Herhalingsoefening

Voor de vaste bezoekers van dit weblog niet nieuw. Maar er komen steeds nieuwe mensen langs, met veelal dezelfde opmerkingen, vragen en kritiek. Ik had de behoefte mijn mening nog eens samen te vatten, zodat ik mezelf ook niets steeds hoef te herhalen en er naar kan verwijzen. Over terrorisme. En over hoe verschillend we daar naar kunnen kijken en waarom.

Om te beginnen nog eens: ik ben tegen aanslagen en aanvallen op burgers. Maar ik vind iets anders belangrijker dan het veroordelen daarvan: de vraag naar het waarom. Hoe ontstaat terrorisme, extremisme, in welke context? Belangrijk omdat het inzicht waarom mensen zover komen nodig is om te weten wat je er aan en er tegen kunt doen.

Voor sommige mensen is die vraag op zich al taboe, omdat het zou suggereren dat je daarmee ‘begrip’ op zou brengen voor terreurdaden. Die mening deel ik niet, ik vind het onderscheid tussen begrijpen en begrip hebben of goed praten van essentieel verschil.

Dat heeft er voor mij persoonlijk weer mee te maken dat ik heel veel Palestijnen ken, omdat ik al twaalf jaar in Gaza werk. Ik weet uit eerste hand wat het betekent om al zo lang, in een uitzichtsloze situatie onder een militaire bezetting te leven, en bovendien het gevoel te hebben dat er nergens op de wereld recht te halen is. Ik snap dus heel goed hoe mensen er toe kunnen komen om slachtoffers te willen maken aan de andere kant: dan voelen zij ook eens wat wij voelen. Ik snap ook heel goed waarom het tot het afschieten van nauwelijks te richten raketten komt, al vind ik dat in de eerste plaats stom. Er zijn niet zoveel alternatieven om in te zetten in de strijd. Het meest verhelderend vond ik een opmerking van een Palestijn: weet je wat je kunt doen aan de zelfmoordaanslagen? Er zijn twee manieren. De eerste: hef de bezetting op. Dan is het niet meer nodig. De tweede: geef ons een leger. denk je echt dat als wij Jeruzalem konden bombarderen of met tanks Tel Aviv binnen konden rijden er nog een jongen bereid was om zichzelf op te blazen?

Voortdurend wordt van mij gevraagd om ‘het terrorisme’ te veroordelen. Dat ik tegen aanslagen op burgers ben heb ik al vaak herhaald. Verder vind ik niet elke vorm van verzet hetzelfde als ’terrorisme’, zoals Israel en de VS ons willen laten vinden. Als Israel het recht heeft om zichzelf te verdedigen dan hebben de Palestijnen dat ook. En nog wat: het terrorisme veroordelen lost niets op.

Dit is wat Ran HaCohen, een nederlandse Israeli zegt:

’Waarom ik het niet over terrorisme heb? Omdat het Palestijnse terrorisme niet het tweelingbroertje van de bezetting is, maar eerder zijn moorddadige kind. Van vader op zoon: terrorisme is verschrikkelijk, maar dat is bezetting ook. En het eerste is een gevolg van het laatste. Om de geweldsspiraal te doorbreken en het terrorisme tot staan te brengen, moet eerst de bezetting ophouden. Israel moet de bezetting staken door al zijn troepen terug te trekken, de nederzettingen te ontmantelen en de Palestijnen de gelegenheid geven ene werkelijke onafhankelijke staat te bouwen in het gehele gebied dat in 1967 werd bezet. Dat is de manier om een eind te maken aan het terrorisme en niet het plat-bulldozeren van Gaza.
Door over het terrorisme te praten kun je heel goed zwijgen over de bezetting. Maar hoezeer het me ook spijt, praten over terrorisme zal geen enkel leven redden. Praten over de bezetting zal hopelijk zowel een einde aan de bezetting als aan het terrorisme maken. In deze volgorde’.

(Uit: Anja Meulenbelt, De spiegel liegt niet. Andere stemmen uit Israel)

Ik vond het dus ook stom om Hamas op de lijst van terroristische organisaties te zetten, en vervolgens, toen ze na de verkiezingen de nieuwe regering van de Palestijnse gebieden hadden gevormd ze financieel te boycotten en te weigeren met ze te gaan praten, zoals ook onze regering deed. En niet omdat het niet waar zou zijn dat Hamas geen aanslagen op Israelische burgers hadden gepleegd, want dat hadden ze. Maar er was ook een ander proces zichtbaar: Hamas had al meer dan een jaar uit zichzelf besloten om geen aanslagen meer te plegen, en zich daar aan gehouden. Ze hadden inmiddels, net als eens de PLO, de bocht genomen, en hadden de prioriteit verschoven van gewapend verzet naar politiek verzet. Voor het eerst wilden ze deel nemen aan het democratisch proces, en hadden ze zichzelf kandidaat gesteld. Hoe je het ook bekijkt, dat is een proces dat je alleen maar toe kunt juichen, omdat het absoluut openingen biedt in de richting van een oplossing. Zoals Uri Avnery dat ook zegt: het heeft meer zin om met je vijanden vrede te sluiten dan met je vrienden. Die kans kwam dichterbij toen Hamas in de Palestijnse regering kwam.

Over de vraag waarom Hamas zo’n verkiezingswinst heeft behaald heb ik al meer gezegd: het was duidelijk niet vanwege toegenomen fundamentalisme of een toegenomen hang naar terrorisme: zelfs van de Hamasaanhang vond 60% inmiddels dat aanvallen op burgers niet mochten. Hamas heeft gewonnen omdat ze door een groot deel van de bevolking, ook mensen die helemaal niet zo gelovig waren, als betrouwbaarder werden ervaren dan de oude garde van Fatah. Het waren voor een groot deel proteststemmen.

Wat ik er van heb waargenomen: president Haniya is absoluut niet de onredelijkste vertegenwoordiger van Hamas, er valt mee te praten. Zover waren ze al: dat ze af wilden zien van het gewapende verzet, en in ruil voor de eisen die al sinds Oslo bekend zijn: teruggave van de gebieden achter de grenzen van 1967, een gedeeld Jeruzalem, en een rechtvaardige oplossing voor de vluchtelingen, bereid waren tot een status quo voor een lange tijd. Een impliciete, praktische, zij het geen totale erkenning van de staat Israel. Maar Israel, en de VS, wilden niets weten van onderhandelingen, en daar ligt in mijn visie een groter probleem dan bij Hamas.

In plaats daarvan besloten Israel en de VS Hamas te boycotten en ondanks de keurig verlopen democratische verkiezingen niet te erkennen als gesprekspartner. In plaats daarvan werd een serie eisen gesteld die ook door minister Bot werden onderschreven: Hamas moest eerst de staat Israel erkennen, het geweld afzweren, en de al bestaande verdragen navolgen. Dat dat niet een serieuze poging was om verder te komen bleek wel uit het feit dat diezelfde eisen niet aan Israel werden gesteld.

Waarom van Hamas niet te verwachten was dat ze die drie eisen zouden opvolgen:
1. Welk Israel moesten ze erkennen? De macht die Palestijns gebied bezette? De staat die nooit had afgesproken waar de eigen grenzen lagen, maar steeds maar bezig bleef die op te rekken om het eigen gebied ten koste van de Palestijnen te vergroten? En nog wat: Arafat had tot twee keer toe de staat Israel erkend, op 78% van het oorspronkelijke mandaatgebied, in de verwachting dat Israel dan tot de erkenning van een Palestijnse staat zou komen – een verwachting die meteen de grond in werd geboord. Hamas neemt hem dan ook kwalijk dat hij zijn handtekening zette en een groot deel van Palestina opgaf, zonder garantie dat er een Palestijnse staat zou komen. Die fout was Hamas niet van plan nog eens te maken.
2. Hamas had al laten zien af te willen zien van zelfmoordaanslagen. Ondertussen was Israel gewoon doorgegaan met de ’targetted killings’ en andere invasies waarbij burgers het slachtofer werden. Bovendien werd ‘geweld’ niet gedefinieerd, en leek daar elke vorm van verzet onder te vallen. Uiteraard was Hamas niet van plan om zich vrijwillig te ontwapenen als er geen enkele garantie was dat er bescherming zou komen voor de Palestijnse bevolking. Volgens elk internationaal recht heeft een bevolking het recht zichzelf te weren tegen bezetting.
3. Zolang Israel geen enkele poging deed om de verdragen na te komen, zoals de Road Map, maar in plaats daarvan doorging met de nederzettingen uit te breiden en de illegale muur af te bouwen, hoefde niemand van Hamas te verwachten dat die eenzijdig de verdragen uit zouden gaan voeren, en zich bijvoorbeeld zou ontwapenen.

Kortom, die eisen hadden alleen enige kans van slagen gehad als die evenzeer aan Israel waren gesteld, en ingebed waren in een werkelijk vredesproces, met vastgestelde resultaten. Of zoals iemand eens zei: ontwapening is een gevolg van een geslaagd vredesproces, niet een voorwaarde voor onderhandelingen. Ik ga er dan ook vanuit dat de eisen vooral gesteld werden om te voorkomen dat Israel gedwongen zou kunnen worden om aan de onderhandelingstafel te gaan zitten, aangezien het duidelijk was dat eerst Sharon en later Olmert er verre de voorkeur aangaven om eenzijdig hun eigen plan door te voeren: een zogenaamde ontruiming van de Gazastrook, en het opdelen van de Westoever in kleine, belegerde gebieden plus de annexatie van zoveel mogelijk land.

Heeft het in deze contstellatie zin om Hamas af te schrijven als terroristische organisatie? Absoluut niet. Niets was daarmee te bereiken dan de situatie nog verder vast te zetten. Ik ga er wel van uit dat er eens, mocht het tot een rechtvaardige vrede komen, een proces op gang moet worden gebracht zoals het verzoenigsproces in Zuid Afrika, waarbij ook Hamas de fouten en de schuld toe zou moeten geven. Maar toch echt alleen als de lange lijst van staatsterreur, schendingen van mensenrechten en verdragen aan de Israelische kant eveneens aan de orde zal komen.

Dit is dus een visie die voortkomt uit een inschatting van de situatie. Die visie is niet neutraal, zoals geen enkele visie neutraal kan zijn. Ik vind wel dat die gebaseerd is op feiten, met het belangrijkste feit als uitgangspunt: de bezetting. Zie de film Peace, Propaganda and the Promised Land, die uitstekend weergeeft wat ik bedoel.

En dat heeft te maken met de ‘paradigmastrijd’, die hier al vaker ter sprake is geweest.

Die is uitgebreider op dit weblog terug te vinden, met het verhaal hoe ik daar in sta. (Zie voor een overzicht en verwijzingen de Leeswijzer)
Een korte samenvatting. de paradigma’s gaan over de vraag vanuit welke visie je naar de gebeurtenissen kijkt. En die hangt af bij wie je de grootste verantwoordelijkheid legt: bij Israel (en de VS), bij de Palestijnen (en de Arabische landen) of bij beiden.
In paradigma 1, Israel is een klein land dat zich moet verdedigen tegen een zee van omringende vijanden, zijn de Palestijnen de schuld van het vrootdurende conflict.
In paradigma 2, zijn beide partijen even verantwoordelijk, ‘waar er twee vechten hebben er twee schuld’.
In paradigma 3, is Israel een bezettende mogendheid en vloeien daar de andere problemen uit voort.

Natuurlijk zijn de paradigma’s, zo geformuleerd, kort door de bocht. Je kunt ze alledrie aankleden met veel voorbeelden, en er zijn ook nuanceringen en varianten. Maar in grote lijnen zijn alle meningen in deze drie paradigma’s in te passen. Een paradigma 1 aanhanger ziet de geschiedenis heel anders dan iemand in paradigma 3. In 1 hadden de zionisten recht op de stichting van de staat Israel in het mandaatgebied Palestina, zijn het de Arabieren die de oorlog zijn begonnen, is het de schuld van de Palestijnen zelf dat ze het verdelingsplan niet hebben aanvaard, zijn ze vrijwillig of op intigatie van hun Arabische leiders gevlucht, zijn het de Palestijnen die de vredesvoorstellen van Israel hebben afgewezen, enzovoorts.
In 3 is de staat Israel gesticht ten koste van de er al wonende voornamelijk Arabische bevolking, kenmerkt de politiek van Israel zich door expansionisme, door de bezetting van de Westoever en de Gazastrook, de laatste 22% die de Palestijnen in principe nog over hadden. En zijn het de Israeli’s die geen moment werkelijk een voorstel hebben willen doen dat een onafhankelijke Palestijnse staat naast Israel mogelijk maakte.

Varianten op de paradigma’s in de huidige tijd borduren op deze verschillende visies van de geschiedenis door. Voor de mensen in paradigma 1 wordt de gewelddadigheid van de Palestijnen en de omringende landen vooral veroorzaakt door Arabische jodenhaat, door islamitisch extremisme, en de wil om ‘de joden de zee in te drijven’ en Israel te vernietigen.
In paradigma 3 staat en valt alles met de bezetting, en zijn opkomend extremisme het het verzet tegen Israel een daaruit voortvloeiend verschijnsel.

En uiteraard vinden de mensen uit paradigma 1, de Israel-apologeten, dat de aanhangers van paradigma 3 heel verkeerd zijn, en kun je er op rekenen als jodenhater, terrorismeverdediger en collaborateur gezien te worden.

In Nederland kun je zien hoe de meningen zijn verschoven, van paradigma 1, de traditionele steun aan het Israel waar we ons mee verwant voelen is er twijfel gekomen of die wel op de goede weg zijn. Er zijn dus steeds meer mensen in paradigma 2 terechtgekomen: aan beide kanten wordt er onrecht gepleegd, beide kanten moeten ophouden met geweld en met elkaar gaan praten. En er zijn ook steeds meer mensen doorgeschoven naar paradigma 3: zolang Israel niet werkelijk bereid is om de bezetting op te heffen roepen ze de ellende en het verzet over zichzelf af.

En bekend misverstand over paradigma 3 is dat dat mensen zijn die tegen Israel zijn, in plaats van tegen de politiek van Israel. Er zit dus nog een staartje aan vast, waarin je kunt vinden dat Israel de grootste verantwoordelijke is voor de toestand in het Midden-Oosten, en tegelijk dat Israel op dit moment zijn eigen ergste vijand is. Je kunt dus ook een aanhanger zijn van paradigma 3, niet alleen omdat je opkomt voor de rechten van de Palestijnen, maar ook gelooft dat dat de enige manier is waarop Israel op den duur kan blijven bestaan.
Een tweede misverstand is dat de mensen in paradigma 3 niet zouden zien dat er vanaf de ‘andere kant’ ook veel misdaan wordt. Neem de aanslagen op burgers.
Het gaat er dus vooral om wat je ziet als oorzaak en wat als gevolg.

Tussen die paradigma’s is nauwelijks enig gesprek mogelijk, zolang het paradigma zelf niet ter discussie staat. Dan krijg je een eindeloze reeks herhalingen waarin de Israelische versie van de geschiedenis weer van stal wordt gehaald, de islam de schuld krijgt enzovoorts.

Op dit moment, nu de zaken weer op scherp staan, en het image van Israel flinke deuken heeft opgelopen, ook bij de mensen die nog in paradigma 2 zaten, roeren met name de mensen uit paradigma zich weer. Israel moet verdedigd worden, niet alleen militair, maar ook in de wereldopinie. Naarmate er meer gezegd wordt over de schendingen van mensenrechten door de Israeli’s, de schendingen van oorlogsrecht, het aantal burgerdoden door de media zichtbaar worden gemaakt, moet het vijandbeeld aan de andere kant worden aangedikt. Dat gebeurt op vele manieren.
Zij begonnen
Zij zijn allemaal terroristen
Zij hebben een inferieure, primitieve en bloeddorstige cultuur
Zij offeren vrouwen en kinderen op en gebruiken burgers als menselijk schild
Zij willen geen vrede
Er is aan die kant niemand om mee te praten
Zij willen maar een ding en dat is Israel van de kaart vegen
Het zijn allemaal jodenhaters en fascisten
Enz.

Met daarnaast een lijstje met uitspraken die vooral Israel schoon moet wassen van verantwoordelijkheid:
Israel doet niets anders dan zich te verdedigen
Israel schendt geen mensenrechten
Israel probeert burgers zoveel mogelijk te ontzien
Israel is de enige democratie in het Midden Oosten
Enz.

Het is duidelijk dat veel van die uitspraken over ‘de vijand’ ingegeven worden door angst. Het lastige is dat die angst steeds gevoed wordt. Paradigma 1 heeft de neiging te veranderen in een self-fulfilling prophecy. De haat en het verzet tegen Israel, tegen de VS, en tegen de westerse wereld die toekijkt wordt ook groter.

Het is duidelijk dat ikzelf in paradigma 3 zit. Daar bestaat mijn partijdigheid uit. Het is ook duidelijk dat ik de officiele, en steeds maar herhaalde Israelische visie op de geschiedenis, en de situatie nu, voor een groot deel propaganda vind, die door de feiten wordt weerlegd. Want dit vind ik ook: partijdigheid sluit niet uit dat je zo objectief mogelijk naar de feiten moet kijken.

Daar heb ik al veel over gezegd, en ik zal er nog op terugkomen. Maar dit, om te beginnen, is een herhaling van het uitgangspunt dat centraal staat op dit weblog. En die leidraad is bij mijn selectie van artikelen en ander materiaal die ik nuttig en belangrijk vindt. En meespeelt bij mijn selectie van bijdragen.

9 gedachten over “Herhalingsoefening

  1. Er valt me ineens iets op. Er is in Nederland een groep die vindt dat Israël niet mag bestaan op Islamitisch land. Die kun je niet in een van de 3 paradigma’s plaatsen. Moet je deze niet een eigen groep geven? Of moet ik deze mensen met een korreltje zout nemen?

  2. De paradigma\’s zijn niet bedoeld als kenmerken van een groep, maar als de vraag waar je de verantwoordelijkheid legt. De een, de ander, of alletwee evenveel. Meer smaken zijn er niet.
    Dat zegt nog niet alles over waar je de oplossingen zoekt. Daar kun je bij elk paradigma een hele reeks van maken.

    Mensen die vinden dat Israel niet zou mogen bestaan zou je kunnen omschrijven als een extreme vorm van paradigma 3.

    Maar je mag wel bedenken dat er mensen zijn die zich afvragen of het stichten van een joodse staat in het Midden Oosten nu zo\’n goed idee was, gezien het resultaat na meer dan een halve eeuw, en toch vinden dat Israel ook een feit is dat je niet meer terug kunt draaien. En er zijn ook mensen die vinden dat Israel wel moet blijven, maar dan als democratie met gelijke rechten voor alle burgers, waarmee het etnisch-religieuze uitgangspunt, dat het een joodse staat moet zijn zou worden veranderd. Er zijn ook joden die dat vinden, al is dat binnen Israel zelf een kleine minderheid. Ik kom daar nog eens op terug bij de laatste aflevering over zionisme.

    Kortom: de paradigma\’s zijn geen gesloten groepskenmerken. Er zijn daarbinnen nog vele varianten.

  3. @Nordin
    Ik vind ook dat Israel moet blijven. En Israel zal ik vaak blijven bezoeken. En ik woon graag in Heiloo, vind Amsterdam helemaal niks!

    Topreactie hoor! Draagt echt bij aan de discussie, noopt tot diep doordenken. Petje af!

  4. Mijn positie is dat ik denk dat Israël alleen bestaansrecht heeft als het begrip ‘joodse’ staat wordt verlaten en alle inwoners, ongeacht religie, etniciteit, sekse etc. gelijke rechten krijgen. Etniciteit of religie een rol laten spelen bij het stichten van een staat is vragen om moeilijkheden, kijk naar de Balkan, kijk naar Iran.

    Ik ken wel mensen die vinden dat een joodse staat niet mag bestaan op gebied dat eens ‘islamitisch’ was, maar betwijfel of dat een enigszins invloedrijke groep is. Het lijkt me een marginaal verschijnsel, zelfs onder moslims, dat verwaarloosd kan worden.

  5. Ik kan mijn hand er niet voor in het vuur steken dat ze niet bestaan, maar de Palestijnen die ik ken denken aan het land Palestina van voor 1948 met heimwee terug, niet alleen omdat het een land was waar zij zelf vrij konden wonen, maar omdat ze er vrij konden wonen met joden en christenen. Alle ouderen hebben verhalen over joodse buren, dr. Haider Abdel Shafi krijgt nog tranen in zijn ogen als hij praat over het dochtertje van de opperrabbijn in Hebron, waar hij mee speelde. En hoe erg hij de eerste opstanden vond, en alles wat er daarna is gebeurd.

  6. Ik vind ook dat Israel moet blijven. En dat er asap een Palestijnse staat moet komen. Maar ik ben niet van plan een van beide staten te gaan bezoeken, heb andere landen hoger op mijn verlanglijstje staan. Wat jullie in Heiloo en Amsterdam zoeken moet je natuurlijk zelf weten, maar waar ik woon is het veel leuker.

  7. Beste Anja,

    Bedankt voor de herhaling van je visie. Ik vond deze verhelderend.

    De 3 paradigma’s vond ik niet verrassend. Die lijken me van toepassing bij elk conflict, waarbij iemand partij moet/wil kiezen. Bijvoorbeeld als vrienden gaan scheiden.

    Ondanks je uitleg weet ik er noch uit eigen ervaring noch door anderszins onderzoek nu genoeg van om overtuigd voor paradigma 1 of 3 te kiezen. Ik neig echter toch naar paradigma 3. Niet, omdat ik jou wil volgen of behagen, maar voornamelijk omdat ik vaak een vooringenomenheid van de (Westerse) media met Israël ervaar. En vooringenomenheid impliceert subjectiviteit. Die gun ik weliswaar ieder individu, maar niet de media of de politiek. Dat hoef ik niet nader te verantwoorden, hoop ik. En zo’n vooringenomenheid vind ik nu eenmaal verdacht en dat drijft mij dan wel eens naar het alternatieve standpunt. Zo zit ik in elkaar.

    Een vrij wezenlijk voorbeeld van zo’n vooringenomenheid vond ik wat Bush laatst zei: Van de ene kant wil hij democratie brengen in het Midden-Oosten, maar van de andere kant erkent hij de democratisch gekozen Hizb-Allah niet. Als ik het goed begrijp, heeft de Hizb-Allah een politieke tak en eentje, die je als tegenstander een “terreur”-tak zou kunnen noemen. Bush gooit dat m.i. voor het gemak maar op één grote hoop, en wel die van “terreur”. Weinig onderscheidend vermogen. Zelfs gooit hij wel verschillende van deze verschillende “terreur”-organisaties op één hoop. Hij heeft het doorgaans immers over “oorlog tegen terrorisme”, meestal niet over oorlog tegen Al-Qaida of tegen Hizb-Allah.
    Dat vind ik ongeloofwaardig en daarmee verdacht. Dat – gevoegd bij de talloze voorbeelden van het blindelings volgen van de VS door onze regering en onze media – is de verklaring van mijn neiging naar paradigma 3.

    Afgezien van het bovenstaande resteren mij op grond van feitenkennis echter eigenlijk alleen paradigma 2 en de optie om me er niet mee te bemoeien.

    Paradigma 2 biedt de mogelijkheid om – ondanks gebrek aan kennis van zaken – bij te dragen aan een oplossing, hoewel ik denk, dat het slechts een theoretische mogelijkheid is.
    In het verlengde van de stelling van Tiny Cox (“Zeker in het Midden-Oosten geldt: om echt van je vijanden af te komen móet je er vrede mee sluiten.”) zou je – ongeacht oorzaken en geschiedenis van het conflict – de goede kant op kunnen.

    Paradigma 2 ligt eveneens in het verlengde van wat ik bij je topic over de Ruzieregels zei over het analyseren en afbakenen van een probleem. Daar moet ik dan echter wel een kleine aanvulling op geven. Sommige problemen zijn te groot en te complex om in één keer op te lossen of te overzien. Het M.O.-conflict lijkt mij daar een voorbeeld van. In dat geval komt analyseren van het probleem in eerste instantie neer op het opdelen van het grote onoplosbare probleem in meerdere kleinere deelproblemen, die wél oplosbaar zijn. Als je al die deelproblemen op een gegeven moment hebt opgelost, heb je het grote “onoplosbare” probleem ook opgelost.
    Concreet – in het geval van het M.O.-conflict – zou een deelprobleem kunnen zijn, dat er zoveel slachtoffers vallen aan beide kanten. De bijbehorende (deel)oplossing is niet zo moeilijk, lijkt me: Mekaar gewoon niet meer beschieten, platbombarderen, geen aanslagen meer of ontvoeringen of wat dan ook.
    De oorzaak van het conflict is daarmee natuurlijk nog niet opgelost, maar dat is dan weer een ander (deel)probleem, dat opgelost kan worden. Eventueel moet dat ook weer worden opgedeeld in deelproblemen. Daar weet ik inhoudelijk te weinig van, zoals ik reeds zei. Maar zie het als een algorithme, een recept of een Road-map, die naar de uiteindelijke oplossing leidt.

    Maar helaas, te vrezen valt, dat het slechts theorie is. De wil ontbreekt kennelijk.
    Meer dan dit heb ik hierover niet in de pap te brokkelen, geloof ik.

    In stijl van de kennelijke gewoonte op deze discussie wil ik besluiten met het volgende.
    Ook ik ben van mening, dat Israël moet blijven, hoewel ik het liever over “worden” heb dan over “blijven”. Zowel de landsgrenzen moeten volgens mij namelijk worden bepaald als wie daarbinnen zou thuishoren. Net als Clara bezoek ik liever andere landen in de wereld. Net als Anja vind ik het fijn wonen in Amsterdam.

    Vriendelijke groeten, iedereen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *