Uri Avnery schreef als jeugdige zionistische idealist nog eens een stuk over het komende Israel, het was nog voor 1948, als een nieuw land in het werelddeel …Azie. Want dat is, formeel gezien, waar Israel ligt, al noemen we dat deel van de wereld tegenwoordig graag het Midden-Oosten. Die vroege zionistische gedachte verdween met de veroveringsoorlog en de stichting van de staat Israel. Maar de vraag is nog steeds geldig, zegt Avnery. Bij welk werelddeel hoort Israel eigenlijk? Avnery:
Ik geloof dat een van de diepste oorzaken van het historische conflict tussen ons en de Arabische wereld in het algemeen, en het Palestijnse volk in het bijzonder, is gelegen in het feit dat de zionistische beweging vanaf de eerste dag niet wilde erkennen in welk deel van de wereld we ons bevinden. Misschien is dat wel de grootste oorzaak dat de wond, na vier generaties, nog steeds niet is geheeld.
Theodor Herzl zei het al in zijn boek, De joodse staat, dat ‘wij in Palestina een muur zullen opwerpen tegen Azie, we zullen de culturele voorhoede zijn tegen het barbarisme’. Die houding is volgens Avnery nog steeds niet verdwenen, en is kenmerkend gebleven voor de geschiedenis van het zionisme, tot op de dag van vandaag. Kort geleden versprak de Israelische ambassadeur in Australie zich nog toen hij zei ‘Azie is van het gele ras, wij zijn blank en hebben geen spleetogen’.
Misschien kun je het Herzl nog vergeven die een exemplarische Europeaan was in een tijd dat imperialisme en kolonialisme het Europese denken nog domineerden. Erger is dat het na vier generaties nog niet is veranderd, zegt Avney. Voormalige minister-president Ehud Barak had het nog over Israel als een ‘villa in een jungle’. Een Arabische jungle, dus. Tsipi Livni, minister van onderwijs, spreekt graag over de ‘gevaarlijke buurt’ waarin ze wonen, en Sharon heeft wel eens gezegd dat er geen vrede komt zolang de Palestijnen niet veranderen in Finnen.
Israel speelt graag voetbal in de Europese toernooien, en zingt mee in het Europese songfestival. 95% van alle politieke activiteiten van Israel zijn gericht op Europa en Noord-Amerika, zegt Avnery. Maar het gaat nog veel verder, in houding en denken beschouwt Israel zich als deel van Europa. En sluit zich dus graag aan bij de moderne opvattingen – over de ‘barbaarsheid van India en China’ horen we weinig meer – dat er sprake is van een algemene Arabische barbarij, van de gedachte dat de gehele islamitische wereld een gevaarlijke jungle is. Uiteraard is vrede sluiten dan niet aan de orde, je sluit toch geen vrede met gifslangen en roofdieren. Maar hoe kan een land integreren binnen een werelddeel, als dat werelddeel alleen maar als een gevaarlijke jungle wordt gezien, stelt Avnery zich de vraag.
Zo’n wereldbeeld is niet alleen van theoretisch belang. Dat wereldbeeld uit zich bijvoorbeeld in het onderwijs. Israelische kinderen leren niet over de geschiedenis van hun land, ze leren de geschiedenis van ‘het joodse volk’. Die begint met de joodse gemeenschappen in het land, beginnend in de zesde eeuw voor Christus, dan verlaat de geschiedenis het land en gaat een paar duizend jaar over de diaspora, om met de eerste zionistische nederzettingen weer terug te komen. Wat er in het land zelf gedurende die tweeduizend jaar van afwezigheid is gebeurd vindt je niet terug in de Israelische geschiedenisboeken.
Avnery sprak daar eens over in de Knesset. Hij zei dat elk kind in Israel, joods of Arabisch, kennis zou moeten hebben van de geschiedenis van het land, inclusief de periodes en de volken die er leefden: de Kanaaniten, Israelieten, Hellenisten, Romeinen, Arabieren, Kruisvaarders, Mamelukken, Turken, Britten, Palestijnen, Israeli’s en meer. Naast het leren over de joden in de diaspora. Vanaf dat moment noemde de minister van Onderwijs Avnery schertsend ‘die Mamaluk’, maar de geschiedenisboeken werden niet herschreven.
De laatste tijd is er veel sprake van het mogelijkheid dat Israel ‘van de kaart wordt geveegd’. Nauwelijks mogelijk, zegt Avnery, de staat Israel is een grootmacht, met een sterke economie, met een hoge technologische ontwikkeling, met een leger dat krachtiger is dan alle Arabische legers bij elkaar opgeteld. En met een grote voorraad aan nucleaire wapens. Zelfs als Iran een bom zou ontwikkelen, zouden ze wel twee keer nadenken om die te gebruiken, omdat ze dan naar alle waarschijnlijkheid zelf vernietigd zouden worden. Waar komt die angst voor vernietiging dan vandaan? vraagt Avnery zich af.
Deels is dat uiteraard de collectieve herinnering aan de holocaust, die diep is ingeplant in de nationale collectieve bewustzijn. Maar deels komt het ook van het gevoel niet werkelijk thuis te zijn in die plek op de wereld, er geen wortels te hebben, er maar tijdelijk te zijn, er niet werkelijk te horen.
Er is nog een ander effect van dat gevoel eigenlijk Europeanen te zijn. En dat is dat de meest Europese Israeli’s, de askenazi’s, de heersende klasse in het land uitmaken. De Israeli’s met een niet-Europese afkomst, de mizrahim uit de Arabische landen, de burgers met een Aziatisch-Afrikaanse herkomst, of de Palestijnse Arabieren, komen veel minder aan de bak. In Israel, nog steeds volgens Avnery, is er sprake van een opvallende minachting voor hun culturen, en van vergaande discriminatie op vele terreinen van het leven.
Dat verander je niet zomaar, zegt Avnery, daarvoor is het Europese gevoel te diep geworteld. Eens schreef hij in een boekje Oorlog en Vrede in de semitische regio, dat verscheen in oktober 1947, dat de zionistische voorvaders twee wegen konden bewandelen, ze konden het land binnentrekken als Europese veroveraars, die zichzelf zouden zien als een blanke voorhoede en als heerser over de inboorlingen, of er voor kiezen zichzelf te zien als een volk dat terugkeerde naar het Aziatische werelddeel, om daar deel van uit te maken.
Israel weet nog steeds niet in welk werelddeel ze eigenlijk horen.
Overigens: Uri Avnery probeert al een tijd via de rechtbank, om in zijn paspoort aangetekend te krijgen dat zijn nationaliteit Israelisch is. En er in zijn identiteitspapieren niet staat nationaliteit: joods. Dat is nog steeds niet gelukt. Het hoort bij de ideologie van Israel, de ‘joodse en democratische staat’, dat er wel sprake is van een Israelisch staatsburgerschap, maar dat de Israelische nationaliteit formeel niet bestaat. Zo kan er op elk moment met een blik op de identiteitspapieren worden vastgesteld wie er joods is en vooral wie niet.