Te gast: Mohammed Benzakour over zijn reis naar Palestina. Verschijnt ook in De Humanist.
HET BEROOFDE LAND
In mijn kortstondig schrijversbestaan heb ik ettelijke grammen papier ingeruimd voor narigheid. Een van die narigheden betreft de Israëlische bezetting, in de volksmond het ‘Midden-Oosten conflict’ – een term die ik liever vermijd omdat sommige eufemismen de werkelijkheid onduldbaar verhullen. Ik bedoel, wie spreekt er van het ‘Nederlands-Duits conflict’ als bedoeld wordt de Nazi-bezetting?
Als adolescent reeds, toen ik politiek nog moest ontwaken, stortte ik mij op deze kwestie en het duurde niet lang of mij werd één ding duidelijk: dit is geen gewone bezetting of conflict, hier wordt een inheems volk langzaam naar de slachtbank gestuwd, met als enige ontsnappingsmogelijkheid een enkeltje Jordanië of Syrië. Alle beslissingen uit Tel Aviv, van de bulldozer-, liquidatie- en bottenkraakpolitiek tot de vluchtelingenkampen, checkpoints en de Muur, alles wijst één richting op: Israël wil geen vrede, Israël wil een Groot-Israël; een zionistische staat dat zich uitstrekt van de Nijl tot de Eufraat. Een land waar geen plek is voor Palestijnen, laat staan een Palestijnse staat, laat staan een levensvatbare Palestijnse staat. Alle ‘vredesonderhandelingen’ ten spijt, want dat zijn uitgekookte PR-rituelen met geen enkel doel dan de wereldopinie om de tuin te leiden. ‘Kijk ons eens goedwillend zijn!’
Toch wil mijn visie er niet gemakkelijk in, in onze media althans. Dat heeft zo zijn historische redenen. Dus word je maar afgeserveerd als ordinaire ‘Israël-basher’, of erger, ‘antisemiet’ – de ultieme gifstok, de verbale gele ster, geestdriftig aangewend door organisaties als het Cidi en figuren als Paul Brill, Elsbeth Etty & eega.
Hoog tijd voor een proef op de som, dacht ik, laat ik eens de nieren savoureren in eigen saus. Ofwel: een hoogstpersoonlijk bezoek aan het Beloofde Land, of zoals ik haar noem, het Beroofde Land.
Tijdens de voorbereidingen betrapte ik mijzelf erop dat ik stiekem hoopte op een groot ongelijk mijnerzijds. Ik wenste iets aardigs te kunnen schrijven over Israël. Ik hoopte dat het in het echt allemaal heus wel meevalt, dat de Palestijnen het heus niet zo erbarmelijk hebben, dat Israël heus niet zo kwaadwillend is…maar o Mozes, Jesus, Mohammed! Ik zag een kronkelende betonnen Koningscobra die ontelbare dorpjes in stukken sneed zodat zonen, ooms, opa’s gedwongen werden soms meer dan 100 kilometer om te reizen om vaders, dochters, neven aan de overzijde te zien. Ik zag hoe deze Koningscobra enorme landbouwgronden decimeerde tot luttele hectaren zodat boeren gedwongen werden huisraad te verkopen om het kroost een maaltijd of kledingstuk te kunnen bezorgen. Ik zag oneindig veel roadblocks en checkpoints waar bejaarde Palestijnen vernederd werden door gewapende snotaapjes van 18. Ik zag klinieken (of iets wat daarop leek) waar zieken vuil regenwater dronken omdat Israël alle locale waterbronnen had vernietigd. Ik zag schoollokalen doorzeefd met kogelgaten omdat Israël kleuters voor ‘terroristen’ aanziet. Ik zag, ik zag, ik zag…zucht…na zes dagen wilde ik niks meer zien, ik staakte mijn omzwervingen, mijn tax was bereikt. Ik sloot mij op in mijn hotelkamer en kwam er niet meer uit, hoogstens voor een hapje en koffie in oud-Jeruzalem. ’S avonds lurkte ik in de koelte aan de nargileh en staarde naar de donkere hemel. Het firmament afturend, op zoek naar een ster, een lichtpuntje. En terwijl mijn ogen langs de duisternis dwaalden zag ik plotseling iets glimmen. Het waren de stralende kraaloogjes van Palestijnse kindertjes, ik zag ze brandden van plezier. Ik zag straatmuzikanten vrolijke strijdliederen zingen, ik zag hoe het armetierige straatvolk elkaar uitnodigde om samen het vasten te breken met dikke dadels en hummus. En zie dat dorp! De allerarmsten wisten hun huisjes op te sieren met knipsels van gekleurd papier die dansten in de wind. Ik zag hoe duizenden gelovigen zich vol overgave bij Al Aqsa lieten neervallen en de grond kusten met een glimlach. Ik zag hoe de vrouwen met geheimzinnige kracht de sluier vastknoopten en als Seherezades door de straten wandelden, zonder dat ook maar één man hen nafloot, aanraakte of überhaupt wat zei. Wat een beheersing, wat een innerlijke beschaving! En ook zag ik midden in een moslimwijk een door Sharon geconfisqueerd pand dat hij liet ombouwen tot een met Israëlische vlaggen bedekte Toraschool – met de kennelijke bedoeling de gemoederen op te hitsen en moslimgeweld uit te lokken.
Maar… helaas voor hem, en alle andere terroristen en misdadigers; dat geweld bleef uit. In de wijken rond via dolorosa stuitte ik op wonderbaarlijke vreedzaamheid en broederschap. Jood groette moslim en moslim groette jood. Salaam en shalom. Steeds weer, steeds luider. Is er dan toch nog hoop, peinsde ik in het vliegtuig.
Mohammed Benzakour
Mooi stuk. Jammer dat zijn stukken altijd vol taalfouten zitten. Zou Benzakour dat expres doen?
Héél goed stuk,
Alleen ben ik bang dat er met de zionisten geen vrede mogelijk zal zijn, helaas, helaas voor het Palestijnse volk.
De grootste vergissing van de menselijkheid om de slachtoffers van de holocaust in Palestina te huisvesten, een fout die uiteindelijk de wereld voorgoed zal veranderen.
Salem aleikum, shalom met de hoop op een beter jaar.
Een goed stuk. Wat wij tegenwoordig meemaken in het M.O. is één van de grootste schandalen in de historie van de mensheid: een volk wordt zijn land uitgegooid, en wel met middelen,nl.terreur,
waarvan, met ongelooflijk cynisme datzelfde volk – dat zich uiteraard verzet tegen vreemde usurpatie en bezetting – dan beschuldigd wordt. Want laten we niet vergeten dat er vanaf de 20er jaren van de vorige eeuw grote en zeer gewelddadige joodse terreurorganisaties in Palestina opereerden, met als doel de Britten en Arabieren/Palestijnen te verdrijven (Irgun Zwai Leumi,Stern, Hagana).
Israël hoort de vn resoluties te respecteren en uit te voeren. Israël schopt alle resoluties weg znder enige respect tegen de internationale gemeenschap. Als Christen uit het midden Oosten
de houding van Israël veroorzaakt radicalisme in Islam. Christenen in het M.Oosten worden door Islamieten als pro-Israël gezien en steeds meer Christenen ontvluchten hun landen. Het westen hoort Israël over haar overtredingen te spreken maar jammer genoeg weinigen in het Westen dit te doen want Israël moet niet aangetaast blijven. Om minder radicalisme in Islam te vinden, hoort Israël een betere en menselijke houding tegenover de palestijnen te laten zien. De Christenen hebben veel meer te lijden sinds het ontstaan van de staat Israël welke het opwekken van racisme en appartheid bij haar racistische aard hoort.