Geachte mevrouw Meulenbelt,
Vorige week is naar aanleiding van ons artikel in de Volkskrant van 15 augustus jl. flink gereageerd via uw website.
De boosheid en agressie in veel reacties was veel zeggend.
In al ons werk de afgelopen jaren hebben wij gezien hoe mensen zich gekrenkt, afgedankt en terzijde geschoven kunnen voelen.
Eén van de rampzaligste dingen die je kan overkomen: er definitief naast staan.
Juist voor mensen tussen de 50 en 70 is het belangrijk het werkzame leven positief gewaardeerd af te kunnen sluiten. Zo niet, dan is verbittering en uitgebreid beroep op hulpverleners vaak het gevolg.
Het idee wat wij opperen is heel eenvoudig: laat mensen, al of niet met een uitkering, als zij dat willen – DUS VRIJWILLIG – werk aannemen als dat voor handen is. En doe niet bureaucratisch ingewikkeld over die uitkering. Laat natuurlijk onverlet dat wij het vast gelopen systeem van de verzorgingsstaat fundamenteel moeten herzien. Zoals ook André Meiresonne terecht signaleert.
Ons verhaal raakte bij veel mensen blijkbaar een open zenuw. Dat is jammer en was niet de bedoeling. Van links tot rechts hebben wij instemmend kritische reacties gekegen. En op 20 september a.s. gaan wij met een interessant gezelschap over dit reeds concreter uitgewerkt idee praten. (zie www.longavita.nl).
Met vriendelijke groet,
mede namens Marian Geling en Ger Tielen
Toine de Caluwé
Sympathiek gebaar, maar ik ruik lont… Even die website bekijken…
Het siert Toine de Caluwé dat hij in een open brief reageert op mijn ingezonden stuk, waarvoor de Volkskrant helaas geen plaatsruimte had. Het siert Anja, dat ze deze brief plaatst. Ik ga daarom graag nog even op deze plek met De Caluwé in gesprek als het mag.
Ik voerde in mijn reactie een aantal onderbouwde argumenten en feiten aan, waarom ik – voor de volle 100% behorend tot de doelgroep waarover De Caluwé spreekt – zijn plan een slecht plan vond. Samengevat:
1. de toenemende vraag naar vrijwilligers is ten dele een gevolg van m.i. slecht regeringsbeleid. Gesubsidieerde arbeidsplaatsen zijn dramatisch wegbezuinigd. Uitgerangeerde senioren die ondanks wanhopige pogingen geen enkele toegang meer kunnen krijgen tot de arbeidsmarkt moeten in dit plan de nu leeggevallen plekken invullen.
Toine De Caluwé stelt in zijn reactie dat er geen sprake zal zijn van dwang. Ook erkent hij dat “wij het vastgelopen systeem van de verzorgingsstaat fundamenteel moeten herzien.” Ik ben blij met deze nuancering die in zijn oorspronkelijke artikel geheel ontbrak. Toch maak ik me om twee aspecten ongerust.
Ten eerste is het mij onduidelijk wie hier met “wij” worden bedoeld. De enige die ik in dit geval kan aanmerken als “wij”, is de regering. Maar als ik als onvrijwillig baanloze senior vrijwilligerswerk ga doen, en met mij minimaal 39.999 anderen, dan versluier ik het zicht op de urgentie van deze fundamentele herzieningen van de verzorgingsstaat. Die er dan ook, vrees ik, niet meer zullen komen. Want het loopt zo toch goed?
Ten tweede neemt De Caluwé mijn ongerustheid niet weg. Ik vrees – op basis van steeds luider klinkende geluiden over uitkeringen en wenselijke contraprestaties – dat dit vrijwillige vrijwilligerswerk op korte termijn de deur wagenwijd openzet naar verplicht vrijwilligerswerk. Waardoor er dus daadwerkelijk sprake zal zijn van sociale dienstplicht.
2. ik voerde aan, dat de onvrijwillige baanloosheid van senioren een vorm van onacceptabele en domme maatschappelijke kapitaalvernietiging is. Bovendien zette ik het in een heel ander en meer realistisch tijdsperspectief dan De Caluwé. Hij spreekt over “het werkzame leven positief gewaardeerd af te kunnen sluiten” en suggereert daarmee dat je senioren (tussen de 50 en 70 jaar) na een bevredigend leven als werknemer als “uitgetreden senior” nog een prettig en zinvol besteed levenseinde biedt. Ik stel daar tegenover dat ik voor maar liefst eenderde deel van mijn arbeidsproductieve leven (de komende dertien jaar dus) onvrijwillig volledig zal zijn afgesneden van de arbeidsmarkt en dus mijn opleiding, kennis, ervaring en motivatie nooit meer zal mogen en kunnen omzetten in betaald werk. De “verbittering en uitgebreid beroep op hulpverleners” die De Caluwé mij in het vooruitzicht stelt, worden er echt niet minder op als de regering volhardt in het negeren van het feit dat een snelgroeiend leger van vitale senioren zich op een zijspoor voelt gezet. Bovendien heeft de suggestie dat verbitterde senioren een uitgebreid beroep zullen doen op hulpverleners, een onuitgesproken economische ondertoon. Ik beluister: “en dat gaat de samenleving veel geld kosten.” Inderdaad, maar dat zijn kosten die voorkomen kunnen worden door passende maatregelen te nemen die bevorderen dat senioren gewoon welkom blijven op de arbeidsmarkt. In feite legitimeren de plannen van De Caluwé c.s. indirect de leeftijdsdicriminatie die al jaren aantoonbaar plaatsheeft.
3. tenslotte wees ik op mijn bezorgdheid dat de instanties die door De Caluwé zijn aangewezen om vraag (onbetaalde arbeid) en aanbod (vrijwilligers) bij elkaar te brengen, daartoe praktisch gezien eenvoudigweg niet in staat zijn. Het takenpakket dat zij dienen uit te voeren wordt op dit moment met elke voorgestelde beleidsverandering van deze regering al ontoelaatbaar verzwaard, zonder dat de gemeenten (op wier bord al deze maatregelen worden gekieperd) daarvoor de bijbehorende noodzakelijke middelen krijgen aangereikt. Ik spreek hier als gemeenteraadslid, ik weet waarover ik het heb. Maar intussen kan ik uit persoonlijke ervaring op basis van harde gedocumenteerde feiten aantonen dat zelfs het huidige takenpakket schandalig slecht wordt uitgevoerd. Ik signaleer een praktisch uitvoeringsprobleem dus, waarop De Caluwé evenmin ingaat helaas.
Het spijt me te moeten lezen dat De Caluwé mijn en andere reacties heeft ervaren als boos en zelfs agressief. Die agressie heb ikzelf overigens nergens kunnen terugvinden. Ik vond zelf eigenlijk dat ik een heel net en beheerst stuk had geschreven. De boosheid is er wel. En die sloeg de afgelopen minuut om in de mij al voorspelde verbittering, nu ik lees dat aan het overleg in september inderdaad een “interessant gezelschap” deelneemt: In september vindt een kleine expertmeeting plaats waaraan in elk geval de heren Wijffels van de SER, Maassen (directeur pensioenen van ABP), Overman (directeur Loayalis), De Groot (CWI), Heerts (FNV) zullen deelnemen, alsmede vertegenwoordigers van Divosa, PGGM en UWV.
Inderdaad, de doelgroep ontbreekt volledig. Er wordt over onze ‘grijze’ hoofden beslist over een plan dat ik ook in tweede termijn heilloos vind.
Claar, ik neem mijn petje af voor je geduld. En voor de manier, waarop je reageert. Eerlijk gezegd zou ik op de toppen van mijn zenuwen gezeten hebben en niet meer rustig hebben kunnen nadenken. Knap van je. En zó terecht! Inderdaad, over ons en voor ons, maar niet MET ons…. Da’s feodaal!
Geachte Claar,
Uw reactie maakt mij opnieuw duidelijk dat tenminste de zaak waar het om gaat we delen: de verontwaardiging over het feit dat van de ene kant er zoveel mensen tegen hun wil aan de kant staan -al of niet met een uitkering-, terwijl er tegelijk zoveel belangrijk werk in onze samenleving blijft liggen omdat er geen mensen of geld voor zou zijn. En waarom die twee partijen dan niet bij elkaar gebracht.
Wat dan vervolgens ook blijkt is dat de wijze waarop we erover praten veel misverstanden oproept: over ons en zonder ons, agressief, dat gaat de samenleving veel geld kosten en dat is onze schuld enzovoort.
Ik zou met U een heel andere afspraak willen maken.
Voelt u er wat voor om met een aantal mensen een serie gesprekken te gaan voeren over het vraagstuk waar we over schrijven.
Zo ja, mail dan uw telefoonnummer naar info@phusis.nl, dan neem ik contact met u op om het plan verder uit te werken.
met vriendelijke groet, toine de caluwé
dag Toine, prettig dat je reageert! Inderdaad, we delen bepaalde constateringen. Maar niet de conclusies.
Je doet het voorstel, een serie gesprekken te voeren. Of ik tijd en gelegenheid heb voor een hele serie kan ik nog niet zeggen. Maar aan een gesprek hierover doe ik uiteraard van harte mee – goed plan – en ik zal dus zoals gevraagd even contact opnemen.
Omdat ik me kan voorstellen dat lezers van dit weblog nieuwsgierig zijn hoe dit zich verder ontwikkelt, wil ik er graag over berichten. Aan de andere kant is het ook zinvol, als lezers zelf van deze gelegenheid gebruikmaken en mij voorzien van hun wensen, noden en commentaar. Die ik kan meenemen in het gesprek. Wordt vervolgd, dus.
Wellicht is dit het begin van een hele mooie vriendschap…
Reageer waarop ?
Ik wordt zo moe van al de reacties.
Bij elke reactie hoort een actie.
Ondersteun nu eens mij in de strijd tegen de bewuste verhuur van brandgevaarlijke huur percelen