Bijgekomen van het debat met de Eerste Kamer en minister de Geus over de WIA. Ik werd daar helemaal niet vrolijk van. Niet eens zozeer omdat de wet aangenomen gaat worden (aanstaande dinsdag de stemming, maar de uitkomst ligt al vast, want VVD en CDA stemmen voor) want dat wisten we al, maar omdat ik het debat intens vervelend vond. Dat we het zelden eens zullen zijn met een minister van dit kabinet is een gegeven. Dat VVD en CDA ondanks enig gesputter en wat kritiek vrijwel altijd met de regering mee zullen stemmen en dat wij als oppositiepartij niet hoeven te denken dat we gauw een meerderheid meekrijgen om een wet af te stemmen weten we ook. Maar het maakt nog wel uit of je met de ene of de andere minister in debat moet. Heb je Donner of Hoogervorst dan verveel je je tenminste niet, want die gaan in discussie, ook met de oppositiepartijen. En ‘mijn’ ministers zijn nou net Verdonk en de Geus. Dat is pech hebben.
Ik moet zeggen dat ik staatssecretaris Mark Rutte, met wie ik voorheen nog wel eens in debat moest erg mis. Want met Verdonk bereik je helemaal niks, die zit achter een facade van schokbeton en zit haar tijd uit, en de Geus is alleen geinteresseerd in technische details van een nieuwe wet – en wat het CDA er van vindt. Onze senator Hanny van Leeuwen doet altijd haar huiswerk geweldig. Ze komt met een stapel houtsnijdende kritiek, zegt ferm dat het zo echt niet kan – dan krijgt ze van de minister een paar kleine toezeggingen mee, en dan legt ze zich er gedwee bij neer en stemt voor. Zo heeft ze uiteindelijk voor de nieuwe zorgwet gestemd en stemt nu ook voor in de wetten die de WAO vervangen plus de gehele herkeuringsoperatie. Ik weet wel zeker dat ze daar niet gelukkig over is, op zich denkt ze altijd mee met gehandicapten, ouderen, de minima, maar uiteindelijk trekt ze daar nooit de consequenties uit. Dat wordt langzamerhand ook zo voorspelbaar dat ook dat vervelend wordt als een soap waarvan de uitkomst al bij voorbaat vast staat.
Ik had met minister de Geus al eerder de ervaring dat hij vragen die ik stel eenvoudig niet beantwoordt, tot ik hem er in de tweede termijn nog eens naar vraag. Deze keer maakte hij het wel erg gortig. Van meer dan tien vragen die ik stelde beantwoordde hij er zegge en schrijve anderhalf. (Het verhaal dat ik hield zal ik ook op dit weblog zetten). Ik werd daar zo chagrijnig van dat ik echt overwoog om voor het begin van de derde termijn maar naar huis te gaan – wat zat ik daar eigenlijk te doen? Had ik daarvoor dagen zitten werken aan mijn betoog? Het was prettig dat Tiny de hele avond aanwezig bleef om mee te overleggen. Maak van je hart geen moordkuil, was zijn advies. Ik bedacht me, want daar moet ik mezelf wel eens aan herinneren, dat ik daar niet zit voor mezelf, maar volksvertegenwoordiger ben, en het aan mijn achterban verplicht ben om er uit te halen wat er uit te halen valt. Dus dit is wat ik (ongeveer) in de derde termijn zei. Dat ik niet van plan was om alle vragen nog eens te herhalen, omdat dat kennelijk toch geen zin had. Dat ik naar het debat was gekomen met de zorgen van veel mensen in mijn hoofd. Dat ik na het debat alleen maar tegen al die mensen kan zeggen dat hun zorgen meer dan terecht zijn. De mensen die er mee geconfronteerd worden dat ze na jaren afgekeurd te zijn geweest opeens bij de herkeuring geheel arbeidsgeschikt blijken te zijn. Terwijl ze weten dat de kans dat ze nog werk krijgen minimaal is. Dat er grote verschillen blijken te zijn in de herkeuring tussen arm en rijk: rijk heeft een grotere kans op een uitkering dan arm, en dat behalve mijn fractie het daar niemand over heeft. Dat er nu erg veel mensen zijn die weten dat ze nog twee jaar uitkering krijgen en dat ze dan afzakken naar het minimum of naar niks. Dat we weten dat de werkgevers niet zitten te springen om ex-WAOers of mensen die in de toekomst nog een grote of kleine handicap op zullen lopen. Dat de minister wel zegt dat er een cultuuromslag moet komen om de sociale partners zover te krijgen dat ze bereid zijn om mensen met een verminderd arbeidsvermogen op te nemen, maar dat ik niet heb gezien dat het kabinet daar werkelijke maatregelen voor neemt. Het is dus een volstrekte illusie dat die cultuuromslag tussen nu en twee jaar zodanig plaats gaat vinden dat de mensen die nu bang zijn omdat ze af stevenen op de armoede nog gerust te kunnen stellen. Het erge, zei ik, is dat we het eigenlijk eens zijn over deze feiten, er is niemand geweest tijdens het debat die ze kon of wilde weerleggen. Maar we doen er dus niets aan. We wachten af tot de toegezegde evaluatie aan gaat tonen dat deze voorspelling uit gaat komen. Maar dan is de schade voor duizenden mensen al aangericht.
Het was erg stil toen ik mijn speech hield, zei Tiny. Er werd geluisterd, en ik werd niet geinterumpeerd. Later kwamen er nog mensen naar me toe, die zeiden, eigenlijk heb je wel gelijk. Tja, daar heb je wat aan.
De minister had in zijn laatste repliek alleen als antwoord dat onze percepties nu eenmaal verschillen. Haal je de koekoek. Dat doen ze zeker. Wat de minister wil met zo’n debat, behalve de buit binnenhalen, is alleen nog een technische discussie over de details. Hij is absoluut niet bereid tot een principiele discussie over de sociale gevolgen van deze wet, hij is niet bereid om te kijken naar de onrechtvaardige gevolgen van het systeem als geheel. En helaas, het leek er wel op alsof de SP de enige partij is in de EK die nooit vergeet dat het om mensen gaat. Ook de andere oppositiepartijen vielen me deze keer tegen. Mijn collega’s van het PvdA en Groen Links zijn vakvrouwen, die met veel deskundigheid aantonen waar de haken en ogen en hiaten van de wet zitten. Dat kunnen ze erg veel beter dan ik, want mijn vak is het niet. Maar hoewel ze wel tegen zullen stemmen, laten ook zij de principiele kanten liggen, en blijft het bij juridische kritiek, details die wel belangrijk zijn, maar eigenlijk al voor het debat plaats vindt opgelost hadden moeten worden.
Nou ja, ik had tenminste inderdaad van mijn hart geen moordkuil gemaakt, want ik vind het schandalig hoe er met de grote zorgen van zoveel duizenden mensen wordt omgesprongen. Ik had het tenminste gezegd, al haalt het verder dus niks uit. Ik zag deze keer maar af van het traditionele pilsje met de senatoren en de minister achteraf, en nam nog een borrel op mijn hotelkamer en keek naar het laatste nieuws. Daar zag ik de beelden van de herdenking van de elf mensen die op Schiphol waren omgekomen, de bijeenkomst waar ik op had zullen spreken als ik niet vast had gezeten door het WIA debat, en was in tranen toen een jonge vrouw vertelde over de man die was omgekomen in de brand. Wat we nog niet wisten is dat hij is gestorven toen hij de sleutel van de bewaker had afgepakt om alsnog te proberen een Oekrainse vrouw die nog zat opgesloten uit haar cel te halen. Hij heeft het niet gehaald.
Anneke Mouthaan was er wel. Ze schreef er een kort verlag over. Ik plaats het op dit weblog.