Jamal Hamad komt me op kantoor halen voor een rondje UNRWA.
UNRWA, voluit de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East, is de organisatie van de VN die al sinds jaar en dag humanitaire hulp verleent aan de Palestijnse vluchtelingen. In Gaza is er bijna enkele miljoen mensen met vluchtelingenstatus, tweederde van de bevolking van de Strook. Het merendeel van hen zijn niet meer de originele vluchtelingen van 1948, maar kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen. En dat ze nog steeds hulp nodig hebben heeft meer met de bezetting te maken dat met het feit dat ze meer dan een halve eeuw geleden moesten vluchten.
Volgens de Conventies van Geneve valt de basale verantwoordelijkheid voor een bevolking onder bezetting toe aan de bezettende mogendheid. Dat gebeurt niet, Israel heeft nooit ook maar een shekel bijgedragen aan het onderhoud van Gaza. Dus knapt de UNRWA, de internationale gemeenschap met andere woorden, op wat Israël nalaat: basisonderwijs voor de vluchtelingenkinderen, medische zorg, onderdak, en vooral voedselhulp. De laatste jaren is het werk van de UNRWA noodgedwongen enorm uitgebreid: de economische situatie van de Gazanen wordt nog steeds slechter en heeft nu een nieuw dieptepunt bereikt. Ik wil graag zelf zien en horen wat dat betekent, voor de mensen van de UNRWA, voor de Gazanen, en ga met Jamal Hamad mee kijken,
(Jamal Hamad)
We gaan naar Jabalya, een van de vluchtelingenkampen, dat tegen Gazastad aangegroeid is. Dat het een kamp is zie je aan de smalle steegjes tussen de betonblokken in, en aan het feit dat er nog meer mensen in een paar kamertjes wonen, vergeleken bij de gewone huizen. Vele jaren geleden heeft Sharon een paar brede straten door de kampen heen laten breken, voor de ‘veiligheid’. Daarvoor konden er geen tanks en pantservoertuigen de kampen in, en toen de Israëlische soldaten nog te voet Gaza ingingen, in plaats van het alleen vanuit de lucht of de zee te beschieten, was Jabalya berucht om het verzet van mensen die stenen gooiden vanaf de daken, of de soldaten in een hinderlaag lokten in de stegen. In Jabalya begon de eerste Intifada.
Het gezondheidscentrum. Schone, lage, simpele betonnen gebouwen. Zuigelingenzorg. Moeders met babi’s en kleine kinderen zitten op banken te wachten op hun beurt. UNRWA zorgt voor zwangere vrouwen, voor de vaccinaties van de kinderen. Ik praat met een arts. Ja, het werk is zwaarder geworden, ze hebben nu anderhalf duizend patiënten per dag, op tien artsen. Iedereen die geregistreerd staat als vluchteling komt nu naar de UNRWA, want de gewone artsen hebben geen medicijnen meer, en niemand kan nog een arts betalen. De problemen zijn ook gegroeid. Een vrouw die zwangere moeders onderzoekt vertelt dat ze meer vrouwen moet doorsturen naar het ziekenhuis, voor een gecompliceerde bevalling. Deels door de bloedarmoede, die een gevolg is van het voedseltekort, deels zijn het de reacties op de dagelijkse stress die is toegenomen. Mensen zijn bang, ze slapen slecht, de verhoudingen thuis lijden onder de toegenomen spanningen. Bij de zuigelingenzorg gaan de kinderen op een weegschaal. Veel ondergewicht. Het is sluipende ondervoeding, vitaminegebrek, te weinig proteïne. Melk en eieren zijn een onbetaalbare luxe, om over vlees of vis maar te zwijgen. Ondervoede kinderen doen het slechter op school, ze worden ook makkelijker ziek.
Bij de afdeling geboorteplanning is het ook drukker dan vroeger. Ondanks het feit dat een bevolking in tijden van armoede en oorlog juist meer kinderen krijgen, iedereen beseft dat niet alle kinderen zullen overleven en kinderen zijn ook de oudedagsvoorziening, komen nu juist meer vrouwen om zich een spiraaltje aan te laten meten, of de pil voor te laten schrijven, of condooms mee naar huis te nemen. Een spiraaltje kost dertig dollar, dat kunnen mensen die minder dan een dollar per dag uit te geven hebben niet betalen. Dus komen ze naar de UNRWA.
Bij de kinderarts ligt net een klein meisje van een paar maanden op de behandeltafel. Er is iets met haar heupjes, dat zou makkelijk te verhelpen zijn met een soort spalk, maar ook de eenvoudige hulpmiddelen zijn op. Kijk, zegt de arts. Nu is ze nog te helpen. Maar als dat nu niet gebeurt zal ze later nooit normaal kunnen lopen.
De afdeling fysiotherapie. Een meisje met een verlamd armpje door een moeilijke bevalling. Een man met een schotwond in zijn been. Ze zitten onder rode lampen, doen oefeningen. Ook de fysiotherapeuten doen overuren. Ook dat kan niemand meer betalen.
Bij een ander gebouwtje staan mensen in de rij voor medicijnen. De basale medicijnen zijn er nog wel, hoewel sommige van de planken al aardig leeg beginnen te raken.
Ik mis het laatste nieuws over de toedracht op Gaza-strand, Anja.
Ik weet niet wat je bedoelt, Jorinde. Het laatste nieuws is dat Olmert toe heeft gegeven dat het waarschijnlijk een Israelisch projectiel was, dat stond ook al in sommige Nederlandse kranten en dat de Israelische artsen die de slachtoffers hebben geopereerd een advertentie in de krant hebben gezet dat het zeker een Israelisch projectiel was, gezien de granaatscherven die ze in de lichamen hebben aangetroffen. Van meer nieuws weet ik niet.
Je zou die “internationale gemeenschap” toch een flink pak slaag willen geven. Eerst toestaan dat een enorme armoede wordt gecreëerd en vervolgens via de achterdeur met aalmoezen zorgen dat ze net niet doodgaan.
Je wordt toch woedend op de Nederlandse regering en de EU als je dit leest. Ze kunnen mij niet wijsmaken dat ze (Bot en de Europarlementariers) dat niet weten. Ik heb me voorgenomen om alleen maar meer geld te geven aan Kifaia. Al die andere goede doelen gaan toch wel door.
Anja, dank voor je verslagen. Ik ervaar ze altijd als belangrijk. Je vertelt ons over de mensen daar, ze krijgen namen en gezichten, ik vraag me al lezend af hoe het is onder die mensonterende omstandigheden te moeten leven.
Ik word er net als Corry en waarschijnlijk heel veel andere lezers heel erg boos van, maar het is ook machteloze boosheid.
Toch weer het Europees Parlement geschreven.
Hier de adressen:
http://www.europeesparlement.nl/index.jsp