Het Nederlands Sociaal Forum. Nijmegen. Mijn ochtend gewijd aan het Midden-Oosten. Opnieuw een inleiding van Robert Fisk – een heel bijzondere journalist met een lange staat van dienst en behalve ontelbare artikelen nu ook een dik, in het Nederlands vertaald boek: De grote beschavingsoorlog.
Zijn onderwerp: het Midden-Oosten en de media. ‘We, journalists have failed you’, begint hij zijn lezing. Hoewel het gaandeweg wel duidelijk wordt dat hij vooral de andere journalisten bedoelt. Fisk zelf is een uitzondering op vele regels.
(Robert Fisk)
Wat we nodig hebben zijn academici, zoals de inmiddels overleden Edward Said, een drammerige, vaak kwade, soms arrogante Palestijns Amerikaanse hoogleraar, die absoluut onafhankelijk was, zegt Fisk. Niet alleen het Amerika waar hij woonde kreeg er van langs, hij vond ook Arafat incompetent. Zijn boeken zijn dan ook in de Palestijnse gebieden niet te vinden.
Feitelijk was veel van wat we nu moeten herontdekken al bekend nog voor de staat Israël was gevestigd, zegt Fisk. In 1937 schreef Churchill al over de toekimstige joodse staat die gevestigd zou gaan worden in het mandaatsgebied Palestina (vrij vertaald) : ‘Om zichzelf te kunnen handhaven zal het tot de tanden bewapend moeten zijn. Alle gezonde volwassen mannen zullen het leger inmoeten. En voor hoe lang?
Als het gaat slagen, wie garandeert dat ze niet meer en meer zullen nemen?’ Profetische woorden.
In de Britse pers van die tijd zijn vele artikelen te vinden die zonder terughoudendheid beschreven wat er na de stichting van de staat Israel gebeurde. Wat begon als een simpele overlevingsoorlog van de joden werd een veroveringsoorlog. Het doel werd zoveel mogelijk land te bezetten en te zuiveren van de er wonende Arabieren, stond er gewoon in de kranten te lezen. Ook toen al werd het Palestijnse verzet beschreven als heethoofdige Arabieren die het er niet bij zouden laten zitten. Over de vele duizenden vluchtelingen werd gewoon geschreven, het ‘vluchtelingenprobleem’ is niet pas uitgevonden met de latere studies van Benny Morris. Ook de wijze waarop het Israelische leger huishield, inclusief het plunderen en roven van Palestijns bezit, het stond allemaal gewoon in de krant.
Nu niet meer. Israël heeft succesvol campagne gevoerd om de wereld te laten geloven dat hun leger zich alleen verdedigt, en dat netjes. De mythe van de ‘purity of arms’ was geboren. Wie nu schrijft over het geweld van Israël tegen Palestijnse burgers heet meteen een antisemiet of een vriend van het terrorisme. Het verzet van de Palestijnen wordt omschreven als voortkomend uit jodenhaat. De bezetting, de oorzaak van het verzet, wordt ontkend. Vaak moet Fisk uitleggen dat er wel degelijk sprake is van militaire bezetting,”Hoezo, waren die soldaten die me bij het checkpoint tegenhielden dan Zwitsers?” In de westerse ‘newspeak’ werden nederzettingen buitenwijken. De muur werd een hek. Zo leek de strijd rondom de muur meer op burenruzie over een schutting, die makkelijk op te lossen zou zijn als die buren eens bij elkaar een kopje thee zouden gaan drinken.
Wanneer de bezetting zo wordt beschreven, of liever gezegd, ontkend, is er ook geen verklaring meer voor het verzet van de Palestijnen. Die kunnen dan makkelijk afgeserveerd worden als een agressief, onredelijk en gewelddadig volk. ‘Journalisten maken deel uit van de oorlog’, zegt Fisk. ‘Hun daden, wat ze schrijven, is niet minder dodelijk dan wat een leger doet’.
Zo beschreven is elk verzet ’terrorisme’. Ons eigen geweld, het westerse geweld, is natuurlijk heel wat anders. ‘Wij willen dat zij democratisch worden, zolang ze maar de mensen kiezen die wij willen zien’. Wat we niet onder ogen willen zien is dat ook zij democratie en vrijheid willen, en voornamelijk willen ze vrij zijn van ons.
Fisk heeft de woordkeuze van Bush en Blair onderzocht. Een heel enkele keer valt het woord ‘rechtvaardigheid’. Maar in hun speeches regent het terrorisme, terrorisme, terrorisme. Bsuh heeft ons al aangekondigd dat de ‘oorlog tegen het terrorisme’ voor eeuwig door zal gaan. Een bemoedigend vooruitzicht.
Wij krijgen nooit de echte beelden van de oorlogen te zien, zegt Fisk. De smerigheid ervan. De media zeggen dat we daar ’too sensitive’ voor zijn. Als we ooit een dode zien op CNN is het er een die netjes is omgevallen en er nog schoon uitziet. De lijken mogen niet getoond worden ‘uit respect voor de doden’. Met andere woorden: we hebben geen respect voor ze wanneer we ze doden, maar wel als ze eenmaal dood zijn. ‘Wie de werkelijkheid gezien heeft zou nooit meer een oorlog ondersteunen’.
Willen we echt dat er democratieen komen in het Midden-Oosten als dat betekent dat de moslimlanden echt hun eigen leiders kiezen? Willen we weten hoeveel moslims er zijn omgekomen? ‘We don’t care. We don’t care about the muslims in general, we don’t care how many die’.
Nu wordt de nieuwe Palestijnse regering onder druk gezet om aan de eisen te voldoen. Maar diezelfde eisen worden nooit voorgelegd aan Israël. Geen enkele van de verdragen is door Israël nagekomen. Israël heeft zich niet teruggetrokken uit de Westoever, zoals was afgesproken. Ze hebben de kolonisten uit Hebron, de ergste fanatici, niet teruggetrokken. Op geen moment heeft Israël aan de afspraken voldaan. Netanyahu niet, Barak niet, Sharon niet.
Neem Pakistan, zegt Fisk. Die heeft een bom. Maar die zijn bondgenoot in onze eeuwige oorlog tegen het terrorisme. Dus dan hindert het niet. Iran heeft er nog niet eens een. Toch wordt nu al overwogen om daar oorlog tegen te gaan voeren.
Journalisten gaan er prat op dat ze objectief zijn, zegt Fisk. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze er zorgvuldig voor zorgen dat beide partijen evenveel tijd krijgen in de uitzendingen. Waarom? Waarom staan we niet gewoon aan de kant die het slachtoffer is? Zouden we het tijdens de Tweede Wereldoorlog juist hebben gevonden dat de SS ‘equal time’ kreeg als de overlevende joden? Moet ik, als ik een aanslag versla op joodse burgers ‘equal time’ geven aan de daders? Als er ergens een aanval is geweest, geef ik dan ‘equal time’ aan de terroristen?
Onze taak, de taak van journalisten, is simpel, zegt Fisk. Maar weinig journalisten houden zich eraan. Wat wij horen te doen, is de feiten te laten zien. Tell it like it is. En ten tweede moeten we de vraag stellen: why? Waarom?
Een tweede sessie, met de indrukwekkende documentaire The Iron Curtain. Dit is de journalistiek die Fisk bedoelt. Feiten laten zien. De bouw van de muur. De achtergrond ervan. Is deze muur bedoeld als bescherming voor de Israëlische bevolking? Waarom loopt die dan dwars door Palestijns gebied en is hij tussen twee en drie keer zo lang als de grens tussen Israëlisch en Palestijns gebied? Een interview met een vrouw die een huis gekocht heeft in een nederzetting, een ‘buitenwijk’ van Jeruzalem. Waarom? Omdat ze voor hetzelfde geld alleen een piepklein flatje in Tel Aviv had kunnen krijgen, en hier heeft ze een ruim huis, met twee balkons, een tuin, schone lucht en een prachtig uitzicht. Israël betaalt veel om burgers naar de nederzettingen te lokken.
Mohammed Alatar, de maker van de film, zegt dat ze ervoor gekozen hebben om het zwaarste materiaal eruit te laten, omdat het mensen te veel zou worden. Het is zo al erg genoeg. Beelden van een oude man, een Palestijn, die het niet meer heeft en tegen de soldaten die hem tegenhouden schreeuwt: ‘Ik wil naar huis. Ik wil naar huis!’ Het gaat door merg en been. Net als de man die zich vertwijfeld vastklampt aan de olijfbomen die door het leger worden afgezaagd: Moeder, onze olijven, vader, onze olijven! De beelden van schietende en stenen gooiende kolonisten. Zien we die ooit, hier op de tv? Het is een gruwelijk goede documentaire, die iedereen zou moeten zien die denkt over de situatie te kunnen oordelen.
(Akiva Eldar)
(Mohammed Alatar)
Gesprek erna met Mohammed Alatar, en de Israelische journalist Akiva Eldar, die net een boek heeft geschreven over de nederzettingen, dat hopelijk spoedig in het Engels vertaald zal worden. Vraag aan Elatar uit het publiek, wat moeten we doen. Laat ons Palestijnen niet alleen! zegt hij. En Eldar valt hem bij: dat geldt ook voor Israel: laat ons niet alleen!
Eldar: ik ben een zionist. Ik geloof in twee staten. Ik geloof in een democratische joodse staat, ik weet dat dat tegenstrijdig klinkt. Als wij winnen, als Israel wint, en de Palestijnen verliezen, dan verliezen wij uiteindelijk ook. Dit kan alleen een win-win situatie worden. En het grootste gevaar zijn de nederzettingen en de kolonistenbeweging.
Onze hoop is op Europa gevestigd, want Amerika – laten we zeggen dat die op het moment wat anders te doen hebben. We kunnen nog terug naar de groene lijn, zegt Eldar, we kunnen de nederzettingen nog ontmantelen, zoals we dat in Gaza hebben gedaan. Het is nog niet te laat.
(Mustafa Barghouti)
Dat is niet wat Mustafa Barghouti, bij de verkiezingen ook presidentskandidaat, ons vertelt. Met de kaarten erbij laat hij zien dat het ’terugtrekkingsplan’ van Olmert niets anders is dan het voortzetten van de bezettingspolitiek van Sharon. Wanneer Israël in de nabije toekomst eenzijdig de grenzen van Israël vast gaat stellen, is 46 procent van de Westoever geannexeerd of onbewoonbaar voor de Palestijnen. De muur isoleert de Palestijnse gemeenschappen van elkaar. Drie kwart van het water van de Westoever gaat naar Israël. Er is geen sprake van dat er met het plan van Olmert een levensvatbare Palestijnse staat zal ontstaan. ‘Dit is de gevaarlijkste periode die we in onze geschiedenis meemaken’, zegt Barghouti.
Vragen uit de zaal, over Hamas. Dit is de enige positieve ontwikkeling die we kunnen melden, zegt Barghouti. We hebben de basis gelegd voor een werkelijke democratie. Israël, die zich altijd op de borst heeft geklopt dat ze de enige werkelijke democratie in het Midden-Oosten waren zou dus blij moeten zijn dat ook de Palestijnen kiezen door democratie. Maar het bevalt ze niet. Want eigenlijk zouden ze nu met ons moeten onderhandelen, en dat willen ze niet. Ze willen eenzijdig hun eigen beslissingen nemen, en zo min mogelijk land teruggeven. Dus houden ze vol dat er aan de andere kant niemand is om mee te praten, zoals ze dat ook met de vorige Palestijnse leiders hebben gedaan. Luister, al zouden we Moeder Theresa uit het graf kunnen halen en haar aanstellen als Palestijnse leider, dan nog wil Israël niet met ons praten.
Hamas is gekozen omdat het vredesproces van Oslo heeft gefaald, en ook om de corruptie van de vorige regering. De Palestijnen hebben Hamas gekozen uit protest. Ik hou niet van ze, maar ik zal ze alleen op een democratische wijze bestrijden. Maar wat er echt mist, is internationale druk op Israël om zich aan de verdragen te houden.
Vraag uit de zaal aan Eldar: of het werkelijk het doel is van Israël om ook de sociale structuur van Palestina te vernietigen. ‘Wat een compliment’, zegt Eldar. ‘Denk je echt dat wij een doel hebben? Luister, ik ben een zionist en een peacenic. Ik ben een Palestijnse jood, ik ben voor 1948 geboren in Haifa. Maar ik zie heel goed dat wij de zoveelste staat van Amerika zijn. We zijn niet onafhankelijk. De VS maken de dienst uit. En zij hebben niets van Irak geleerd. Zij denken nog steeds dat wat er mis ging in Irak wel goed kan gaan in Israël. Het enige wat Sharon goed heeft gedaan is de kolonistenbeweging af te straffen. Voor het eerst wordt duidelijk dat zij niet de good guys zijn maar de bad guys. We moeten Israël overtuigen dat de Palestijnen wel degelijk onze partner zijn. Iemand moet ons toch eens met de koppen tegen elkaar aan slaan en zeggen: en nu gaan jullie aan tafel zitten en jullie blijven zitten tot jullie het eens zijn. Israël zal dat niet op eigen kracht doen. Dus nog eens: laat ons niet in de steek.
(Een recent artikel van Avika Eldar is hieronder te vinden)
(Meer over Fisk op de website van Stan van Houcke, ook aanwezig)
Morgen het laatste deel over het NSF
Hallo Anja,
Ik moet even kwijt dat je een geweldige weblog hebt. Sinds ik een half jaar geleden terug kwam van “Israel”, (even kort: ik heb daar als stagair gewerkt in een NGO in Nazareth die zich inzet voor de Palestijnen van ´48, als onderdeel van mijn studie Orientaalse Talen en Communicatie (Arabisch)), ben ik nog steeds erg betrokken bij de mensen daar. Trees van Al Zahra heeft me toendertijd op je weblog gewezen, en sinds ik terug ben ben ik een trouwe lezer, herken veel dingen in je artikelen, en voel ik nog vaak een steek van heimwee. Op het ogenblik heb ik niet de mogelijkheid om terug te gaan, maar wie weet, inshallah, over een tijdje. Hoe dan ook, ik wens je alle voorspoed, succes en geluk met wat je doet, mensen zoals jij zijn hard nodig!
Groet,
Viviane
Dank je Viviane. Als jij nog eens iets wilt schrijven over de Palestijnen in Israel, hou ik me aanbevolen. Ik vind het een erg belangrijk onderwerp, waar Nederlanders nog minder van afweten dan over de Palestijnen in Gaza en de Westoever. En het is al weer een tijdje geleden dat ik Trees en Ali bezocht in Sakhnin. Misschien kun jij met jouw kennis en ervaring iets schrijven over de situatie nu.
Met vriendelijks
Hoi Viviane, leuk om je hier terug te zien, hoop dat alles goed is met je. Heel veel hartelijke groeten, Trees
(ff je weblog gbruikt voor een persoonlijke groet)
En ik heb het boek van Robert Fisk gelezen, je wordt er niet erg gelukkig van, voelde me constant bozer worden tijdens het lezen, maar het maakt begrijpelijk waarom de Arabische wereld (niet de leiders, want dat zijn allemaal hypocrieten) zo boos zijn op het westen.
Fisk is een geweldig schrijver. Naast Fisk raad ik ook John Pilger aan http://www.johnpilger.com. Een van de beste schrijvers, filmmakers van deze tijd, en niet alleen over palestina , maar over veel andere delen van de wereld. groeten
Ha die Trees. We gaan geen chatbox maken van dit weblog, maar een klein groetje mag er wel even tussendoor. Vooral voor wie zo ver woont! Veel goeds voor jou en Ali en de meiden.
Geldt voor jou ook, hoor, wat ik tegen Viviane zei. Je bent als ‘gastschrijfster’ van harte welkom.
Hoi Anja – Je opmerking dat je wist wie je wist op je weblog is natuurlijk volkomen terecht.Dus als je mij wist , vind ik het ook goed , heb jij het in ieder geval gelezen -))
Wat betreft de Palestijnse noodtoestand ben ik het helemaal met je eens.
Hoogstens ben ik wat meer ‘in verwarring’.
Jij bent daar geweest en dat is vaak een heel belangrijke ervaring.
Natuurlijk doet elk verhaal daarover een beroep op het voorstellingsvermogen van degene die er niet geweest is , maar er geweest zijn is een stuk beter.
Als ik Palestijn was , zou ik pro-palestijns zijn , als ik Israelier was zou ik pro-israelisch zijn . In beide gevallen zou ik geen orthodoxe opvattingen hebben , hoogstens wel op sleeptouw worden genomen door ‘de gevaren’, echt of denkbeeldig.Dus ook moeite hebben om de ‘mogelijkheden ’te zien waarschijnlijk.
Ik heb veel gelezen van Edward Said. Hij heeft heel kritische dingen geschreven over ‘Israel’maar ook over ‘de Palestijnen’ –
Als ik die kritiek, zonder zijn grote naam ,hier op je weblog zou zetten zou jij het waarschijnlijk wissen -))
Dat laatste is een overdreven opmerking ,overigens.
Dat is zeker een overdreven opmerking, Cees, want of kritiek wel of niet geplaatst wordt hangt er van af, draagt het bij aan een discussie, is het onderbouwd. Er wordt onder de noemer ‘kritiek’ veel te vaak maar wat beweerd en ‘kritisch’ valt niet automatisch samen met ‘negatief’.
Er zijn trouwens ook Israeli’s die buitengewoon kritisch staan ten op zichte van hun eigen land, en die wel degelijk zien dat hun regering het fout doet, zoals Eldar. Dus voor jou mag ik hopen dat je niet automatisch de kleur aanneemt van je omgeving.
Ik denk dat er veel Palestijnen kritiek hadden op hun leiders, eerst van Arafat en daarna van Abbas. Waarom zouden ze anders zo massaal op Hamas gestemd hebben? Ik heb net weer eens “Drinken uit de zee van Gaza” van Amira Hass gelezen. Daarin beschrijft zij o.a de corruptie van deze leiders en c.s. en hoe het volk daarover mort.
Ook wil ik hierbij nog eens verwijzen naar het boek “De andere kant van Israel” van Susan Nathan.
Dit zegt Fisk:
“Journalisten gaan er prat op dat ze objectief zijn, zegt Fisk. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze er zorgvuldig voor zorgen dat beide partijen evenveel tijd krijgen in de uitzendingen. Waarom? Waarom staan we niet gewoon aan de kant die het slachtoffer is? Zouden we het tijdens de Tweede Wereldoorlog juist hebben gevonden dat de SS ‘equal time’ kreeg als de overlevende joden? Moet ik, als ik een aanslag versla op joodse burgers ‘equal time’ geven aan de daders? Als er ergens een aanval is geweest, geef ik dan ‘equal time’ aan de terroristen?”
Dat is natuurlijk appels met peren vergelijken. Equal time geef je aan discussievoerders, niet aan geweldplegers. Dus op het moment dat er gesproken wordt en niet als er een lijk op de grond ligt. Trouwens goed nieuws is geen nieuws.
Pingback: MSV-Blog