Kijk niet altijd naar de overheid, maar doe zelf iets. Kop boven een interview met Maritha Mathijsen, in Trouw 31 augustus. Mathijsen is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde, en schreef in 2002 “De gemaskerde eeuw” , een mentaliteitsgeschiedenis.
Is er iets aan de hand met Nederland? Mathijsen vindt van wel. Nederland is aan het verharden. Mathijsen:
Die verharding heb ik voordien alleen in Israel gezien. Het is een toename van een bepaald soort cultuurloosheid, een afname van beschaving – in de bgetekenis van: enigszins vriendelijk met elkaar omgaan in de openbare ruimte. Je ziet het echt overal. Laatst was ik bij een diner ter gelegenheid van Sail en ik vraag of mijn tafelgenoten niet willen roken, want ik ben asthmatisch. Dan ga je maar ergens anders zitten, werd er gezegd. Keurige mensen verder!
Ik weet niet of je dat onbeschoftheid kunt noemen. Het is een afname van de gewoonte om je te verplaatsen in een ander. Het is de buitenkant, de oppervlakte van een dieper liggend probleem: een soort buitensluitingsmechanisme voor de ander. Het vreemdelingenbeleid van dit kabinet is er een ernstiger voorbeeld van. Dat is iets om je voor te schamen. Of de gezondheidszorg, waar het ‘eigen schuld, dikke bult’ in opmars is. Ik ken een oude meneer die verhuisde naar een verzorgingstehuis. Toen hij daar kwam was hij nog zindelijk. Ze hebben ‘m daar geleerd om in zijn luier te plassen, want ze hebben niet genoeg personeel om op tijd bij iedereen te zijn. Ook dat is om te huilen. De openbare zorgzaamheid is in de 19de eeuw begonnen, in de 20ste eeuw voltooid, en nu wordt die afgebroken.
Wat valt er voor ons van te leren? Wat kunnen we doen?
Om te beginnen een andere regering kiezen. Ik heb een ontzettende hekel aan het gebruik van het woord ‘ze’. ‘Ze’ moeten er iets aan doen, die houding bevalt me helemaal niet. Is er een fiets omgevallen? Raap hem op. Zie je een verwaarloosd gebouw? Richt een comite op om het te redden. In de 19de eeuw zag je dat volop: particulieren die zich ergens druk over maakten. Dat ging toen om grote, belangrijke dingen: de leefomstandigheden in de prostitutie, een beweging tegen kinderarbeid, voor waterleiding. Pas later is de zorg overgedragen aan de staat, en dan gaat het fout. Privatisering functioneert weliswaar ook niet goed; maar als particulieren hun initiatief helemaal loslaten en helemaal overdragen aan de staat, dan werkt het ook niet. “De staat’ is een abstractie; “de staat’ dat zijn wij.
Toch is het een tijdje redelijk goed gegaan toen de staat voor zorg zorg droeg.
Laatst hoordde ik iemand van sire zeggen dat de individualisering van de samenleving die in de jaren zestig is ingezet op sommige punten is doorgeslagen in een extreme assertiviteit waarbij de behoefte van de ander meer en meer wordt genegeert. Ik kan me voorstellen dat dat ook bedraagt aan de verharding van de samenleving.
Aan die verharding stoor ik mij ook mateloos. Verharding op straat, in de media en in de politiek. Ook bij werkgevers. Steeds meer mensen branden op of kunnen niet meer meekomen. Eigen schuld, dikke bult.
Het is niet goed altijd naar de overheid te wijzen als er iets gebeuren moet. Eigen initiatief kan slagvaardiger zijn en schept ook meer binding. Maar soms heb je de overheid gewoon nodig, en die geeft dan vaak niet thuis. Simpel voorbeeld: wij hebben een speelveld voor de deur, ideaal voor de kinderen. Parkje, omheind speeltuintje, grasveld. Dat ligt dus vol hondenpoep. Die honden kunnen de bordjes natuurlijk niet lezen, de baasjes kennelijk ook niet (achterstandswijk, vroegtijdig van school gegaan, of zouden het de Turken met honden zijn?).
De simpelste oplossing leek mij een hek om het gras. Maar dat kon niet. Is te duur, weet ik ook wel, maar dat is misschien op te lossen. Maar de belangrijkste reden die werd aangevoerd was dat een hek niet paste in het ‘open ontwerp’. Nou vraag ik mij af wat ik aan een open ontworpen poepveld heb. Na twee jaar discussie is er een poepstrook en wordt er ‘streng gecontroleerd’ op wildpoepen. De overlast is iets verminderd, maar niet verdwenen. De politie staat natuurlijk niet de hele dag te spioneren. Is ook te duur.
Tel daarbij op een frustrerende inburgeringprocedure, een totaal misplaatste spionageactie van de AIVD, niet reageren van de politie op aangifte van bedreiging via internet – en het vetrouwen in de overheid is tot een minimum gedaald. Een andere regering kies ik niet alleen.
Citaat:
“Dan ga je maar ergens anders zitten, werd er gezegd.
Keurige mensen verder!”
Dat is nu juist de inschattings fout die Maritha Mathijsen maakt!
Waarschijnlijk bedoelt -en zíet- ze ‘keurige mensen’ maar in werkelijkheid zijn het onbeschofte vlegels, egoïsten van de laagste soort!
Het lastige is dat ze er tegenwoordig uitzien als ‘keurige mensen’ terwijl het gewoon a-socialen zijn en zonder schroom óók zo genoemd dienen te worden!!
De laatste jaren heb ik een aantal malen in Spanje rondgereisd. Fantastische ervaringen, ook vanwege de wijze waarop de Spanjarden zich in het algemeen gedragen in de openbare ruimte. Daar werd het me glashelder hoe diep we in Nederland zijn gezonken, en hoezeer buitenlandse bezoekers Nederlanders moeten ervaren als onbeschofte horken. Vroeger hadden Nederlanders nog wel eens de illusie, dat ze goed aangeschreven stonden in het buitenland. Nou, vergeet dat nu maar gauw!
Paul Jan schrijft: terwijl het gewoon a-socialen zijn en zonder schroom óók zo genoemd dienen te worden!!
Paul Jan, het gaat me even niet om het feit dat rokers anderen last bezorgen. En dat dit vroeger ook al zo was. Maar om deze vraag:
Nog geen tien jaar geleden werd in de publieke ruimte roken getolereerd, werd er minder fel op gedrag van een ander gereageerd, lieten mensen elkaar meer met rust in de publieke ruimte en konmden meer van elkaar hebben.
Nog geen tien jaar geleden zou jij een uitlating als hierboven geheid anders hebben ingekleed.
Mijn vraag gaat dus over: hoe komt dat? Wat is er veranderd?