Interview met Ahmed Marcouch, met dank aan Planet Internet.
Planet Internet, 18 oktober 2006
Twee procent van de Amsterdamse moslimjongeren is gevoelig voor radicalisering, constateert het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES). Planet belde met Ahmed Marcouch, stadsdeelvoorzitter van Slotervaart, een van de grootste probleemwijken van onze hoofdstad.
(Ahmed Marcouch)
Herkent u het beeld dat het IMES schetst?
“Twee procent klinkt laag, maar 1400 moslims is toch een behoorlijk getal. Dit rapport is nog maar een eerste aanzet om het fenomeen te onderzoeken. Het is een nieuw verschijnsel, dus het is voor mij veel als het zich zo heeft ontwikkeld in zo’n korte tijd.”
Het IMES pleit voor subsidiëring van allochtone organisaties, omdat zij radicalisering zouden kunnen tegengaan. Deelt u die visie?
“Ik vind dat we scholen moeten stimuleren om meer aan religie te doen. Moskeeën zouden Koranbesprekingen in groepsverband moeten houden. Zo leren jongeren wat de islam inhoudt, en hoe ze moeten omgaan met verschillen.
We moeten islamitische ouders duidelijk maken hoe ze religieuze
identiteit overbrengen op hun kinderen. Ze vertellen hun kinderen wel dat ze een goede moslim moeten worden, maar niet hoe ze dat moeten worden. Het radicaliseringsproc es begint al met tien jaar. Een kind krijgt van zijn ouders religieuze bagage mee. Als adolescent komen ze voor kruispunten te staan. Het is aan de islamitische gemeenschap om ervoor te zorgen dat jongeren niet de radicale afslag nemen.
Ouders moeten jongeren leren omgaan met verschillen. Ik hoorde van de week een verhaal over een moslimjongetje dat een autochtoon jongetje aansprak omdat hij op het plein een broodje at tijdens de ramadan. “Jij gaat naar de hel.” Zo’n kind moet je bijbrengen dat niet iedereen moslim is en dat je niet naar de hel gaat als je tijdens de ramadan eet. Een kind moet je leren dat er ook andere normen zijn.
Dat wordt veel te weinig en te oppervlakkig gedaan. Omdat niemand dat doet, springen radicale groepen in dat gat. Dan krijg je van die beunhaasimams, en die geloven alleen in hun eigen normen, die vertellen de jongeren dan wat ze wel en niet mogen, met wie ze wel en niet mogen omgaan. Dat is allemaal zwart-wit.”
Wat is er in uw ogen nodig?
“We hebben creatieve mensen nodig die in dat gat springen. Neem bijvoorbeeld de poldermoskee. Dat is een moskee die de Nederlandse moslim vormt. Want een moslim in Nederland leeft in een heel andere cultuur dan een moslim in Irak. Die poldermoskee komt niet van de grond, want de overheid wil er geen geld in steken. Niemand ondersteunt het. Ze kunnen wel aan buitenlands geld komen, maar dat willen ze juist niet.”
U hebt zelf een medewerker aangesteld die zich bezighoudt met
radicalisering van moslimjongeren. Kunt u daar wat over vertellen?
“Er is een gebrek aan deskundigheid in het veld. Dus ik heb een
medewerker van het stadsdeel aangesteld, een deskundige, om
eigenlijk de aanbevelingen uit het IMES-rapport te stimuleren.
Bijvoorbeeld: er is een imam die goede dingen doet tegen radicale groepen, maar hij heeft geen contacten bij de overheid. Dan kan de deskundige van het stadsdeel een rol spelen. Die onderhoudt relaties met jongere imams, of zorgt ervoor dat jongeren met radicale ideeën niet worden afgestoten door moskeeën.”
Werkt dat?
“Het werkt. Een tijd geleden stond er een jongen in het NRC die was gederadicaliseerd. Die deradicalisering is alleen nog niet
georganiseerd. We moeten ervoor zorgen dat het geen toeval is, maar dat er een infrastructuur in de wijken komt.”
Peter Schong
Als je dit leest, lijkt het me volkomen logisch. Ik vraag me alleen af, waarom dit niet al jaren geleden is opgestart. En niet alleen Moslimkinderen, maar gewoon ALLE schoolgaande kinderen les geven in de verschillen. Zag laatst bij, ik dacht Willem Wever, een klas vol kinderen met blauwe gekrulde pruiken en een raar rond brilletje en een groen geschminckt gezicht. “Allemaal gelijk!” riep de presentatrice. En direct erop: “Saai hè? Laten we het er maar weer afhalen, dan zijn we weer ons mooie zelf en allemaal verschillend!” De hele klas was het roerend met haar eens.
Als kinderen leren de verschillen te accepteren en later ook beter te begrijpen en kunnen zien dat ze allemaal kunnen en mogen meedoen met spel en sport, dan kan dat vast meehelpen radicalisering tegen te gaan. Denk ik…
Ik ben zijdelings betrokken bij een stichting die multicultureel onderwijs wil stimuleren. WijDe Wereldschool. Een van de uitgangspunten is dat alle leerlingen onderwijs krijgen in alle religies (verbredingslessen) en leerlingen met een religieuze overtuiging ook in hun eigen religie (verdieping).
Ik denk dat een moslimkind in Nederland niet anders weet dan dat er verschillen zijn tussen mensen. Het gaat erom om hem ook te leren trots te zijn op die elementen die zijn anderszijn maakt: zijn naam, zijn kleur en zijn geloof…etc.
Toen mijn broertje nog jong was, en ik de oudergesprekken met zijn school voerde, klaagde zijn lerares erover dat hij weigert mee te bidden..Mijn antwoord was:”Maar hij is geen christen” De juf vond het feit dat hij geen christen is geen belemmering: “Hij kan toch doen alsof hij bidt”. Volgens haar is het moeilijk om de kinderen te leren bidden als er een kind tussen zit die niet meedoet.. Ik adviseerde haar om de probleem op te lossen door er een les van te maken: Andere manieren van bidden.. Zij was niet blij met mijn advies en heeft er vervolgens niets meegedaan.
Kortom…Mijn broertje wist dus heel goed dat er verschillen waren tussen mensen. Zijn lerares respecteerde zijn anderszijn niet en vroeg hem om te doen alsof hij bidt..
Later hoorde ik dat er veel moslimse kinderen zijn die zich ieder ochtend bekruisen om…….tja, ik weet eigenlijk niet waarom!
Rehab, die juf had beter moeten weten en je advies ter harte moeten nemen. Op een multiculturele school moet je of een vorm van gebed vinden waar ieder aan mee kan doen, of ieder op zijn manier laten bidden, in stilte.
Aan de andere kant zijn er moslimkinderen die te trots op hun religie/cultuur of anderszijn zijn. Veel moslimkinderen vinden dat ze beter zijn dan anderen, maar dat uit zich niet in hun gedrag. Kinderen die medeleerlingen voorhouden dat ze naar de hel gaan omdat varkensvlees eten. Een Marokkaanse buurjongen heeft in de moskee geleerd dat Nederlanders geen moslim zijn, maar weet nu niet meer waar hij mij moet plaatsen: Nederlander en toch moslim, dat snapt hij niet meer. Vanuit de moslims, vooral ook vanuit de moskeeën en het islamitisch onderwijs moet er dus nog het een en ander aan gedaan worden om deze stereotypen te ontzenuwen.
Over deradicaliserinb vermeld ik graag de Brochure ‘Radicaal Jong’ over herkenning en aanpak radicalisering jongeren.
“Ga meer de straat op, bezoek scholen en werk met succesvolle allochtone jongeren. Dit zijn enkele tips voor jongerenwerkers uit de brochure Radicaal Jong. Deze brochure helpt jongerenwerkers bij het omgaan met culturele spanningen en voorkomen en aanpakken van radicalisering. De brochure is een productie van NIZW Sociaal Beleid en Verdiwel.
Na ‘9/11’ en de moord op Theo van Gogh zijn culturele spanningen toegenomen. Ook jongerenwerkers hebben steeds vaker te maken met spanning tussen jongeren; van scheldpartijen tot vechtpartijen, van pesterijen tot discriminatie, van frictie tussen groepen tot afwijzing van de samenleving en haar regels, waarden en normen. De professional die wil werken aan binding van jongeren aan hun leefomgeving en jongeren weerbaar wil maken tegen radicalisering, moet inzicht hebben in de problematiek en de methodische weg weten te vinden.
Praktijkervaringen
De brochure Radicaal Jong is opgebouwd rond de volgende vragen:
1. Wat kun je als jongerenwerker doen om culturele spanningen te verminderen?
2. Hoe herken je radicalisering en wat kun je daar dan als jongerenwerker aan doen?
3. Wat doe je als er sprake is van gewelddadige incidenten?
Per onderdeel worden tips en praktijkervaringen gegeven. Daarnaast vindt de lezer links naar websites, informatie over radicalisering en de rol van internet én een aantal uitwerkingen van goede voorbeelden.
Bestellen
Radicaal Jong is gratis te bestellen via e-mail sociaalbeleid@nizw.nl.