Ik heb ze wel eens bij vrienden ontmoet, op verjaardagen, Eldar en Annelien Kisch uit Israel. En Annelien kwam ik in Israel weer tegen toen ik daar was met een delegatie vrouwen voor een reis van het UCP, en we kennismaakten met vertegenwoordigers van ‘het Andere Israel’. Nu staat er een mooie reportage in VN waar bij Sjifra Herschberg die twee in Israel volgt in het werk dat ze doen als vrijwilliger en activist.
Heel herkenbaar. Eldad is al jaren actief bij de Physicians for Human Rights. (Artsen voor mensenrechten) Een van de dingen die zij doen is elke zaterdag, op sabbath, een tocht maken naar een dorp op de Westoever, als die bereikbaar zijn, en daar een polikliniek inrichten, met een ploeg mensen die bestaat uit joden en Israelische Palestijnen. Iedereen van het dorp kan langskomen voor medisch onderzoek en advies, en soms ook voor medicijnen. Ik heb gezien hoe dat werkt, het hele dorp loopt uit, zit in hun beste kleren te wachten tot de dokters komen. Er zijn mensen bij die eigenlijk niks serieus hebben, maar zich de gelegenheid niet willen laten ontgaan, maar elke keer worden er ook een paar mensen ontdekt die een ernstige nog onontdekte ziekte hebben, of die verkeerd worden behandeld.
Eldar, gepensioneerde arts, ziet met eigen ogen hoe slecht de medische zorg nog is in het Bezette Gebied (Dat wil zeggen de Westoever, de Gazastrook komen ze niet binnen). De artsen zijn vaak lang geleden in Oost Blok landen opgeleid, krijgen nauwelijks bijscholing, medicijnen zijn vaak niet te krijgen. Allemaal erg herkenbaar van ons werk in Gaza.
Medisch gezien is wat de Phycisians kunnen doen beperkt, want met een onderzoek en consult schiet je nog niet altijd veel op. Wel bieden ze aan Palestijnse artsen bijscholing aan. En nemen zo veel mogelijk medicijnen mee. Maar ze hebben nog een ander doel: om te laten zien dat er ook Israelische artsen zijn die het kan schelen, en dat het heel goed mogelijk is om samen te werken met Palestijnse collega’s.
Eldar Kisch groeide op in een typisch zionistisch-joods gezien in Amsterdam, en vertrok meteen na zijn studie naar Israel, met Annelien, vol idealen om daar wat op te bouwen, ‘vergeet niet dat dat voor de Zesdaagse Oorlog van 1967 was’. Na 1967 dacht iedereen in Israel, nu wordt het vrede. Er waren maar een paar verstandige mensen die toen al zagen dat de veroverde Palestijnse gebieden een molensteen om de nek van Israel zouden worden, en het vasthouden aan de bezetting nog eens onze ondergang zou worden, zegt Kisch. Na 1967 begon hij te denken, en werd kritischer.
Dit land heeft moeite in het reine te komen met de eigen geschiedenis. Natuurlijk hebben we in 1948 Arabieren verjaagd, dat weten we donders goed, alleen wilden we het niet weten. Theodor Herzl is ons liever met zijn “land zonder volk voor een volk zonder land”. Wij Israeliers hebben boter op ons hoofd. We doen veel slechte dingen. De bezetting deugt niet. De helft, waarschijnlijk driekwart van de Israeliers heeft geen benul van wat zich afspeelt in bezet gebied, omdat ze het niet willen weten’.
Eldar Kisch weet het wel, want hij ziet het met eigen ogen. En krijgt dus vaak het verwijt dat hij een verrader en nestbevuiler is. Dat hij de vuile was buiten hangt. ‘Dan antwoord ik dat ik al jaren aan het wassen ben, maar dat de was maar niet schoon wil worden. Het ergste vind ik dat niemand beseft dat Palestijnen ook mensen zijn’. Nee, vergelijkingen van Israeli’s met nazi’s of met de holocaust accepteert hij niet.
Dat wijs ik af, wij gedragen ons heel slecht, maar dat gaat te ver. Er valt veel te leren van de shoah. “Nooit meer” betekent ook nooit meer voor iemand anders. De shoah is ons probleem. Maar dat is geen reden om een Palestijnse vrouw met drie sontneisjes van kinderen twee uur in de brandende zon te laten staan omdat het vuile Arabieren zijn. Dat kan niet.
Het land ligt op zijn gat. We zijn al heel lang op een heel verkeerde weg. We leunen te veel op geweld. Er wordt niet gepraat. De nederzettingenpolitiek van alle opeenvolgende regeringen is waanzin. Israel is een kwaadaardig land geworden. Het is zeker niet geworden wat wij vierenveertig jaar geleden gehoopt hadden. Veel mensen denken dat, er zijn er alleen niet veel die dat hardop zeggen. Het duurt lang voordat mensen tot inzicht komen.
Annelien Kish richtte New Profile op, een organisatie die zich te weer stelt tegen de militarisering van Israel. Ze steun ook een groep van dienstweigeraars, en staat regelmatig met andere vrouwen van Machsom Watch te observeren bij de chekpoints en excessen registreert.
Ook zij is geleidelijk aan van mening veranderd. Toen ze haar lesbevoegdheid haalde ontdekte ze dat er in de leerboeken geschiedenis niets stond over de nakba, de grote ramp, zoals de Palestijnen de periode noemen in 1948 dat ze een groot deel van hun land kwijt raakten en grotendeels werden verjaagd. Annelien: ´geen woord over hoe wij de Arabieren in 1948 verjaagd hebben. Dat wordt niet erkend, nog steeds niet. We worden bewust onwetend gehouden’.
Het toekijken hoe Palestijnen door de jonge soldaten bij de checkpoints worden behandeld, ook al weten de vrouwen van Machsom Watch dat ze zich inhouden als ze er bij zijn, is emotioneel slopend.
‘Ik word er zo ziek van. Het is zo frustrerend, dit onrecht. Wij hebben een feestdag of verkiezingen en dan sluiten we de Palestijnen maar op. Voor onze veiligheid. Als ik de rijen zie, denk ik wel aan foto’s van Duitse kampen, maar als linkse activist mag je die vergelijking niet maken. Want dan ben je een verrader en een nestbevuiler. Als je rechts bent mag het wel, denk maar aan de kolonisten die de soldaten bij de ontruiming van Gaza vorig jaar uitscholden voor nazi.
Toch heeft ze soms nog de neiging om Israel in bescherming te nemen. Ze heeft de oorlog zelf niet meegemaakt, zoals veel Israeli’s wel.
Ik denk wel eens: je bent zelf slachtoffer, dus waarom doe je anderen zoveel ellende aan. Maar de diepgewortelde angst dat het ooit weer kan gebeuren kan ik goed navoelen. Als iemand me vertelt dat zij in dertien kampen heeft gezeten en wil dat het nooit meer gebeurt, dan houd ik mijn mond. Maar ik vraag me af of we niet juist bezig zijn het opnieuw over ons af te roepen. Je kunt niet drie miljoen mensen op deze manier onderdrukken. Zowel inwendig als uitwendig kan dat leiden tot de vernietiging van de staat. Zolang we Palestijnen blijven onderdrukken, blijven de oorlog, de aanslagen en de Qassem-raketten. En ondertussen gaan wij moreel naar de bliksem, we ondermijnen onze waarden.
Voor de hele reportage, en het interview, Vrij Nederland van deze week.
Wat deze mensen zeggen en doen is zo verschrikkelijk dapper. Wij realiseren ons dat misschien niet, omdat wij ons de omstandigheden in Israel (en het Midden-Oosten) ondanks alles wat we lezen en zien maar moeilijk kunnen voorstellen. Maar elke jood die zich kritsch uitlaat over Israel, wordt – zeker in deze situatie – al snel als een “verrader” gezien. Als je een bekend figuur bent daar buiten, als Amos Oz of Tom Segev, dan krijg je tenminste nog (een beetje) steun uit de (joodse) wereld buiten Israel. Maar mensen zoals zij moeten het helemaal op hun eentje doen…