgesteld. En het werd ook niks, wat mij betreft. Misschien had Femke Halsema het nog een beetje kunnen redden, als ze niet vast had gezeten in een Tweede Kamer debat. Die zegt tenminste tegenwoordig weer schaamteloos en gewoon wat ze vindt. Niente. Dus ik ging voor het zingen de linkse kerk maar weer uit en lekker vroeg naar bed. En bedacht de volgende dag waar mijn jaren zeventig over gingen die ik kennelijk in een andere wereld heb doorgebracht.
Komt.
En ga voor het evenwicht maar even kijken op de site van de jaren zeventig, waar ook het manifest te vinden is, want de mannen vonden hun eigen feestje wel leuk, geloof ik.
Hmmmm, dat klinkt of er niet veel te lachen viel, gisteren.
Terwijl ik me de jaren zeventig toch herinner als een blije, lichte tijd waarin veel meer te lachen viel dan nu.
Bedankt voor al die lieve kale kruinen, Anja, ik kan weer even vooruit.
Anja, dat negatieve gedoe over de jaren zeventig vind ik eigenlijk een non-discussie. Een gezelschapsspel voor oudere heren en sommige dames.
Zoals ik al onder jouw vorig bericht over de jaren zeventig (25 maart jl.) heb geschreven:
“Ik erger me ook al lange tijd rot aan die ongerechtvaardigde verdachtmakingen van de (politiek) actievelingen in de jaren zestig en zeventig, waartoe ik ook behoor. En die zelfverloochening van sommigen vind ik nog het allerergste. Want ik was beslist niet naïef. Ik was heel bewust bezig….. Het waren mijn eigen keuzes. En ik heb nergens spijt van….. Soms denk ik: waren de mensen tegenwoordig ook maar eens een beetje zo aardig ten opzichte van elkaar als de jongeren in die jaren door de bank genomen…..”
Nou Anja, deze keer heb ik het manifest wel gelezen en ik kan me in veel dingen die daar gezegd worden volledig vinden. Alleen, waarom moet dit zo aan die generatie van de jaren zeventig geplakt worden? Ik ben met Olav eens dat ik het in die zin een beetje een non-discussie vind, hoewel hij dat misschien anders bedoelt. Inderdaad kan ik me herinneren dat Bolkestein vele jaren terug, voordat hij naar Brussel ging, eens schuldbelijdenissen vroeg, althans, als ik het me goed herinner want het is al lang geleden. Er waren ook wel wat anderen, Elsbeth Etty herinner ik me, hoewel zij geloof ik juist weer schuld beleed, ik weet het echt niet meer. Ik vind het sowieso altijd een echt bespottelijke aanname dat iemand zijn leven lang aan de zelfde gedachten zou moeten vasthouden en zich zou moeten verontschuldigen voor wat hij of zij vroeger vond of dacht, het lijkt me tot de normale ontwikkelingsgang behoren dat je dingen soms anders gaat bekijken, anders ga je wel erg met oogkleppen op en in totale starheid door het leven. Maar zouden niet gewoon de politieke issues weer ter sprake gebracht kunnen worden, zonder het zo gedateerd te plakken aan een kennelijk betere of slechtere, afhankelijk van de manier waarop je er naar kijkt, groep mensen dan voorheen of nadien geleefd schijnt te hebben? Dat is wat mij in deze discussie zo irriteert. Zelf herinner ik me overigens behoorlijk wat intolerantie uit die tijd. Ik had het ongeluk de dochter te zijn van een heel aardige, sociaal voelende en gewetensvolle vader die helaas president-directeur was van een groot bedrijf. Als mensen daar achter kwamen (ik zei altijd als werd gevraagd wat mijn vader deed: hij werkt in de haven) dan werd ik gelijk behandeld als ‘besmet’. Ik had zo’n beetje het gevoel dat in diezelfde ontzettend ongenuanceerde tijd waarschijnlijk kinderen van NSB’ers hadden, een zelfde gevoel van niet deugen.(wat overigens ook in hun geval natuurlijk als een tang op een varken sloeg, kinderen hoeven niet te boeten voor de fouten van hun ouders, maar in mijn geval was het al helemaal bespottelijk want er was helemaal niets mis met mijn vader, hij kwam uit een SDAP-nest en werd door mijn feministische oma als kind om de Meiboom gejaagd, hij voerde een zeer sociaal beleid en heel wat mensen verdienden daar een goed belegde boterham. Mensen die in de WAO terecht kwamen werden daar vanuit het bedrijf erg goed bij begeleid, ook nadien. Ze bleven ook deel uitmaken van het bedrijf, gingen mee op uitjes, bleven Kerstpakketten krijgen, etc. Ook werden mensen die gepensioneerd werden naar een meerdaagse cursus gestuurd, samen met hun partner, ter voorbereiding, op kosten van het bedrijf. Kom daar nu nog maar eens om!). Weet ook nog dat ik in die tijd een relatie had met een linkse journalist, en dat tegen hem gezegd werd, waar ik bij stond: “hoe kun je met die rechtse trut omgaan?”. Vraag me af of degenen die dat zeiden nu ook bij de SP zitten. Ik weet dat je algemene discussies niet op jezelf moet betrekken, maar sommige krassen op je ziel kunnen tot een levenslange allergie leiden. Overigens vind ik dat Bolkestein volledig gelijk had dat in die tijd ook de meest vreselijke regimes werden omhelsd en ik heb weinig gehoord later dat dat onterecht was. Het China van Mao, het Cambodja van Pol Pot, je kunt afschuwelijke en moordzuchtige regimes niet vergelijken, maar het was in ieder geval niet minder erg dan het Chili van Pinochet. Maar kunnen die jaren zeventig niet gewoon gezien worden voor wat ze waren? Het is nogal logisch dat je na een lange tijd van bezetting tijdens een oorlog eerst een periode krijgt van heropbouw en materiele behoeften eerst en vervolgens eentje van bezinning met toenemende aandacht voor de mensenrechten. Sommige andere landen hebben nu hun jaren zeventig. Waarom moet dat zo aan een groep geplakt worden en kan het niet gewoon gezien worden in het kader van de continue ontwikkeling van een samenleving? De problemen die zich nu voordoen zijn andere dan in de jaren zeventig. Oplossingen van toen kun je niet zonder meer nu toepassen. In dat manifest wordt een beetje badinerend gezegd dat de VVD en het CDA het nu volkomen normaal vindt dat mannen en vrouwen, hetero’s en homo’s, gelijkwaardig zijn. Wees daar blij om, zonder zo’n “wij hadden toevallig gelijk en zagen alles veel eerder”-houding te hebben. Ik vind die Hans Achterhuis er trouwens wel sympathiek uitzien. En ik heb een vrolijk moment beleefd aan de bovenste foto, die heeft er echt zin in!
Anja. Hier sla je de plank de plank mis.
Welke plank plank, Henk?
Henk?
Ik hoop niet dat je met die plank tegen Henk zijn hoofd aan hebt geslagen, Anja. Het blijft zo stil.
@ Claar (7):
Ik denk niet dat dat gebeurd is, Claar, want Henk zegt juist dat Anja de plank MIS heeft geslagen….. 🙂