Collega Tweede Kamerlid Kim Putters van de PvdA schreef over de zorgwet dit stuk, verscheen in de Volkskrant:
Senaat moet aan noodrem van rijdende zorgtrein trekken
Alles wijst erop dat de Eerste Kamer dinsdag 14 juni instemt met de invoering van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006. De Zorgverzekeringswet regelt een basisverzekering voor iedereen, waardoor het onderscheid tussen particuliere en ziekenfondsverzekerden verdwijnt. Dat is op zichzelf een goede zaak, want hierdoor wordt de zorg voor iedereen gelijk toegankelijk. Staatssecretaris Hans Simons stelde dit destijds al voor. Er zijn echter goede redenen om nu toch aan de noodrem te trekken en de Eerste Kamer op te roepen om te laten zien dat ze bestaansrecht heeft. Het is de taak van de Eerste Kamer om wetten te toetsen op uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en zorgvuldigheid. Daar wringt de schoen.
De basisverzekering moet worden uitgevoerd door zorgverzekeraars en zorgaanbieders die op een markt concurreren. Dat moet de kwaliteit en patiëntgerichtheid versterken. Het is erg twijfelachtig of dat lukt, omdat er veel onduidelijkheden in de wet zitten. De Eerste Kamer heeft die witte vlekken afgelopen dinsdag kamerbreed aan de orde gesteld. In de uitvoering dreigen de centrale doelen van de wet op vier punten in de gevarenzone terecht te komen:
1. De basisverzekering zou meer solidariteit en keuzemogelijkheid moeten brengen, maar kan ontaarden in een nieuwe tweedeling. De wet veronderstelt dat iedereen een eigen keuze voor hulpverleners kan maken en betalen. Er komt een keuze uit een ‘goedkope’ polis, waarbij de verzekeraar bepaalt naar welke hulpverlener je wordt doorverwezen, en een ‘dure’ polis waarbij je die keuze zelf maakt. Mensen met een ‘smalle beurs’ zijn overgeleverd aan zorgverzekeraars en kunnen eens per jaar met veel administratieve rompslomp wisselen van verzekeraar. Daar schiet de wet in de uitvoering het doel voorbij.
2. Er zijn te weinig waarborgen ingebouwd voor kwaliteit van zorg. De zorgverzekeraar moet kwaliteit beoordelen en inkopen bij zorginstellingen en artsen. Ze hebben de deskundigheid daarvoor echter niet in huis en zullen de zorg vooral op prijs inkopen.De goedkoopste zorg is echter niet altijd de beste zorg.
3. Het beroepsgeheim van professionals moet gegarandeerd zijn, dat wil ook de minister. Huisartsen vrezen echter terecht dat ze privacygevoelige informatie over hun patiënten aan de zorgverzekeraars moeten doorsluizen. Hardere waarborgen zijn nodig om ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt.
4. Een geprivatiseerd zorgstelsel is Europees gezien risicovol. Verzekeraars en aanbieders worden concurrerende bedrijven en moeten voldoen aan regels voor eerlijke mededinging. Ze moeten nu alle burgers accepteren en mogen ‘dure’ risicogroepen niet uitsluiten. Die dure risico’s worden door de overheid financieel gecompenseerd, hetgeen de toegankelijkheid van zorg garandeert. Op de Europese markt kunnen buitenlandse bedrijven echter niet eerlijk meedoen als zij die compensaties niet krijgen. Als Europa op termijn deze bevoordeling verbiedt komt het zorgstelsel in de gevarenzone. Dat is niet de schuld van Europa, maar van de gemaakte keuze voor privatisering.
Daarnaast beoordeelt de Eerste Kamer ook de zorgvuldigheid van het wetgevingsproces én de invoering. Het wetgevingsproces vertoont grote mankementen. De Tweede Kamer erkent zelf dat de Zorgverzekeringswet niet zorgvuldig in elkaar is gezet. Pagina’s vol met wijzigingen zijn al voorgesteld, nog voordat de Eerste Kamer tot een eindoordeel is gekomen. Dag in dag uit bereikten de senatoren de afgelopen maanden ministeriële brieven, nota’s van wijzigingen, verduidelijkingen op wetsartikelen en toelichtingen op de bedoelingen van de wet. Bovendien ontbreken essentiële onderdelen, zoals de Invoeringswet die de overgang naar het nieuwe stelsel moet regelen en de Wet Marktordening Gezondheidszorg die het toezicht op de markt en op de borging van het publieke belang regelt. Meerdere malen stuurde de Eerste Kamer hierover ‘boze’ brieven aan de Minister, omdat de zorgvuldigheid van wetgeving ernstig in het geding is.
De zorgen om de invoering zijn nog groter. Alle verzekerden in Nederland moeten dit najaar hun nieuwe verzekeringspolis gaan kiezen. Burgers die voor een compensatie via de zorgtoeslag in aanmerking willen komen moeten dat bovendien tijdig bij de belastingdienst aanvragen. Veel mensen weten hier nog niets van. Goede communicatie met burgers is noodzakelijk en kost tijd. Die tijd wordt niet genomen. Ondanks de politieke euforie over “het feest van de democratie” blijkt een dikke week na het referendum over de Europese Grondwet dat de Haagse politiek die les nog steeds niet heeft geleerd.
De zorg is geen proeftuin. De overheid moet voldoende mogelijkheden houden om kwaliteit en toegankelijkheid van zorg te garanderen. Het is daarom verstandiger om binnen een publiek systeem te beginnen met marktprikkels bij zorgaanbieders en te kijken wat dit oplevert. Pas daarna zou verdere marktwerking, onder de conditie van adequaat toezicht, bij zorgverzekeraars overwogen kunnen worden. Het hoge tempo waarmee nu bij aanbieders én verzekeraars marktprikkels worden geïntroduceerd leidt te gemakkelijk tot brokken. De Senaat is ervoor om brokken te voorkomen. Uitstel van de wet biedt de Minister én de Tweede Kamer een herkansing om hun werk beter te doen en daarover tijdig te communiceren met burgers. Op 14 juni heeft de Eerste Kamer dus de kans om het eigen bestaansrecht te bewijzen en te laten zien de les van het referendum wel te hebben begrepen.
Kim Putters
Bestuurskundige aan de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (Universiteit van Tilburg)
Lid van de Eerste Kamer voor de Partij van de Arbeid
Lid van de PvdA Werkgroep Zorg
Ik ben een enorm fan van de Eerste Kamer (en stilletjes hoop ik daar op een goede dag ook eens te zitten), en ik hoop dan ook dat de Eerste Kamer doet waar ik ze zo om bewonder, en wat mevr. Putters ook schreef in bovenstaand artikel: wetten toetsen op uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en zorgvuldigheid.
Van de SP weet ik dat ik van ze opaan kan, en na dit artikel gelezen te hebben weet ik dat ook van de PvdA. Maar… alles staat en valt natuurlijk bij de coalitiepartijen… spannend dus.
Deze Kim is een man, Jan, we hebben ook nog een vrouwtjesKim maar dat is een griffier. Niet dat het uitmaakt…
Ik had gister een informatieve folder in de bus van mijn zorgverzekeraar.
Volgens de folder moet ik straks ongeveer 100 euro per maand gaan betalen alleen voor de basisverzekering. Ik betaal nu 60 euro en heb dan ook een aanvullend pakket.
Ik ben ook erg bezorgd over het feit dat mensen straks voor een aanvullende verzekering geweigerd kunnen gaan worden. Nu kan je alleen geweigerd worden bij een particuliere verzekering en bij een toppakket-aanvulling op je ziekenfonds verzekering. Zodra de basisverzekering ingeperkt gaat worden bij een volgende bezuiningsronde moeten toch erg veel mensen in de knel gaan komen.
Hoi Anja,
Ik heb hier nog even over doorgedacht. Als je nu geen werk hebt en geen inkomen, dan kun je je particulier verzekeren. Onder het nieuwe stelsel ben je verplicht je te verzekeren. Je betaald dan zelf premie en er wordt wat door je werkgever op je loon ingehouden.
Wat gebeurt er met de mensen die geen loon of uitkering hebben onder het nieuwe stelsel? Moeten die dan het werkgevers deel zelf gaan betalen of hebben de wetegevende instanties hier niet aan gedacht?
Esther
Als kleine zelfstandige (met 1 man personeel) ga ik er straks gewoon 125 euro op achteruit. Ik moet en 1100 euro voor de basis verzekering betalen + 6,25% over max. 30.000 euro. Heeft iemand hier wel eens over na gedacht. Ik ontsla maar mijn perosneelslid en ga maar weer in loondienst. Dit heeft toch allemaal geen zin meer.
Hans Kos geeft al heel goed aan waarom de zorgwet behoorlijk vreemd gaat worden. Het kabinet wil het liberaler, maar daarmee snijdt ze de ondernemers zelf alleen maar in de vingers. Mooi je doel voorbij schieten.