Pas verscheen het interne blad SP blad SPanning, met een special over integratie. Nu we het daar toch veel over hebben, omdat het voor links zo´n belangrijk onderwerp is, vind ik het jammer dat het alleen in eigen huis wordt gelezen. Dus zet ik een aantal artikelen op dit weblog. Eerst een interview met twee raadsleden, Johan van den Hout (Tilburg) en Mahmut Erciyas (Oss). De laatste is al eerder op dit weblog opgetreden.
Dan volgt (morgen) een stuk van Fenna Vergeer, SP woordvoerder integratie in de Tweede Kamer, over het beleid van Verdonk.
Een gedegen stuk van collega senator Tiny Kox, die ook het voortouw neemt in een nieuwe nota integratie.
Tot slot een stuk van mij, waarin ik vertel over mijn omzwervingen door migrantenland de afgelopen twee jaar. Voor vaste weblogbezoekers niet nieuw, want die hebben mijn bezoeken kunnen volgen. Maar voor de volledigheid.
Ondertussen is de afdeling Rotterdam ook hard bezig. Ik verwijs door naar hun website, er wordt veel gedaan aan contacten met migranten en moslims. Vrijdag ga ik met ze mee op moskeebezoek. Hier een voorproefje.
Het interview is gehouden door Peter Verschuren.
De kloof groeit
In Tilburg staat zo’n 14,5 procent van de bevolking geregistreerd als allochtoon. Volgens Van den Hout ligt het aandeel allochtonen in sommige wijken echter op 40 tot 50 procent. ‘En ga je kijken naar mensen onder de 16 jaar, dan kom je daar uit op 70, 80 procent.’ In Tilburg zijn traditioneel de Turkse en de Marokkaanse gemeenschap erg groot.
Van de Osse bevolking is ongeveer 9 procent niet-westers allochtoon, voor een groot deel mensen uit Turkije. De Marokkaanse gemeenschap is klein.
Hoe staat het er voor met de integratie?
Van den Hout: ‘Als er in Tilburg wat gebeurt aan integratie, dan is dat toevallig of spontaan, of door kleine initiatieven van mensen zelf of het wijkcentrum, maar niet gestuurd vanuit de gemeente. Wat de gemeente bijdraagt, zijn van die mini-projectjes van tien mensen leren fietsen of twintig mensen op kookles.’
Je moet toch ergens beginnen.
‘Nee, dertig jaar geleden kon je daarmee beginnen. Nu niet meer. Wat je nu van de gemeente mag verwachten, is dat ze aan de slag gaat met het wegwerken van allerlei barrières die verhinderen dat mensen elkaar tegenkomen. Dat ze anders omgaat met de ruimtelijke ordening: met de vraag waar bouw je wat?. Dat ze woningbouwcorporaties aanspreekt op het segregatiebeleid dat ze voeren en dat ze het gesprek aangaat met witte scholen die zichzelf vrijwel ontoegankelijk maken voor allochtone leerlingen.’
Hoe zit het in Oss?
Erciyas: ‘Je hebt hier dezelfde segregatietendensen als in de grote steden in het westen, maar lang niet op dat niveau. Op wijkniveau is er van concentratie weinig sprake. Op buurtniveau speelt dat wel: in sommige stratengroepen is het percentage allochtonen erg hoog. Ook hebben we twee zwarte scholen en er is een tendens dat méér scholen die richting uit gaan. Als SP hameren we erop dat dat voorkomen moet worden. Hier kunnen we nog preventief te werk gaan – dat moet dus gebeuren.
Winst die we de laatste tijd geboekt hebben, is dat Oss eindelijk een integratiebeleid heeft. Het werd nog steeds minderhedenbeleid genoemd. Daar hebben we als fractie en college verandering gebracht: een andere naam en ook andere accenten: vermijden van concentratie en stimuleren van participatie en binding.’
Wat is nou het grootste probleem?
Van den Hout: ‘Mensen komen elkaar niet meer tegen. Er groeien jongeren op in Tilburg die hun eerste allochtoon tegenkomen als ze 18 zijn en in Amsterdam gaan studeren, en omgekeerd ook. Dan bestaat er geen basis om te integreren. En dat wordt in stand gehouden, door wijken die op slot zitten voor óf allochtonen, of autochtonen. Dat is het grote probleem. Participatie is ook in Tilburg hét buzzwoord. De basis daarvoor ontbreekt echter. Het idee is dat mensen integreren in projectjes die een welzijnswerker ergens in een buurthuis een uurtje per week organiseert. Maar dat is geen integratie.’
Erciyas: ‘In Oss hebben wij ons er expliciet voor uitgesproken dat we gaan stimuleren dat mensen met verschillende achtergronden elkaar ongedwongen, maar wel structureel ontmoeten. Dat kan alleen als je ervoor zorgt dat kinderen samen opgroeien in de buurten en op de scholen. We proberen dus bindende afspraken te maken met de schoolbesturen. En natuurlijk zetten we in op het voorkomen van concentratie in de buurten: dat beleidsuitgangspunt hebben we vastgesteld, maar met de vertaling ervan in de praktijk van de ruimtelijke ordening staan we nog aan het begin. Hiervoor heb je de medewerking nodig van alle partijen en we zien terughoudendheid bij de woningcorporaties. Zo van wij hebben ons systeem en we hebben weinig zin daaraan te tornen. Terwijl wij zeggen stel je nu iets opener op. In die fase zitten we nu.’
Wat moet er gebeuren, wat mag je van de gemeente verwachten?
Van den Hout: ‘Wij hebben voorgesteld om te komen tot een convenant over Tilburgerschap, waarin we vastleggen hoe we met elkaar omgaan in de stad zodat mensen elkaar tegenkomen, er geen barrières worden opgeworpen, geen discriminatie plaatsvindt en iedereen evenveel kans maakt op werk en stageplakken. Dat zou ondertekend moeten worden door allerlei bedrijven, instellingen, woningcorporaties en noem maar op. Het heeft geen juridische status, maar zou wel een stok achter de deur zijn om een moreel beroep te kunnen doen op de ondertekenaars, zo van hoe kan het nou dat jij nog steeds geen stageplek ter beschikking stelt aan een allochtoon, en dat soort dingen. En het zou in ieder geval duidelijkheid geven over wat we willen in Tilburg. Er is positief op gereageerd, en de wethouder zou het meenemen. En ja, dan ben je het kwijt, als de wethouder het meeneemt.’
Erciyas: ‘ Ik denk dat er heel veel geld is verspild op het gebied van integratie. Dat moet veranderen. Vaak geldt niet wat levert het op? maar: is het sympathiek? Naailes voor Turkse vrouwen, wie kan daar nou op tegen zijn: het is sympathiek, en het kan handig zijn, flankerend. Maar we moeten verder kijken: levert het ook wat op, heeft het nut? Zorgt het ervoor dat mensen elkaar duurzaam tegenkomen?’
Van optimisme over de nabije toekomst is bij beide raadsleden weinig te bespeuren.
Erciyas: ‘Er is kloof aan het ontstaan waarvan ik vrees dat hij steeds groter wordt. Mensen gaan steeds minder om mensen die niet uit hun eigen bevolkingsgroep komen. Allochtonen hebben te maken met een uitsluitingsmechanisme dat steeds sterker wordt, waardoor een nieuwe vorm van apartheid aan het ontstaan is. Een soort net op allerlei terreinen. Je ziet het bij werk: de enorme werkloosheid onder allochtonen, vooral onder jongeren. Je mag disco’s niet in. Je kunt je niet inschrijven op goede scholen. Dat soort tendensen maakt dat de samenleving minder toegankelijk wordt voor allochtonen. En vergeet ook de cultuur niet: dat is iets waarmee we in Oss een beetje worstelen. Al die culturele voorzieningen zijn voor de witte middenklasse en hoger. Je ziet geen allochtoon in de schouwburg. En willen ze een keer zelf iets organiseren, dan stuiten ze op allerlei subsidieregels die niet op hen zijn toegesneden.’
Het uitsluitingsmechanisme wordt sterker, zeg je. Hoe komt dat?
Erciays: ‘Door de economische recessie. Maar ook door beeldvorming, politieke verhoudingen. En door de invasie in Irak en de situatie in Israël. Verhoudingen tussen bevolkingsgroepen worden bepaald door een heel complex van ontwikkeling, economie, politiek, enz.’
Van den Hout: ‘Het wordt ook niet herkend. En dat is net zo zorgelijk. Het duurt heel lang voordat je erachter komt dat het goed fout aan het gaan is. Neem het probleem dat allochtone jongen geweerd worden uit disco’s. Elk jaar wordt dat in Tilburg wel een keer aangekaart door een fractie, maar uiteindelijk gebeurt er niets omdat we blijkbaar als raad niet genoeg voelsprieten hebben in die gemeenschap. We voelen het zelf niet. En de stageplekken: we moeten er via onderzoeken achter komen dat daar een enorm probleem is. Dat betekent dat we te weinig voeling hebben met allochtone gemeenschappen.’
Mahmut, jij zit wel in die gemeenschap, én in de raad. In hoeverre wordt jij erop aangesproken? En kun je er dan wat mee?
Erciyas: ‘Of ik er wat mee kan is een tweede, maar ik voel wel heel veel frustratie onder de mensen, en woede. Het is herkenbaar wat Johan zegt: het zijn vaak onderzoeken en krantenberichten die ons scherp zetten. Dat geldt ook voor de SP. Wij trekken wel veel stemmen van allochtonen, maar het ontbreekt ook ons politiek en organisatorisch aan wortels in de allochtone gemeenschappen waardoor wij het vehikel zouden kunnen zijn van hun gevoelens. Daar slagen wij onvoldoende in, ook hier. Al heeft het feit dat ik raadslid ben er wel aan bijdragen dat die binding wat sterker werd.’
Hoe komt dat? Wij pretenderen op te komen voor de mensen die in de hoek zitten waar de klappen vallen en dat geldt in sterke mate voor de allochtonen.
Van den Hout: ‘ Wij denken wel we nemen het voor hen op, maar misschien zitten we helemaal op de verkeerde thema’s. In Jeruzalem, een sloopwijk in Tilburg, zou een groot aantal woningen plat gaan. We hebben alle mensen geënquêteerd. Ongeveer de helft ervan was allochtoon. Vooraf dachten we: we nemen het voor die mensen op. Maar uit de enquête kwam een waterscheiding. De autochtonen wilden er niet alleen blijven wonen, maar daar ook voor knokken, en de allochtonen zeiden ‘wat interesseert mij dat nou. Dan woon ik morgen maar ergens anders.’
Welke thema’s moeten we dan wél oppikken?
Erciyas: ‘Wat mensen het meest raakt, is dat ze geen werk hebben of hun kinderen geen stageplaats. Of dat de kinderen te laag worden ingeschaald aan het eind van de basisschool. En dak dat continu lekt. Daar moeten we ons mee bezighouden en dat doen we ook. Maar we moeten ook niet bang zijn om af en toe eens puur gericht op allochtonen te werken. Die angst is er nu wel: het idee van we moeten het wel algemeen houden. We zijn een partij voor heel Nederland en dat moeten we continu aantonen. Angst om te erkennen dat sommige problemen vooral allochtonen betreffen. We zouden af toe eens specifiek allochtonen moeten organiseren.’
Heb je dan alleen over kwesties als discotheken en werk, of ook over andere zaken?
Erciyas: ‘Er is een hetze aan de gang in Nederland, tegen moslims. En die wordt gevoerd onder het vaandel van democratie en liberale vrijheden en bla bla bla, maar niemand kan ontkennen dat daar een flinke dosis racisme onder zit. Ik denk dat we ook op het vlak van het gevoel moeten aangeven dat wij dit niet tolereren. Dat wij tegen discriminatie zijn, tegen uitsluiting en hetze tegen wie dan ook. Durven kiezen om specifiek in te spelen op gevoelens van allochtonen.
Ik heb me bijvoorbeeld enorm gestoord aan het partijstandpunt over de Wet inburgering in het buitenland. En ook allochtone kaders voelen dat zo. Ik vond het zwak dat de SP op technische gronden tegen die wet heeft gestemd, waar we een veel principiëler standpunt hadden moeten innemen. Een standpunt van: gezinsvorming en gezinshereniging is een basaal mensenrecht daar moet niet aan getornd worden.
Allochtonen voelen dat ze steeds verder ingeperkt worden in hun rechten en mogelijkheden en vragen zich af wie het voor hen opneemt. Als de SP ook op die thema’s zou mobiliseren dan ligt er een goudmijn voor de SP onder allochtone kiezers. Dan ontstaat de klik van hé dat is ook onze partij.’
Komen jullie naast alle problemen ook hoopgevende initiatieven tegen?
Erciyas: ‘Ja, bijvoorbeeld op cultureel gebied. Ondanks de gemeente, zou je kunnen zeggen, is een Turkse zelforganisatie om de tafel gaan zitten met cultureel centrum De Groene Engel. Het gevolg is dat ze nu samenwerken en zaken tot stand brengen. Zaterdag treedt er bijvoorbeeld een echte topgroep uit Turkije op.
En het schoolconsulentschap waarmee we hier geëxperimenteerd hebben, daar ben ik ook enthousiast over. Een soort maatschappelijk werker die zich vooral richt op het vroegtijdig signaleren van problemen en het meer betrekken van de ouders bij de school – vooral allochtone ouders.’
Van den Hout: ‘Moeilijk. Misschien de Kruidenbuurt. Die is stevig in beroering geweest door allerlei herstructureringsplannen en daar is nu een clubje ontstaan, los van de gemeente, met mensen uit bijna alle nationaliteiten die in de buurt aanwezig zijn. Ze doen dingen als samen koken, maar ze organiseerden laatst ook een symposium over wat willen we met hun buurt, en hoe ze dat gaan bereiken. Dat kan wat worden.’
Het ‘integratie-probleem’ zal weldra uit Nederland zijn verdwenen.
Van het CBS:
Volgens het CBS vindt er op dit moment een emigratiegolf onder jonge Nederlanders plaats, waardoor de groei van de autochtone bevolking op het punt van kantelen staat. Voor elke autochtoon die er in Nederland bijkomt, komen er bijna dertig allochtonen bij.
.
@Tim:
Wat wil je precies hiermee zeggen?
De vraag is ook: wie is in dezer “autochtoon” en wie “allochtoon”.
Volgens het CBS is de definitie van allochtoon: “een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren”. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie)”
Uit de definitie volgt dus dat kinderen van de tweede generatie “allochtone Nederlanders” gewoon “autochtone Nederlanders” zijn.
Natuurlijk daarvan uitgaande de autoriteiten niet weer de definitie aanpassen en weer Nederlandse staatsburgers met terugwerkende kracht tot semi-buitenlanders verklaart – onderscheid moet er Nederland kennelijk zijn.
Trouwens ooit eraan gedacht dat het hele Nederlandse koningshuis uit “allochtonen” bestaat?
Mahmut Erciyas zegt: “Ik heb me bijvoorbeeld enorm gestoord aan het partijstandpunt over de Wet inburgering in het buitenland.”
Hiermee ben ik het van ganser harte eens. Gezinsvorming en -hereniging is een fundamenteel mensenrecht, waartegen geen barrières mogen worden opgeworpen. Een andere zaak is het, dat het goed is in Nederland integratie te bevorderen en goed te laten verlopen.
Gelukkig zijn zeker ook goede ontwikkelingen te signaleren, zoals het gisteren gelanceerde Joods Marrokkaans Netwerk Amsterdan (JMNA).
Reactie van Klaas op zijn verzoek verwijderd.
Klaas, je gaat voorbij aan het stempel dat de moslim o.m. door Fortuyn gekregen heeft. Er is bij mij bijvoorbeeld ook irritatie over ‘het bespreekbaar maken’ style Fortuyn. Op deze manier bent je geen gesprekpartner meer, maar iemand die iets oplegt. En daar hou ik niet van. Eigen volk irritantst!
Ik bedoel “welkom vreemdeling, zo zijn onze manieren. Oh ja btw. moslims hebben een achterlijk geloof. Nogmaals, welkom”.
Manieren? Gebrek aan manieren zul je bedoelen.
Reactie van Klaas op zijn verzoek verwijderd.
Hou toch op, Klaas. De dreigende ´islamisering´ zou niets met godsdienst te maken hebben? De islam is geen godsdienst misschien?
Wat jij aan het doen bent is weer aan komen zetten met het bekende fabeltje dat ´ze´ een cultuur hebben die hier niet past. En daarvoor moet je natuurlijk voorbeelden halen uit – jawel, uiteraard islamitische landen, alsof er niet wereldwijd vele misstanden zijn op het gebied van democratie, mensenrechten enzovoorts. Vervolgens kijk je niet naar de moslimmigranten in dit land. Die blijken in overgrote meerderheid helemaal geen cultuur te hebben die niet zou passen bij ´de onze´. Je hanteert het begrip cultuur bovendien als een vaststaande eigenschap, die onveranderlijk is. Ook dat is aantoonbaar onjuist. Je kunt al hele grote verschillen zien tussen de eerste en de tweede generatie migranten, en zoals alle onderzoeken ook aantonen, die tweede generatie verschilt op de essentiele punten wat opvattingen betreft al nauwelijks meer van de autochtone bevolking. Ook onze eigen cultuur, voor zover die uberhaupt bestaat als een eenheidscultuur, is aan grote veranderingen onderhevig. Nauwelijks een generatie terug was er hier nauwelijks sprake van gelijkheid tussen vrouwen en mannen, bijvoorbeeld, en was er een homobeweging nodig om de ergste kantjes van de homohaat af te halen. Dus ook hier verandert cultuur.
Het heeft weinig zin om weer met dat geijkte verhaaltje aan te komen zetten, Klaas. De gemiddelde bezoeker van dit weblog is beter geinformeerd, die is daar echt niet van onder de indruk.
En het helpt niet bij de oplossing van werkelijke problemen.