Vandaag gaan we in de Eerste Kamer stemmen over de nieuwe wet inburgering. De SP, die wel voor inburgering is, is niet erg te spreken over de wet die Verdonk naar de kamer heeft gesleept, nadat er al zoveel af moest wat juridisch niet houdbaar was, dat er weinig meer overbleef. Het punt waar het voor ons nog steeds op haakt is dat er sprake is van een ‘slaagplicht’, in plaats van een ‘prestatieplicht’. Dat vinden wij onhoudbaar en unfair. In het Nederlandse onderwijssysteem willen we dat leerlingen hun best doen, maar gezien de grote verschillen, kun je mensen niet verplichten om te slagen. Deze wet is dus vooral nadelig voor de mensen die het al het moeilijkst hebben, en als ze niet slagen, komen ze voor grote problemen, het gaat ze nog meer geld kosten, hun verblijfsvergunning komt in gevaar. Wij vinden dus dat mensen aantoonbaar hun best moeten doen, maar we erkennen ook dat er mensen bij zijn die wat meer tijd nodig hebben om Nederlands te leren. En dat willen we ze wel gunnen.
Ook zijn we zoals van ons verwacht mag worden niet verrukt van de ‘marktwerking’ die wordt ingevoerd. Nieuwkomers moeten zelf op zoek naar de juiste cursus, en beoordelen of die voor de prijs die ze moeten betalen wel de beste is om ze snel Nederlands te leren. Wie dat kan is bij voorbaat geslaagd, zou ik denken.
Hieronder de tekst die Tiny Kox uitsprak bij de behandeling van de nieuwe wet.
De heer Kox (SP): In het kader van zijn studie fysiologie was mijn zoon vorige week op zoek naar een geschikte allochtoon om te interviewen. Ik zei: jongen, dan neem je toch de zoon van Osman, die zie je direct bij het voetballen. Antwoordt mijn zoon: maar dat is geen allochtoon! Waarom zou hij allochtoon zijn? Omdat zijn opa in Turkije geboren is? De mijne is in Duitsland geboren. Ik voel mij geen allochtoon en de zoon van Osman voelt zich ook geen allochtoon. Mijn zoon zou niet weten waarom die jongen een allochtoon zou zijn. Eigenlijk gaat het wel goed in de samenleving, dacht ik, als wij eigenlijk niet meer weten waarover wij het hebben in dit soort gevalllen. Mijn zoon ging verder zoeken wie dan wel een geschikte allochtoon was. De Chinese overbuurvrouw eigenlijk ook niet, want die woont daar al haar hele leven en is zo Tilburgs als het maar zijn kan. Bij de Surinaamse, de Marokkaanse en Turkse jongens die wij kennen, speelt eigenlijk hetzelfde probleem. Zij zijn meer Tilburgs dan Surinaams, Turks of Marokkaans. Het tekent tegelijkertijd het probleem. Want er zijn allochtonen in alle soorten en maten, het lijken bij wijze van spreken wel autochtonen!
Ik deel nog een persoonlijke observatie met u. Vorige week was ik te gast op het Nelson Mandelaplein de wijk Transvaal hier in Den Haag. Ik heb begrepen dat sinterklaas er dit jaar niet rond gaat rijden. Als je daar kijkt en rondloopt, gaat de naam Transvaal wel heel apart klinken; echt apart want allochtonen en autochtonen wonen daar inderdaad apart. Dat is helemaal niet best. Daar weten de mensen nog precies van elkaar wat zij zijn. Wij zijn allochtoon en zij zijn autochtoon. Ik sprak daar in het kader van de verkiezingen wel zo’n 100 Turkse Nederlanders, mevrouw de minister. De meesten hadden stemrecht en waren allemaal van plan om te gaan stemmen. Dat vond ik wel heel erg goed en heel erg geïntegreerd, bijna té, want wij Nederlanders gaan niet allemaal stemmen; het moet maar net uitkomen, maar zij zouden zeker gaan stemmen. Voor die groep van 100 Turkse Nederlanders waaronder een enkele Koerd en nog wat verdwaald volk, moesten sommige dingen die gezegd werden, vertaald worden. Ik vond dat oké maar het was wel jammer. De mensen voor wie er vertaald moest worden, behoorden tot de hardst werkende klasse. Zij zorgen ervoor dat onze stations ’s en onze wc’s ’s morgens schoon zijn en dat de straat geveegd wordt. Zij doen werk dat anderen liever niet doen. Het is bizar dat wij deze mensen wel goed hebben gevonden om al die jaren te werken en al die dingen te doen die zo fijn zijn voor ons en dat wij niet de gelegenheid hebben genomen om deze mensen Nederlands te leren waardoor zij maar de helft begrijpen van wat er op zo’n verkiezingsbijeenkomst gezegd wordt. Het wordt toch tijd dat wij dat inburgeren beter gaan regelen.
En dan is het twee dagen voor de verkiezingen en bespreken wij de Wet inburgering. Het is het hoofdwerk van deze minister. Goed werk heeft tijd nodig, maar de vraag is of hier goed werk is geleverd. Wie het oorspronkelijke wetsvoorstel vergelijkt met wat hier voorligt, moet toch denken dat het om twee wetten gaat. Het aanvankelijke wetsvoorstel regelde van alles wat op die manier niet geregeld mocht worden en het wetsvoorstel dat nu voorligt, regelt eigenlijk nauwelijks iets en heeft een zeer geringe betekenis voor de samenleving en voor de inburgering van de mensen waarover ik zojuist sprak. Het is zo gering dat mijn fractie er wellicht voorstander van is om dit wetsvoorstel niet naar de Koningin door te sturen maar naar het Rijksmuseum. Het kan daar dienen als voorbeeld van een beetje doldwaze Nederlandse politiek in het begin van de 21ste eeuw.
Eigenlijk kunnen wij het voorstel gerust naar het museum sturen, want als wij afspreken dat wij de huidige wet Inburgering nieuwkomers handhaven, maar via een wetswijziging aanvullen met de artikelen 17 t/m 22 van dit voorstel, hebben wij op een veel eenvoudigere, een veel minder bureaucratische manier en op minder omslachtige manier zowat hetzelfde resultaat. Daarmee voorkomen wij dat iedereen buiten dit gebouw na morgen horendol wordt vanwege het feit dat zij al ons ondoorzichtig geregel binnen nu en een maand in hun gemeente moeten doorvoeren. Dit alternatieve voorstel heb ik niet zelf bedacht. Het is ons aangereikt door mensen van buiten deze Kamer. Die mensen hebben naar onze mening meer zicht op de materie dan deze minister. Het spijt mij zeer om het te zeggen, maar zij heeft dit wetsvoorstel voortdurend gebruikt om hier weer haar spierballen te kunnen tonen. Met respect voor haar goede bedoelingen die zij ongetwijfeld heeft, heeft zij hiermee eigenlijk geen deuk in een pakje boter geslagen. Dat hadden wij veel sneller kunnen bedenken: een wet waar niets in staat.
Mevrouw de voorzitter. Naar onze mening heeft deze minister kostbare tijd verspild met politiek geneuzel en daarmee hen die in dit land al jaren zitten te springen om via een goede opleiding een wat warmere plek in de zon te kunnen veroveren, in de kou laten staan. Dat klinkt hard, maar ik kan er niet meer van maken.
Ik ben erg voor inburgeringscursussen en ik zie niets in wegkijken of in pappen en nathouden en ook niet in slappe praat als het over integratie gaat. Daar moet werk van gemaakt worden. Dat kan ik persoonlijk toelichten. Wat ik namelijk zojuist zei, bepleitte ik begin jaren ’80 al in de gemeenteraad van Tilburg. De enige partij waarvan ik toen een beetje steun kreeg, was opmerkelijk genoeg de VVD. Andere partijen reageerden heel anders en vroegen waar ik en mijn partij de brutaliteit vandaan haalden om tegen Turkse en Marokkaanse Tilburgers te gaan zeggen hoe de zaken in Tilburg geregeld werden en dat het verstandig was om daarvan kennis te nemen en daarmee rekening te houden. Erger was het dat ik het in een onbewaakt moment een goed idee noemde dat Turkse en Marokkaanse mensen in de bijstand er wellicht wijs aan deden om snel een cursus Nederlands te volgen. Wat is er mis met Turks? kreeg ik toen te horen. Dat waren nog eens tijden, zeg ik tegen collega Middel en tegen andere collega’s. Gelukkig, mijnheer Platvoet, denken de minister en wij allen daar nu een stuk verstandiger en genuanceerder over. Wie burger van Nederland wil zijn, moet zich inburgeren, moet de regels, de gewoonten en de taal van het land kennen. Vervolgens kan hij of zij in alle vrijheid die wij onze burgers bieden zijn of haar plek in de samenleving vinden. Dat wij dit inzicht delen, is naar mijn mening een grote vooruitgang. Met dank aan de commissie-Blok, die in de Tweede Kamer goed werk heeft geleverd. Het is vervolgens zaak om hieraan invulling te geven. Dat had met deze wet moeten gebeuren, maar volgens mij zal deze wet weinig of niets aan het beoogde doel bijdragen. Misschien kan de minister mij hierover meer vertellen. Deze wet is nauwelijks een wet. Zij is vooral een statement. Zij is er opdat de minister straks kan zeggen: ik heb een inburgeringswet doorgevoerd. Ik vind deze gang van zaken een verantwoordelijkheid van deze minister. Naar mijn mening weet zij het te vaak beter dan iedereen die er verstand van heeft. Natuurlijk, het is terecht dat de minister zegt: niet iedereen die mij een brief schrijft, geef ik gelijk. Echter, zij krijgt veel brieven van mensen die zich met deze materie bezighouden en zij zeggen: mevrouw de minister, zou het niet verstandiger zijn om het op een andere manier te doen? Ik zou het dan niet verkeerd kunnen vinden als zij meer naar deze mensen luisterde en wat minder koppig reageerde, op de manier van: zij weten het beter, daar heb je ze weer. Aan de blik in haar ogen zie ik dat de minister denkt: daar staat er ook weer eentje te praten. Maar ja, ik ben lid van deze Kamer, dus zolang als mijn spreektijd duurt, mag ik hierover doorpraten.
Mevrouw de voorzitter. Ik vind het tegen beter weten in vasthouden aan de door de minister bedachte slaagplicht voor deelnemers aan de inburgering een voorbeeld van volstrekt onnodige koppigheid. Door mijn collega Fenna Vergeer is naar mijn mening aan de overkant de minister uitstekend en overtuigend uitgelegd dat inburgering in Nederland zo niet werkt.
Maar die inburgeringscursus heeft de minister blijkbaar nog niet met succes kunnen afronden. Zij blijft stoer zeggen dat zij niets koopt voor inspanningen, maar dat het gaat om resultaten. Dat vindt ieder weldenkend mens, maar wie wel denkt, weet dat tussen droom en daad nog heel wat in staat. Mijn kinderen heb ik destijds naar de basisschool gebracht in de vaste veronderstelling dat zij zouden slagen voor het basisonderwijs, want dan zouden zij even ver zijn als hun opa’s en oma’s, voor wie dat de eindopleiding was. Zij zijn geslaagd, en het gaat ze goed, maar zij kenden geen slaagplicht, maar een leerplicht. Wat maakt het zo moeilijk om voor de mensen die moeten leren, af te spreken dat een van hun plichten de leerplicht is? Zit achter die stoere slaagplicht geen groot wantrouwen, zo van: ik kan ze wel iets laten doen, maar werken ze wel hard genoeg? Kijk ze eens in de ogen! Als ze bereid zijn onze stations te poetsen, zijn ze misschien ook wel bereid een cursus af te maken. Ik zou niet weten waarom je daar op voorhand wantrouwend over moet zijn. Met die slaagplicht zet de minister een ongelooflijk grote stok achter de deur voor mensen die al zoveel goed werk in de samenleving doen, en voor wie wij zo graag een betere plek in onze samenleving zouden willen hebben. Stokken achter de deur hebben soms een functie, maar van dit formaat zijn ze niet wenselijk. Immers, slaag je niet, dan kan je verblijf in Nederland in gevaar komen, en dat is nogal wat!
Al te goed is buurmans gek. Hoe leggen wij zo’n spreekwoord trouwens uit in de inburgeringscursus? Aan iemand die je rechten geeft, kun je ook plichten opleggen. Het heeft geen zin om dat vrijblijvend te laten zijn. Kiezen voor een stelsel van waarborgsommen voor cursisten, en van studiefinanciering voor vervolgcursussen, dat lijkt ons alleszins acceptabel en verstandig. Maar laten wij het daarbij houden! Laten wij de vervolgcursussen breder aanbieden dan nu het geval is, en ervoor zorgen dat niet iedereen op het niveau van de inburgeringscursus blijkt steken. Het handhaven van de slaagplicht is voor ons een belemmering om voor dit wetsvoorstel te stemmen, iets wat wij in de Tweede Kamer ook duidelijk hebben gemaakt.
Voordat dit wetsvoorstel het wellicht toch tot wet schopt, liggen er al weer wetswijzigingen klaar. Ik kreeg een staatsrechtelijk college van collega Middel, maar ik weet niet of hij het bij het juiste eind heeft: het gaat niet over novelles, maar over echte wetswijzigingen. Wellicht hoor ik dat later nog van anderen. Maar het is wel vreemd: het wetsvoorstel is nog niet gepromoveerd tot wet, of de wetswijzigingen liggen al klaar. Dat is niet goed. Zou het niet verstandiger zijn om het goedbedoelde advies op te volgen om de Wet inburgering nieuwkomers door te laten lopen, verrijkt met enkele artikelen? In een land waar vaak wordt gezegd dat er te veel regels en te weinig resultaten zijn, is dit een pronkstuk dat het tegendeel zou bewijzen. Practice what you preach, ofte wel: doe wat je zegt, in plaats van steeds meer regels te maken, en steeds minder aan mensen over te laten.
Ik ga niet alle kritiek herhalen die hier al naar voren is gebracht en die ons reeds toegestuurd is. Ik hoop dat ik morgen, een dag voor de verkiezingen, een minister zal horen in eerste termijn, die zegt: het heeft weliswaar allemaal wat lang geduurd en de verhoudingen zijn wellicht wat gespannen geweest, maar ik laat nu zien dat ik goed geluisterd heb naar wat er in dit land wordt gezegd over dit wetsvoorstel en ik ga uw vragen hier goed beantwoorden. Ik vind dat eigenlijk heel erg Nederlands en ook heel erg goed passen bij het onderhavige onderwerp. Ik zie dan ook met grote belangstelling uit naar de aard, de wijze en de inhoud van de beantwoording van de minister.
Dat heeft Tiny mooi gezegd. Ik hoop dat het zal helpen.
Inderdaad: dit nieuwe inburgeringswetsontwerp moet worden gedumpt in de papierversnipperaar van de geschiedenis. Minister Verdonk heeft werkelijk niets positiefs gepresteerd. Zij wilde o zo graag vice-premier worden, maar zal nu gewoon op een Kamerstoel moeten gaan zitten. Voor haar (en de VVD) valt te hopen dat ze van deze nieuwe plek iets opsteekt.
Er was trouwens veel te doen over de goedheiligman en Transvaal, waar allochtone jongeren hem het leven onmogelijk zouden maken. Nog afgezien van het feit dat het bericht geheel voorbarig was (er was nog niets gebeurd), maakte het ook weer een stroom racistische reacties los. Veel minder aandacht kreeg het bericht (o.a. AD van 26/11) dat ‘raddraaiers’ de intocht in De Lier verstoorden. Let op: gewoon raddraaiers, geen allochtone jongeren. Wanneer komt de tijd dat allochtone jongeren die overlast veroorzaken ook raddraaiers worden, en niet terug hoeven naar hun land?
Ik vind het erg jammer dat de SP zich zo’n voorstander toont van een inburgeringsplicht en zeker deze. Gelukkig worden er wel kritische kanttekeningen geplaatst bij onder meer de marktwerking, maar de grootste kritiek is dat de inburgeringsplicht maar halfslachtig wordt ingevoerd. Dieptreurig dat een ‘linkse’ partij geen stelling neemt tegen dit racistische, NL-nationalistische en oneerlijke beleid. Hieronder zal ik uitleggen waarom deze wet dat is.
Er wordt een onderscheid wordt gemaakt tussen migranten uit niet-westerse (lees: ‘zwarte’/’gekleurde’)landen en westerse (‘witte’)landen en dat is gewoon een staaltje van institutioneel racisme. In de postkoloniale wereldorde wordt witte dominantie gereproduceerd door onder meer migratiebeheersing door de westerse natiestaten. Migratieprivileges voor ‘witte’ landen en migratiebeperking voor ‘zwarte’ landen (fort EUropa).
Wat mensen moeten leren op die cursus, naast de Nederlandse taal, is een nationalistisch verhaal “hoe Nederland is” en wat “Nederlandse normen en waarden” zijn. Wat “de normen en waarden” zijn en wat “de geschiedenis” is, is een continue strijd tussen dominerende en gedomineerde groepen ( gender, kleur, klasse en nog meer). Wat er verteld wordt is het verhaal van de heersers. Als linkse moet je daar juist tegen zijn neem ik aan. Uit ervaring van migrantenvrienden weet ik dat het handig is om te weten hoe sommige dingen werken in NL, bijv. arbeidsrecht, hoe zit de gemeente in elkaar, etc. Maar dat is niet de hoofdmoot. Je moet leren over “Nederlands glorieuze verleden” (vaderlandse geschiedenis), oftewel het verhaal van de heersers. Willem van Oranje, Pieterszoon Coen, je kent ze wel. Hoe goed en tolerant Nederland wel niet is, etc. Hoe je een goede burger bent van NL. Vaak is de lesstof erg paternalistisch. Kortom mensen worden ideologisch gedrild in Nederlands nationalisme. Klaar gestoomd om zich te schikken in de vreselijke hierarchische maatschappij die Nederland is. Bah.
In zo’n maatschappij wil je toch niet inburgeren, maar die juist veranderen!
Mensen die wel hun rug mochten breken in de fabriek, als schoonmaker enz. werden in het begin ontmoedigd om NL te leren want ze zouden toch teruggestuurd worden. Nu krijgen ze een trap na om te worden verplicht om die cursussen te doen. Mensen worden verplicht om iets te doen en moet daar dan ook nog eens flink voor betalen. Is dat een ‘allochonenboete’ of zo?! Als er al een plicht zou zijn voor iets dan moet dan iig gratis.
Tuurlijk kan het handig zijn om Nederlands te leren, dat is toch de taal die de meeste mensen dier spreken. (Hoe zit het trouwens met Friesland en Friezen?!?!? Moet je in Friesland in het Fries inburgeren???) Maar door steeds maar te hameren op de Nederlansde taal ( niet “de” taal zoals er veel wordt gezegd, alsof Nederlands de enige taal is) komen institutioneel racisme op de arbeidsmarkt en huizenmarkt, racisme op straat, ga zo maar door buiten het bereik. Net alsof je geen problemen meer ondervind als je Nederlands spreekt. Nou vraag dat Surinamers maar eens die al jaren prima Nederlands spreken, vaak al voor ze naar Nederland migreerden!!! Die hadden en hebben te maken met witte dominantie door heel de samenleving. Toen ik iets soortgelijks zei tegen Fenna Vergeer vond ze dat ik moest spreken van ‘racisme’ want “dat was iets van de Tweede Wereldoorlog” “Ik spreek liever van discriminatie en ook dat valt wel mee.” Racisme iets alleen van de tweede wereldoorlog: Fenna (en iedereen met zo’n mening, tis niks persoonlijks 😉 ) zou eens verplicht moeten leren hoe racistisch het Nederlands kolonialisme was, op hoe veel koloniale buit Nederland is gebouwd en hoeveel overenkomsten er helaas nog zijn tussen die koloniale vertogen en hedendaagse vertogen over “autochtonen” en “allochtonen”.
Bovendien denk ik dat willen we echt SAMEN gaan leven in de Lage Landen we niet mensen moet gaan dwingen om te leren hoe het er op dit moment aan toe gaat hier, maar juist de samenleving op zijn kop zetten.
Ik hoop dat ik een volgende verkiezing wel op de SP kan stemmen omdat ze op dit standpunt zijn veranderd.
Anja, hoe sta jij hier nou tegenover? Want ik kan het partijstandpunt niet rijmen met wat ik je meerdere malen heb horen zeggen en schrijven.
Meer kritiek op de inburgeringsplicht kan je vinden op de website van het platform tegen de inbrugeringsplicht (zie onder) of op:
http://www.defabel.nl/inburger.htm
Groetjes,
Bob
voor de duidelijkheid, de website van het platform is:
http://www.stopdeinburgeringsplicht.nl
Hij is aangenomen, Olav. Ik denk zelf, dankzij mevrouw Hanny van Leeuwen van het CDA…. die sociale mevrouw… 🙁
mogelijkheden bieden, zoveel mogelijk mogelijkheden bieden en zo min mogelijk verplichten.
Het idee van een inburgeringsplicht is niet zo slecht. De verplichting om in te burgeren heeft namelijk ook tot gevolg dat de overheid en de samenleving die plicht mogelijk moet maken. De overheid heeft de plicht om te garanderen dat er goede cursussen zijn, de werkgever heeft de plicht om de werknemer de gelegenheid te geven om zo’n cursus te volgen, en ook een superconservatieve echtgenoot wordt gedwongen om zijn vrouw onderwijs te laten volgen. Dat zijn allemaal geen slechte dingen. Leren over Nederland, en leren om er je plek te vinden en een rol te spelen, dat zijn allemaal positieve dingen. Er is niks mis mee om Nederlands te leren spreken.
Het onzinnige van deze wet is echter dat het niveau zo minimaal is dat je er nauwelijks wat aan hebt, dat de examenstof amper bruikbaar is, en dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met het onderwijs. De wet mist zijn doel daarom volledig.
Beste Tiny Kox/SP,
Hieronderstaande alinea met argumentatie en op-de-borst-klopperij over juist dat deel van de SP geschiedenis waarin haar linkse en progressieve principes het zwakst zijn (en nog steeds uitgestraalt wordt en dus m.i. DE reden dat er relatief veel te weinig allochtone aanhangers zijn) stellen mij erg teleur. Ik ben het eens met de reactie van Bob.
Het zou SPrs sieren om te zeggen dat ze in de jaren ’80 fout waren met hun structuralistische theorieen, van die fouten leren, en nu juist op basis van politieke principes het debat over integratie willen aangaan.
Iedere keer dat een SPr zegt “wij zeiden al in de jaren 80 -maar alleen Rechts ons steunde- wat nu eindelijk hardop gezegd wordt …” voelt aan als een klap in het gezicht. Het doet me werkelijk pijn dit te lezen. Integratie gaat om eerlijke kansen EN o.b.v. het idee dat multicultaraliteit een feit is en diversiteit geen last maar juist een verrijking. Het gaat al helemaal niet om assimilatie (het lijken net autochtonen, gelukkig). Naast sociaal economische oorzaken van segregatie en uitsluiting (waar de SP terecht een punt van maakt, meer dan anderen) is er wel degelijk ook sprake van racisme en etnocentrisme (waar de SP nauwelijks een issue van maakt, behalve Anja, gelukkig). Het beleid van Verdonk over inburgeren, hoofdsluiers, vluchtelingen etc. zijn de symbolen van dat laatste, daarom moeten we dit soort voorstellen van Verdonk juist hard bekritiseren en ondubbelzinnig afwijzen. Dit, ipv apologetische taal over dat we het eigenlijk ook wel eens zijn (en het zelfs al 20 jaar de partijlijn is, hoor), maar alleen de werkwijze niet goed is of dit beleid te veel doorslaat (en er bijv. uitzonderingen voor 2 vluchtelingen gemaakt moet worden), zal er voor zorgen dat de SP ook een partij is waar allochtonen en anti-racisten zich op hun plek voelen. Er moet een intern debat komen want het beste is, naast een sterke SP in de oppositie vanuit anti-oorlog en anti-neo-liberlisme, juist ook een multiculturele en antiracistische SP, zowel in visie als in vertegenwoordiging. Ik juich als SP stemmer dit debat toe en doe er graag aan mij.
Miriyam
“Ik ben erg voor inburgeringscursussen en ik zie niets in wegkijken of in pappen en nathouden en ook niet in slappe praat als het over integratie gaat. Daar moet werk van gemaakt worden. Dat kan ik persoonlijk toelichten. Wat ik namelijk zojuist zei, bepleitte ik begin jaren ‘80 al in de gemeenteraad van Tilburg. De enige partij waarvan ik toen een beetje steun kreeg, was opmerkelijk genoeg de VVD. Andere partijen reageerden heel anders en vroegen waar ik en mijn partij de brutaliteit vandaan haalden om tegen Turkse en Marokkaanse Tilburgers te gaan zeggen hoe de zaken in Tilburg geregeld werden en dat het verstandig was om daarvan kennis te nemen en daarmee rekening te houden. Erger was het dat ik het in een onbewaakt moment een goed idee noemde dat Turkse en Marokkaanse mensen in de bijstand er wellicht wijs aan deden om snel een cursus Nederlands te volgen. Wat is er mis met Turks? kreeg ik toen te horen. Dat waren nog eens tijden, zeg ik tegen collega Middel en tegen andere collega’s. Gelukkig, mijnheer Platvoet, denken de minister en wij allen daar nu een stuk verstandiger en genuanceerder over. Wie burger van Nederland wil zijn, moet zich inburgeren, moet de regels, de gewoonten en de taal van het land kennen. Vervolgens kan hij of zij in alle vrijheid die wij onze burgers bieden zijn of haar plek in de samenleving vinden. Dat wij dit inzicht delen, is naar mijn mening een grote vooruitgang. Met dank aan de commissie-Blok, die in de Tweede Kamer goed werk heeft geleverd. Het is vervolgens zaak om hieraan invulling te geven. Dat had met deze wet moeten gebeuren, maar volgens mij zal deze wet weinig of niets aan het beoogde doel bijdragen.”
@Bob: Ik denk dat veel mensen een misopvatting hebben dat “integratieproblemen” voor een groot deel te wijten zijn aan (een gebrek aan) taalvaardigheden. Nederlands leren is natuurlijk wel belangrijk en er moeten goede en betaalbare cursussen beschikbaar zijn. (Toen ik naar Nederland kwam, moest ik en andere Zuid-Afrikaanse dienstweigeraars zelf Nederlands leren omdat wij geen cursussen aangeboden kregen. Wij hadden toen graag een cursus Nederlands willen volgen. Geen dwang was ervoor nodig.) Maar het is een illusie om te denken dat maatschappelijke achterstelling verdwijnt als men goed Nederlands kan praten.
Zoals je zegt, er wordt vaak vergeten dat Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse afkomst geen taalachterstand hebben. Maar ze kampen nog steeds met discriminatie, te lage schooladviezen, hogere werkloosheid, enz. enz. De tweede generatie Marrokkaanse en Turkse Nederlanders die in Nederland naar school gingen hebben ook geen taalachterstand. Maar hoe perfekt ze ook Nederlands kunnen spreken, het hebben van een “islamitische” naam blijkt een groot obstakel te zijn bij het solliciteren voor een baan.
Als men over de grenzen kijkt dan ziet men dat in Amerika zwarte Amerikanen geen verschillende taal of cultuur hebben maar met schrijnende problemen van getto-vorming, achterstanden en werkloosheid kampen. In de banlieues in Frankrijk speelt taal ook geen rol. De zwarte en noord-afrikaanse bewoners komen bijna allemaal uit voormalige Franse koloniën, spreken uitstekend Frans en gingen vaak in Frankrijk naar school. Wat ze eigenlijk willen is dezelfde mogelijkheden die blanke Fransen wel hebben.
Je hebt helemaal gelijk als je stelt dat wij (ook) naar de andere kant moeten kijken. Waarom worden mensen maatschappelijk uitgesloten? Waarom is de werkloosheid onder zogenaamde “allochtonen” zo groot? Waarom is er een zwarte onderklasse ontstaan? Ik heb nog nooit een “allochtoon” gesproken die beweert dat er Nederland niet gediscrimineerd wordt. Waarom mogen wij dan van veel “autochtonen” het woord “racisme” niet gebruiken?
Kan iemand mij uitleggen hoe het kan dat demissionaire kabinetsleden nu ook als kamerlid voor hun eigen beleid mogen stemmen? Dat lijkt mij niet zuiver.
Ik vrees dat ik het eens ben met de lange reactie van Bob. Van nabij weet ik van een geval van een ‘allochtone’persoon uit een niet-EU land, een persoon die al jaren in Nederland woont, Nederlandse geschiedenis goed kent, Nederlands schrijft en spreekt, en deze persoon is ook met een Nederlander getrouwd. Deze persoon heeft destijds van de IND nooit te horen gekregen dat een verbijfsvergunning voor onbepaalde duur na drie jaar rechtmatig verblijf in Nederland mogelijk was. Nu zal ze alsnog die idiote inburgering moeten doen met alle kosten die erbij horen. Waarschijnlijk kan ze het examen op haar sloffen halen, maar na veel problemen met de IND is de animo er een beetje af. Niettemin moet ze wel want anders mag ze terug naar het land van herkomst, getrouwd met een Nederlander of niet (slechts 13 jaar huwelijk, enig 12,5 jarig huwelijksfeest met dreigbrieven van de IND en een rechtszaak die ze wel gewonnen heeft, overigens). En dan mag je ook nog niets van dit heilige Land zeggen: alleen doen wat er gezegd wordt en spruitjes eten.
Helaas krijg ik uit de tekst van heer Cox ook niet veel meer te horen dan ik wellicht zelfs van de VVD had kunnen horen. Mevr. Verdonk’s wet is dus eigenlijk niet streng genoeg.