Gaza, 23 juni, deel 2

060622Gaza 093.jpg

060622Gaza 118.jpg

060622Gaza 129.jpg

We lopen door, naar de voedselverstrekking. Daar is het druk. Rijen dik staan mensen bij het loket te dringen om een basispakket in ontvangst te nemen: een zak meel, rijst, linzen, suiker en een fles olie. Er wordt gesjouwd met zakken, een opzichter staat de lijst met namen af te vinken. Voedselhulp wordt niet aan alle vluchtelingen gegeven, alleen aan de mensen zonder eigen inkomen. Dat zijn er ondertussen heel veel. En er zijn er nu in de laatste maanden vele duizenden bijgekomen. Ze staan bij een ander loket: de mensen met een baan bij de PA, de Palestijnse overheid die door de financiële boycot al maanden geen salaris meer hebben gekregen. De ambtenaren met vluchtelingenstatus en geen andere inkomsten hebben nu voedselbonnen gekregen, een of twee keer, en komen die nu inruilen voor meel en rijst. Of er daarna nog geld is voor nieuwe bonnen als de boycot voorduurt is de vraag. Jamal vertelt me dat UNRWA bij de Europese regeringen een paar weken geleden gevraagd heeft om extra noodhulp. Er is nog geen antwoord ontvangen.

060622Gaza 113.jpg

060622Gaza 124.jpg

060622Gaza 099.jpg

Ik drink koffie op het kantoortje van de Sociale Dienst, het Relief and Social Services. Sommige families hebben meer hulp nodig dan alleen voedsel. Ze leven in een krot dat gevaarlijk of ongezond is. Ze hebben bejaarden in huis die extra hulp nodig hebben, of een gehandicapt kind. Of zieken. We geven alleen hulp aan de mensen die helemaal niets meer hebben, zegt de man die half verscholen zit achter stapels dossiers. En dat mogen we alleen als ze vluchtelingenstatus hebben, of met een vluchteling zijn getrouwd. Als ze geen vluchtelingenstatus hebben moeten ze voedsel gaan halen bij het World Food Program, dan mogen wij ze niet helpen al zijn ze even arm. Als ze nog grote kinderen hebben die kunnen werken dan krijgen ze niets. We helpen alleen de allerergste noodgevallen, en dat ook nog maar een of twee keer per jaar. Tweehonderd dollar per jaar voor een gezin met zes kinderen, dat is het maximum wat we ze kunnen geven. Om het echt te redden zouden we ze per kwartaal moeten helpen, maar daar hebben we geen geld voor. Wat je ziet is dat ouders nu hun kinderen weer van de universiteit afhalen, omdat ze dat niet meer kunnen betalen. Terwijl hun opleiding hun toekomst is.

Er komen een paar van de mannen binnen, de maatschappelijk werkers die de families langs gaan om te kijken hoe groot de nood is. Een grapje. Als er een jonge man binnen komt met een baard, de andere mannen hebben snorren of zijn gladgeschoren zegt de man achter het bureau: als CNN komt moeten ze hem altijd hebben. Hij ziet er uit zoals Amerikanen denken dat Palestijnen er uit zien. Allemaal van Hamas, allemaal met baarden. De man met de baard lacht goedmoedig mee.

060622Gaza 177.jpg

060622Gaza 162.jpg

Ik ga met Jamal mee naar een van die families. Vader, moeder, oma, zes kinderen, twee kleine kamertjes, een soort keuken in de gang. Een absoluut krot. Niet meer schoon te krijgen. Bijna alles wat van hout was is al opgestookt om te kunnen koken. De vodden waar ze ’s nachts op slapen zijn in een hoek opgestapeld. Niet goed, zegt de maatschappelijk werker: de tienerdochter slaapt met de zoons op een kamer. Dat geeft problemen. De magere vader, werkloos, staat er wat hulpeloos bij, en troost zijn jongste dochtertje dat van de schrik is gaan huilen.

060622Gaza 170.jpg

Het is er bloedheet, ventilatie is er uiteraard ook niet, en het ruikt er niet bepaald lekker. Geen van de kinderen heeft schoenen aan. Speelgoed is er niet. Speelplaatsen zijn er niet. Het is zomervakantie en de kinderen gaan niet naar school. Ze hangen rond. Normaal zijn er in de zomer zomerkampen, in de lege scholen, of op het strand. Dit jaar zullen de meeste kinderen het zonder zomerkampen moeten doen. De vader geeft me vriendelijk een hand als we weggaan. In het begin voelde ik me erg bezwaard bij zulke bezoekjes in vluchtelingenkampen, daar komt zo’n buitenlander met een camera die even komt kijken, foto’s maakt en dan weer verdwijnt. Maar ik heb inmiddels begrepen dat de meeste mensen graag bezoek krijgen. Dat er even wordt gezien hoe ze leven. Dat ze bestaan. En deze familie krijgt hulp. Dat krot gaat opgeknapt worden door de UNRWA. We gaan even kijken naar een familie ernaast, die dankbaar is omdat hun huisje al is gerenoveerd. Jamal legt het uit: kijk, we kunnen er voor zorgen dat ze hun huis schoon kunnen houden en dat er simpel sanitair aanwezig is. Maar er is geen centimeter meer ruimte, gezinnen wonen nog steeds met al hun kinderen en inwonende familie in twee kamertjes. Zie je hoe ze improviseren? Elk beetje ruimte, van de stegen, van de gangen, is overdekt, keukentjes zijn vaak in een hoek in de gang, wc’s worden gedeeld. Daar: asbest als dak. Dat is verboden, maar er is nog geen geld om dat allemaal te vervangen.

060622Gaza 156.jpg

060622Gaza 168.jpg

In de stegen wijst hij: kijk, hier hebben we riolering aangelegd, en de stegen zijn bestraat. Ik weet het, toen ik hier vele jaren geleden kwam was het nog allemaal vuil zand, en moest je over de open riolering heen springen. Daar speelden dan de kinderen. Het is nog een godswonder dat er geen grote cholera epidemie is uitgebroken.

De familie in het gerenoveerde huisje ontvangt ons ook graag. Vroeger werd er op zulke bezoekjes ondanks ons protest nog snel een kind met een muntje naar de winkel gestuurd om een fles cola voor de gasten te halen. Dat is er nu echt niet meer bij. Zelfs geen koffie of thee, geen glaasje water. De vader van het gezin praat indringend in op Jamal. Ik weet het, zegt die. Geen werk, geen inkomen. Alleen voedselhulp en dat is te weinig. We kunnen niet meer doen.

060622Gaza 189.jpg

060622Gaza 186.jpg

060622Gaza 184.jpg

Je moet er wel goed tegen kunnen om dit werk te doen. Jamal knikt. Het is goed werk wat we doen. Maar we moeten hele strenge normen hanteren en altijd uitleggen dat er niet meer is. Maar het is niet alleen de hulp die ze geven. Na de PA, het Palestijnse gezag met een uitgebreid personeel op de ministeries, het openbaar onderwijs voor de kinderen die geen vluchtelingen zijn, de staatsziekenhuizen, de ministeries, de politie, is de UNRWA de grootste werkgever in Gaza. Duizenden mensen, de gelukkige, hebben hun baan bij de UNRWA, en die kan tenminste de bescheiden salarissen nog betalen. Niet alleen mijn gezin leeft van mijn salaris. Als ik mijn geld krijg gaat er honderd dollar naar mijn ene broer die geen werk heeft, tweehonderd naar een andere broer. Zo gaat dat hier meestal. Van elk salaris moeten minstens tien mensen leven.

Natuurlijk streven we er vooral naar om mensen banen te geven, zegt Jamal. Kleine baantjes, soms. Straten vegen, riolering aanleggen, timmeren bij de simpele renovaties. Veel van de Palestijnen zijn werkloze bouwvakkers die voorheen in Israël werkten. We geven ze veel liever een baan dan voedselhulp. Veel van de problemen in gezinnen komen ook voort uit langdurige werkloosheid. De vaders die zich schamen dat ze de kleren voor de kinderen niet kunnen betalen worden vaak agressief, slaan hun kinderen, slaan hun vrouw. De vrouwen zijn ontevreden omdat ze een man thuis hebben zitten die niks doet. De zoons hebben geen respect meer voor hun vaders. De spanningen kunnen ontzettend oplopen.

De man van de Sociale Dienst zet het nog eens voor me op een rijtje. Eerst werden de duizenden arbeiders die werk hadden in Israël uitgesloten. Alle export werd stop gezet. De boeren konden hun producten niet meer kwijt. De visserij is heel beperkt, want de vissers mogen nog maar op een smalle strook van de zee vissen. Wie daarbuiten komt wordt doodgeschoten. Vis is niet meer te betalen. Toen kregen we ook nog die vogelziekte. Alle kippenboeren failliet. Er is geen geld meer voor benzine. Zelfs mensen met werk kunnen dat niet meer betalen. Taxichauffeurs gaan failliet. Toen kregen ook de employees van de overheid, 160.000 mensen geen salaris meer. Weet je wat de grootste schande is? Toen de nederzettingen werden ontruimd hebben de Amerikanen de kassen voor ons opgeknapt. Condoleezza Rice had bedongen dat de Karni Crossing, de enige uitgang van Gaza voor goederen open zou blijven. Toen de oogst rijp was, de tomaten en paprika’s, deed Israël de Karni Crossing weer dicht. En in het contract stond dat de tomaten alleen maar voor de export waren, en niet aan de bevolking verkocht mochten worden. De oogst werd vernietigd. Kun je het je voorstellen? Terwijl de mensen honger hebben en vitaminegebrek, werden de tomaten kapot gestampt. Omdat dat in het contract met de Amerikanen stond. In de afgelopen maanden is de Karni Crossing tachtig dagen gesloten geweest. En alleen open om Israëlische goederen te importeren. Israël verdient nog aan ons. Er is geen rechtvaardigheid voor ons. Onze nieuwe democratie wordt nu al begraven. Geef ons hoop, dat we ook zonder geweld in leven kunnen blijven!

060622Gaza 238.jpg

060622Gaza 228.jpg

060622Gaza 233.jpg

Het vrouwencentrum. Daar is een crèche voor de kinderen van het onderwijzende personeel van de UNRWA. Er zitten vrouwen te borduren. Ze kunnen cursussen volgen, computers, naaien, ik kom in een ruimte terecht waar vrouwen leren kappen. Nee liever geen foto’s, want de vrouwen zitten hier met onbedekt haar, en ook Jamal mocht niet mee naar binnen. Ook niet bij de fitness club, waar vrouwen met blote armen en benen aan de machines staan. Buiten zijn kinderen bezig vliegers te maken voor de grote jaarlijkse vliegerwedstrijd. Een bibliotheekje waar kinderen zitten te lezen. Ik ga mee naar boven waar een grote zaal vrouwen een cursus krijgen. De leidster, een vrouw zonder hoofddoek, christelijk, stelt me voor. Een van de vrouwen staat op, een forse, stevige vrouw met een flinke stem, en wil het woord. Waarom geeft Europa ons geen geld meer? Wat hebben wij gedaan om zo bestraft te worden? We hebben verkiezingen gehouden, zoals jullie wilden. Wat hebben wij verkeerd gedaan?

Ik hoor het verhaal dagelijks. Waarom doet Europa ons dit aan? Ze zijn er trots op het eerste Arabische land te zijn dat vrije verkiezingen heeft gehouden, en ze hebben gekozen wie ze als leiders willen hebben, zoals dat hoort in een democratie. En nu komen de Europeanen dat weer kapot maken? Wat is jullie democratie dan waard? Ik kan ze alleen maar gelijk geven.

060622Gaza 244.jpg

Ik word meegenomen naar een kamer waar kinderen, grote en kleine, zitten te spelen, onder leiding van een psychologe. Zwaar getraumatiseerde kinderen. Of ik kennis wil maken met Huda Ghalia, het meisje van het strand, dat schreeuwend naast haar dode vader zat, naast haar broertje van wie de hersens op het stervende zusje naast hem terecht waren gekomen. Ze heeft een strak smoeltje onder haar mooie nieuwe blauwe hoofddoek, en verlegen geeft ze me een hand. Ik zoek naar woorden. Wat kun je zeggen tegen een meisje dat in een klap vader, moeder, broertjes en zusjes kwijt is geraakt? Dat ik het heel erg vind wat er is gebeurd. Dat ze voor altijd in mijn hart is, en in dat van heel veel mensen in de wereld. Ze knikt, zwijgend, en gaat weer spelen met de kinderen.

060622Gaza 239.jpg

Op de weg terug wijst Jamal me op de rouwtenten die zijn opgericht voor de slachtoffers van de aanvallen van eergisteren. En daar is de rouwtent voor de familie Ghalia. Er zitten veel mensen op de plastic stoeltjes. Zo is ons leven nu, zegt hij. Zie je die auto voor ons? Misschien zitten daar wel mannen in die het Israelische leger op wil blazen. Dan schieten ze zometeen een granaat af vanuit een helikopter en dan hebben wij ook pech. Je weet het nooit. Dus mensen rijden zo min mogelijk, en niet alleen omdat ze geen benzine hebben. Maar als je werkt kun je ook niet thuisblijven.

Ik vraag Jamal hoe hij het volhoud. Hij zucht. Wat kunnen we anders dan volhouden? Het grootste probleem, zegt hij, zijn onze kinderen. Hoe kun je die nog overtuigen dat ze naar school moeten en hun best moeten doen, als ze zien dat er geen werk is, geen toekomst. Ze zien dat hun vaders moeten bedelen om voedsel. Weet je waar mijn zoontje van droomt? Dat hij genoeg geld kan sparen om een kalashnikov te kopen. Hij wil niet naar de universiteit, hij wil bij de politie. Vechten. Dat ziet hij op de televisie. Mannen die vechten. Na dat bloedbad op het strand is het alleen maar erger geworden. Kinderen zijn nergens veilig. Hun ouders kunnen ze niet beschermen, nergens, op school niet, op het strand niet, thuis niet. Morgen kun je dood zijn. Vind je het raar als de jongens dan denken: ik wil ook vechten als ik groot genoeg ben?

2 gedachten over “Gaza, 23 juni, deel 2

  1. Beste Anja,

    Ik kreeg een brok in m’n keel van de situatie die je hier beschrijft. Ik kan er met m’n gedachten niet bij hoe de hele wereld toe kan kijken en niks kan doen, echt niet. We leven anno 2006, en dat dit soort toestanden nog bestaan, daar kan ik met m’n hoofd niet bij.

    Ik ben een correspondentie begonnen met een Israelier. Ik probeerde hem uit te leggen dat het huidige terrorisme voortvloeit uit onrecht. Ik gaf hem voorbeelden van Afganistan, Irak en Palestina, allemaal landen die getraumatiseerd zijn door ‘westers’geweld. En geweld roept nou eenmaal geweld op. Dat is helaas vaak de harde realiteit.
    Hij vond mijn reactie erg verontrustend, omdat hij van mij, een in Europa geboren Marokkaanse die rechten studeerd.
    Het druisde helemaal in tegen zijn eigen conclusies. Hij vond nou eenmaal dat de Islam de hoofdschuldige was, hij was zelfs bang dat de moslimextremisten de hele wereld over zullen nemen.

    Ik weet niet wat ik hierop moet antwoorden. Ik sta echt met m’n mond vol tanden. Hoe kun je als Israelier zo blind zijn voor de wandaden van je eigen regering? En hoe kun je een machteloos volk vrezen?

  2. Anja, heb je de achterpagina van de tribune gezien?
    – Vlijmscherp!
    Is het mogelijk vanuit Holland iets aan materiële steun te geven?
    Groet, in menselijkheid en vrede,
    Amita

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *