Ik schreef over de iftar in de Badr moskee. Fatiha las twee gedichten voor, over de verhouding tussen jong en oud. Hans Krikke stuurde dit op:
Om de gedachtewisseling te prikkelen draagt Fatiha twee gedichten voor. Zij haalt “Meskien” aan. Een begrip dat staat voor iemand die zielig is en tegelijkertijd vertedering oproept. Het gaat, zo stelt Fatiha, om meer dan alleen beeldvorming.
“Meskien,
Hij is oud, zijn lichaam is versleten
Hij is oud, hij is veel vergeten
Hij is oud, zijn ideeën zijn niet meer van deze tijd
Hij is oud, heimwee is waaraan hij lijdt
Hij is oud, ach.. zoveel kan ik echt niet van hem leren
Hij is oud, mijn leven kan hem niet veel meer interesseren
Meskien,
Hij is nog jong, hij moet nog zoveel leren
Hij is nog jong, hij is bezig met zijn merkkleren
Hij is nog jong, hij heeft gebrek aan respect voor mensen
Hij is nog jong, ik had voor hem nog wel zoveel mensen
Hij is nog jong, hij heeft geleerd en voelt zich daardoor beter
Hij is nog jong, maar wij ouderen weten het echt wel beter”.
“Meskien,
hij is oud, hij is nog erg actief, elke dag
hij is oud, hij zet zich in, van s’ ochtends vroeg tot s’ avonds laat
en daarvoor heb ik veel ontzag
hij is oud, hij zorgt dat onze waarden blijven bestaan
hij is oud, zonder hem zou het allemaal verloren gaan
hij is oud, maar van zeer grote betekenis
hij is oud, ik geef hem respect en vraag hem om vergiffenis
Meskien
Hij is nog jong, hij heeft nog veel te geven
Hij is nog jong, het is ontwikkeld en zal vooruit streven
Hij is nog jong, hij zal onze waarden voor de toekomst bewaren
Hij is nog jong, hij kan zijn klusjes wel klaren
Hij is nog jong, we geven hen onze ervaring en wijsheid ter overdracht
Hij is nog jong, hij kan het dragen, met al zijn kracht”.