Eerste wat ik doe als ik ’s ochtends op kantoor kom: het nieuws. De tv gaat aan. Fatma of Khaled leggen het me uit. Slecht nieuws. Weer een aanval, nu in Khan Younis, weer doden. Het zijn er nu veertien in twee dagen, en er zijn nog een paar zwaargewonden die het niet gaan redden. Beelden van huilende en schreeuwende mensen op Al Jazeera, mensen die een jongen bloedende jongen dragen, al dood of nog levend. Waar gaat dit over, waarom deze aanvallen? Khaled zegt dat het provocaties zijn om Hamas uit de tent te lokken, als zij de wapenstilstaand doorbreken of niet tegen kunnen houden dat de woedende bevolking weer ergens een raket naar afschiet of een aanslag pleegt, dan heeft Israel weer een excuus voor een invasie in Gaza. Olmert heeft al gedreigd om Gaza ‘opnieuw te bezetten’ (alsof het nu niet bezet is) en daar een paar dagen aan de gang te gaan om de ‘militante groepen uit te schakelen’. Een enorm bloedbad aan te richten dus. Blijft de wereld nog steeds dadenloos toekijken? Waarschijnlijk wel.
Tweede wat ik doe, mail ophalen, weblog bijwerken, troep er af gooien, zo van blijf jij maar in Gaza, of ik hoop dat jij er bij de bombardementen ook aangaat. Er zit nog een klojo op die niet doorheeft dat niemand de reacties kan lezen behalve ik en de webmaster en er meteen maar tien stuurt. Gelukkig gaat deleten erg makkelijk in dit systeem. Ommetje langs de leuke en minder leuke websites. Haaretz. Gush Shalom.
Het wekelijkse bericht van Gush Shalom, Uri Avnery:
Starving the Gaza strip
And shelling its citizens
Will not stop
The Kassam rockets.
Only negotiations
With the elected
Palestinian leadership
Can achieve that.
Joes belt dat hij Erez door is, en welke veranderingen er nu weer zijn in de security check. Er is weer een extra bagagescan aangebouwd. Prettig om te weten, want soms sta je daar in die betonnen gang tussen de dranghekken, je ziet niemand hoewel ze jou wel zien, en dan wordt er weer iets geschreeuwd door de megafoons in de trant van naar voren, doe je jas uit, doe je koffer open, handen omhoog en draai je om, en als je dat niet meteen verstaat sta je daar zo te schutteren. Nummertje Kafka. Net buiten Erez wordt een enorm nieuw complex gebouwd met glazen in plaats van betonnen gangen waar de hele security check volautomatisch plaats gaat vinden, zodat je helemaal geen een levende soldaat meer te zien krijgt.
Sana’a komt langs op kantoor, Khaleds zusje. Een interessante vrouw en een belangrijke vrouw. Ze was al hoog in het Ministerie van Binnenlandse Zaken, nu is ze bevorderd als General Director voor een ander ministerie, dat hier the President’s Office heet. Ze zal vooral belast worden met de buitenlandse contacten, en de buitenlandse reizen voorbereiden. Vooral het reizen trekt haar erg aan, zoals veel Gazanen die elke kans aangrijpen om de gevangenis even te verlaten. Jarenlang was zij degene die moest proberen de papieren in orde te maken voor zieken of zakenmensen of NGO mensen om een vergunning te krijgen om een dag of meer Gaza uit te kunnen reizen. Ik vertel haar over de vrouwen die ik bij Erez zag, op weg naar buiten, jonge vrouwen, zei ik. Ze kijkt me vragend aan. Jong? Onder de vijf en dertig krijgt niemand, ook een vrouw geen uitreisvergunning. Nou ja, jong, ik bedoel als zestigjarige natuurlijk onder de veertig, vijftig. Ondanks haar hoge positie lukte het Sana’a ook lang niet altijd om iemand er uit te krijgen. Een schoonzusje van haar, die van een familie komt van de Westoever probeert al heel lang vergeefs een vergunning te krijgen om haar bejaarde ouders te bezoeken. Elke keer afgewezen. Ze heeft haar ouders al zes jaar niet gezien. In een normaal land zouden ze drie kwartier van haar vandaan wonen, nu is het verder dan China.
Zoals veel Palestijnen wacht Sana’a af wat er verder gaat gebeuren. Haar aanstellingsbrief is er nog niet, wat ze gaat verdienen weet ze ook nog niet. Wel is haar alvast gevraagd of ze genoegen wil nemen met een lager salaris dan voorheen, vanwege de problemen. Jawel, heeft ze gezegd, als er maar voor gezorgd wordt dat de prijzen ook omlaag gaan. Electriciteit bijvoorbeeld, niet meer te betalen. En nee, er is geen hongersnood op komst, nog niet, van een Afrikaans formaat. Maar mensen kunnen geen vlees meer betalen, er is sprake van een sluipende ondervoeding van de mensen die onder de armoedegrens leven. De kinderen krijgen niet genoeg proteine binnen, er is te weinig melk voor de babies die geen borstvoeding krijgen, en te weinig vitaminen. Er ligt fruit in de winkels, maar wie kan het nog betalen? Heb ik het zelf niet gezien, de winkels vol fruit maar niemand om het te kopen. Gaza zou goed kunnen leven van de visvangst, maar de vissers mogen de zee niet op. Maar er zit niet anders op dan vol te houden. We zijn sterk als een rots, zegt ze, Abu Amar zei dat ook altijd.
Dus ze wacht af. Wat de onderhandelingen van Hamas en Fatah op gaan leveren. Hamas wil de zeggenschap over het leger, of wat daar voor door gaat, de politie en veiligheidsdiensten. Maar Abbas wil die niet afstaan en het is ook de vraag of het verstandig is. Als het leger onder Hamas valt heeft Israel weer een excuus om het aan te vallen. En over de weigering van Europa en de VS om ontwikkelingshulp uit te betalen aan de nieuwe Hamas regering? Ze haalt haar schouders op. Dat geld komt er wel. Nu al wordt er gezocht naar oplossingen, door het geld direct over te maken naar de NGO’s met passeren van de regering, door geld door te sluizen naar Abbas, door de salarissen aan het grote ambtenarenapparaat, de overheid is hier de grootste werkgever, direct uit te betalen aan de banken waar ze het op kunnen nemen. Nu is het nog moeilijk, eerlijk gezegd moeilijker dan tijdens de intifada, maar het kan zo niet blijven. Of ze bang is dat Hamas een islamitische agenda door zal drukken? Weer haalt ze haar schouders op. Dat kunnen ze wel proberen, en ze proberen het nu al, maar ze weten heel goed dat een groot deel van hun stemmen niet afkomstig zijn van gelovige fundamentalisten. Er is een vriendelijk verzoek gekomen aan de vrouwen op de ministeries om een hoofddoek te dragen. Ze is niet van plan om er naar te luisteren. En hoe kunnen ze ook, het hoofd van het departement is een christelijke vrouw. Die zal zeker geen hoofddoek omdoen.
Ze praat met Khaled over de Amerikaanse school, waar haar drie kinderen ook op zitten. Morgen is het de geboortedag van Mohammed, dan heeft iedereen nog vrij, maar daarna gaat ook de Amerikaanse school weer open. Er zijn een paar leerkrachten die nog aarzelen of ze terug durven te komen na de kidnapping, maar de meeste komen gewoon weer. Goede mensen, die er voor hebben gekozen om hier in Palestina te leven om de kinderen onderwijs te geven. Het is het beste onderwijs hier, ook haar kinderen hebben een beurs gekregen, de klassen zijn klein, hoogstens dertig kinderen, terwijl de klassen in de UNWRA scholen minstens vijftig leerlingen groot zijn, en jongens en meisjes apart. Ook Khaled kiest bewust voor gemengd onderwijs voor zijn zoontjes, hij heeft het als student meegemaakt hoe jonge mannen die nog nooit gewoon met meisjes om waren gegaan zich geen raad wisten op de universiteit van Bir Zeit toen ze voor het eerst vrij tussen de jonge vrouwen zaten. Dat gaf een boel problemen met de jongens die zich niet konden gedragen, die waren of te verlegen of te brutaal. Dus als zijn zoontjes een feestje hebben vraagt hij ze altijd ook meisjes uit te nodigen, zodat ze leren dat die niet zo verschillend zijn en je er gewoon mee om kunt gaan.
Op de tv de beelden van een kapot gebombardeerde auto. Beit Lahya in het noorden. Een dode: een burger.
Ismail Haniya, de nieuwe president is op de tv. In de boekenkast van het NCCR staan een paar van mijn boeken, onder andere Het beroofde land. Niet dat iemand hier die lezen kan, maar ze laten het graag en trots zien aan bezoekers. Die heeft Anja over ons Palestijnen geschreven. Op pagina 40 vind ik het interview terug dat ik in 1999 maakte – met Ismail Haniya, toen sportcoordinator aan de Islamitische Universiteit. Ik had Khaled gevraagd om met een paar politici van de verschillende politieke partijen te mogen praten. Hamas was niet zo makkelijk, want ze hadden er na slechte ervaringen met de media geen zin meer in. Maar Haniya was een oude gevangenismaat van Khaled, en naar hij zei, niet zo’n fundamentalist en ook niet zo’n heethoofd. Een man die altijd werd gevraagd om te bemiddelen als er conflicten waren tussen Hamas en andere groepen. Een gematigd man die meer koos voor diplomatieke en politieke oplossingen dan voor de wapens en die ook nu nog steeds wordt gerespecteerd, ook door mensen die niets met Hamas hebben. Als ik de pagina’s lees herinner ik me het gesprek weer, eerst stroef, en daarna, toen het op voetbal kwam en de naam Ruud Gullit viel al een stuk vriendelijker. Wat hij toen zei: dat als hij echt zijn droom zou volgen hij voor een islamitische Palestijnse staat zou zijn in het hele land dat eens Palestina heette, met democratische verkiezingen, een staat waar ook joden zouden kunnen wonen. En waarom niet? Joden hebben vaker in islamitische staten geleefd, zoals destijds in Andalusie. In Duitsland hadden de joden het slecht, maar onder islamitisch recht niet, zei hij. De profeet Mohammed had nog gezegd dat een christen of een jood die onder de islam leeft behandeld moet worden alsof het de profeet zelf is. Maar hij geeft het toe, die droom kan nog wel vele generaties duren, en zolang dat niet kan is er ook samen te leven als Israel zich terugtrekt tot achter de grenzen van 1967. En omdat te bereiken is hij er voor dat Hamas samenwerkt met de Arafat en de PLO, ook al zijn er verschillen van mening. En over het afzien van gewapend verzet? Luister, zei hij, we zijn bezet, ons land is gestolen, onze mensen zijn gedeporteerd. Net als de Nederlanders tijdens de Duitse bezetting het recht hadden zich te verdedigen hebben wij dat ook. We hebben vier miljoen vluchtelingen, ook de mensen die hier leven hebben geen mensenrechten, elke dag worden er nederzettingen bijgebouwd, wordt er land geconfisqueerd. Hebben wij niet het recht om ons land te verdedigen, te vechten om het terug te krijgen? Maar als het met vrede kan, als we met vrede onze rechten terugkrijgen, dan met vrede.
Ik geloof dat Haniya nog niet erg veranderd is. Als ik thuis ben zal ik kijken of ik de foto die ik toen maakte nog kan vinden, toen nog niet wetende dat sprak met de toekomstige president van de Palestijnen. Toen hij wegging gaf hij me geen hand, maar zei: ik hoop dat we elkaar de volgende keer kunnen ontmoeten in Jeruzalem, de hoofdstad van de Palestijnse staat.
Alweer een zonsondergang in Gaza. Het geluid van Leonard Cohen die ik mee heb genomen op mijn i-Pod mengt zich met de oproep tot het gebed en het kaboem! dat nu vanuit de zee lijkt te komen. Ik schat dat ik hier nu vijftig keer ben geweest. Fatma komt met haar drie oudste dochters nog even langs, Fida en Nida die blij zijn met de kuub ogenschaduw in alle kleuren die ik voor hun moeder heb meegenomen willen me een cadeautje brengen, een geborduurd portemoneetje. Ze blijven maar een glaasje sinas lang, want thuis zitten de jongste drie te wachten, Ze wonen vlak bij een plaats die voortdurend gebombardeerd wordt en het is al donker. Vooral de jongste, Wassim, wordt bang als zijn moeder niet thuis is. Heb je niet gemerkt hoe rustig het buiten is, vraagt Fatma, iedereen is naar huis. De twee meiden die ik nog ken van toen ze nog geen borstjes hadden hebben zich fantastisch opgedirkt voor het verlovingsfeest van een schoolvriendin waar ze net vandaan komen. Gewillig laten ze zich fotograferen. Komt dat op het internet, vraagt Fida. Dat komt op het internet, zeg ik. Om de mensen te laten zien, kijk, dit is ook Palestina.