Ik hou van understatement, zei Oded Balilty. Ze heeft gelijk. De statistieken van doden, de slogans, vlaggen en toespraken maken maar zelden nog indruk. Maar zo’n bril in een vitrine, met het verhaal erbij van de cameraman die werd doodgeschoten, dat komt aan. Dat komt binnen. En aan de stilte te horen van de andere mensen die er waren, bij hen ook.
Ik was gisteren op de opening van een kleine expositie in Arti et Amecitiae, op het Rokin in Amsterdam. Objects in conflict. Israelische en Palestijnse verhalen. Kleine, haast schamele, voor de mensen zelf belangrijke voorwerpen, met een verhaal erbij. Ik ben niet zo dol op de vele goedbedoelde projecten die iets moois willen maken van ontmoetingen tussen Palestijnen en Israeli’s, alsof de menselijke ontmoeting kan verhullen dat het gaat om de verhouding tussen bezettend volk en bezet volk. Maar hier is met zorg over nagedacht. Aan de Israelische kant is ook ‘het andere Israel’ vertegenwoordigd. Het keppeltje van de rabbijn die demonstreerde tegen de hisvernietiging. Het identiteitsplaatje van een Israelische dienstweigeraar, naast de gympen van een Palestijnse jongen die werd doodgeschoten. Natuurlijk herkende ik veel. Ik heb de rabbijn wel eens ontmoet. Ik ken Allegra Pachecco, de joodse mensenrechtenadvocaat die trouwde met een Palestijn die toen in de gevangenis zat. Ik heb het verhaal op dit weblog wel eens verteld. Ze kregen een zoontje, dat ze Quds noemden, Jeruzalem. Abed, zijn vader, was er niet bij toen hij geboren werd, hij zat opnieuw in de gevangenis. Daar plakte hij geduldig kraaltjes op de doos waar chocola in had gezeten. Als verjaardagscadeautje voor zijn zoon die hij nog niet had gezien. Dat doosje staat nu in een van de vitrines.
Frans Potuyt, eens werkzaam in Ramallah, bij wat de Nederlandse Ambassade voor Palestina zou zijn geweest als Palestina een staat was, en nu de Vertegenwoordiging van Buitenlandse Zaken voor de Palestijnse Gebieden is, deed de openingsspeech. Een verhaal vol herkenbare anecdotes. Hoe hij zich de tijd nog herinnert dat de arbeiders uit Gaza met duizenden ’s ochtends in de rij stonden om in Israel te gaan werken. Hoe joodse Israeli’s gezellig boodschappen gingen doen in Kalkiliya, dat nu geheel omsingeld is door de Muur. In 2003 dacht hij dat het met de Road Map nog wel goed zou komen. (Ik niet, en ik heb helaas gelijk gekregen). Dan had hij eindelijk echt ambassadeur kunnen worden. Maar het ziet er helemaal niet goed uit, de gehele situatie is ernstig verslechterd. Al valt het hem, net als mij op, wat een overlevernaarskunstenaars de Palestijnen zijn. Hoe makkelijk het is om vrienden te maken, zelfs met Arafat die hij meermalen bezocht. Hoe de Palestijnen hardnekkig doorgaan met leven en daar nog vrolijk bij blijven ook.
Ik moest weg, maar kon nog het Nabil Sahhar begroeten die ook een lezing zou geven. Die liet me zien wat hij voor zou gaan lezen: een passage uit mijn boek, De Tweede Intifada. Dit is die passage:
In april (2001) kregen we na een laatste rondje ‘intifada-toerisme’ langs de kapotheschoten politiebureau’s in Beit Lahia en Beit Hanoun elk een bos anjers mee. De bloemen waar Gaza bekend om staat, maar die door het sluiten van de grenzen niet meer uitgevoerd kunnen worden. Daar zaten we dan, ieder met zo’n akelige bos, urenlang te hangen op vliegveld Ben Gurion, wantrouwig bekeken door de jongens van de veiligheidsdienst. Ik propte mijn bos anjers in mijn tas voor ik het vliegtuig inging. Thuisgekomen bleken ze nog steeds niet verwelkt, en hoewel ik het lelijke bloem vind kon ik ze niet weggooien en zette ze in een vaas. een week later stonden ze nog steeds rechtovereind. ‘Het zijn net Palestijnen’, zei een van mijn collega’s. ‘Hoe je ze ook mishandelt – niet kapot te krijgen!’
De expositie, waarvan door Nadette de Visser een mooi boek is gemaakt, met de verhalen in het Nederlands, Engels, Arabisch en Ivriet, met foto’s van Oded Balilty en Daya Cahen, loopt nog tot en met 4 juni. www.objectsinconflict. com
“Ik hou van understatement, zei Oded Balilty. Ze heeft gelijk.”
Oded Balilty is een MAN, een Israëlische fotojournalist.