Ik had het op dit weblog al over de kritiek in een redactioneel in Trouw, over de vermeende eenzijdigheid van UCP, United Civilians for Peace. Zie hier. UCP heeft nu geantwoord. Tekst hieronder. Ook zonder het woord paradigma te gebruiken is het een illustratie van dat denken: er is geen ‘neutrale’ positie in een zaak die zo ongelijk is als de strijd tussen Israel en de Palestijnen.
Hieronder leest u het artikel uit De Trouw van 13 januari 2007
door Jack van Ham (voorzitter UCP) en René Grotenhuis (oud-voorzitter UCP)
Evenwichtigheid is een beladen én een sleutelwoord als het gaat om de berichtgeving en de standpunten over het Israëlisch-Palestijns conflict. Als het lijkt dat je overhelt naar de ene of de andere partij (zeker naar de Palestijnse kant) loop je al gauw het risico gediskwalificeerd te worden als serieuze partij. In de berichtgeving over de terugtrekking van KerkInActie uit UCP werd de afgelopen dagen nadrukkelijk gewezen naar een pro-Palestijnse houding van UCP. Die houding zou niet langer meer te verenigen zijn met het gedachtegoed van de PKN. Dat zou met betrekking tot het conflict op gespannen voet staan met de verbondenheid van de kerk met Israël. Er zijn weinig internationale conflicten die zo gevoelig liggen als het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen. Dat geldt overigens niet alleen voor de (protestantse) kerken. Overal in de Nederlandse en Westerse samenleving worden dan diepe snaren geraakt. En dus is er alle reden om in de berichtgeving en standpuntbepaling zorgvuldig te werk te gaan. Maar zorgvuldigheid en evenwichtigheid zijn iets anders dan dat de waarheid in het midden ligt, dat als er twee vechten twee schuld hebben en dat er dus niet veel meer over te zeggen valt.
Evenwichtigheid betekent niet dat tegenover elk kritisch woord ten opzichte van de ene partij, evenveel en even kritische woorden ten opzichte van de andere partij gesproken moeten worden. Wie dat doet gaat aan de zijlijn staan en laat het over aan het spel van machten en krachten tussen en rondom conflicterende partijen om eruit te komen. Dat doet UCP in ieder geval niet. Elk conflict, zeker dit gecompliceerde conflict in het Midden-Oosten, vraagt erom zorgvuldig geanalyseerd te worden. Hoe liggen de macht- en krachtsverhoudingen, historisch, militair, economisch, publicitair? Hoe zit het met de bondgenoten? Hoe zit het met de gevolgen van het conflict voor mensen, voor samenlevingen, voor kwetsbare groepen? Wie heeft toegang tot de internationale gemeenschap, tot fora die er daar toe doen? Hoe zit het met mensenrechten en internationale verdragen? Dat zijn lastige vragen en ze zijn nooit onomstotelijk en onbetwistbaar te beantwoorden, maar wie ze niet eerlijk stelt en er geen antwoord op geeft, stelt zichzelf aan de zijlijn en laat de conflicterende partijen aan zichzelf en aan elkaar over. En het conflict tussen Israël en Palestina zit zo vast dat er schreeuwende behoefte is aan actieve betrokkenheid van derde partijen, die bruggen kunnen bouwen over zeeën van wantrouwen.
Wie zich wel al die vragen stelt en er een antwoord op wil geven (ook zonder absolute zekerheid en onomstotelijk bewijs), moet positie kiezen. Die kan er niet omheen dat er sprake is van ongelijke machtposities tussen beide volkeren, dat de gevolgen van het conflict voor de een veel desastreuzer zijn dan voor de ander, dat de schending van mensenrechten en internationale verdragen niet gelijkelijk over beide partijen is verdeeld. Wie vraagt om evenwichtigheid, moet bereid zijn om het gewicht dat beide partijen in de weegschaal leggen nauwkeurig te bekijken. En dan stellen we als UCP vast dat dat gewicht ongelijk is en dat evenwichtigheid in de standpunten en informatie allen kan als we ons rekenschap geven van die onevenwichtigheid.
Met betrekking tot het conflict is het opvallend dat er breeduit in de samenleving en in de kerken, sprake is van een gemeenschappelijk vertrekpunt en van een gemeenschappelijk eindpunt. Er zijn in de politiek en de maatschappij nauwelijks groepen die niet het internationaal recht en de mensenrechten aanvaarden als basis voor het oplossen van internationale conflicten dus ook het Israëlisch-Palestijns conflict. En er zijn ook nauwelijks groepen die het niet eens zijn met het einddoel: een rechtvaardige duurzame vrede waarbij beide volkeren naast elkaar leven. Bij die duurzame vrede hoort vanzelfsprekend het bestaansrecht van Israël en Palestina en horen garanties voor de veiligheid van de burgers van beide staten. Daarin onderscheidt UCP zich niet van de politieke partijen en ook niet van de kerken. Maar de vraag is hoe je van het uitgangspunt naar het doel gaat, welke strategie kies je, welke positie kies je.
UCP kiest positie. Dat doet ze niet vanuit de leunstoel in Den Haag of Utrecht. De leden van UCP (Cordaid, Icco, IKV-Pax Christi en Oxfam-Novib) hebben bij elkaar tientallen partnerorganisaties in Israël en Palestina. Met elkaar hebben we de analyse heeft gemaakt van het conflict en de onderlinge verhoudingen en op grond daarvan kiezen we positie. Die positie betekent dat gerechtvaardigde eisen van veiligheid tegen bijvoorbeeld bomaanslagen niet de onbeperkte legitimatie kunnen vormen voor confiscatie van land, opdeling van Palestijns gebied in kantons door snelwegen ‘for Israeli’s only’, arrestatie van kinderen zonder beschuldiging. Die positie van UCP kan nooit losstaan en staat niet los van het uitgangspunt (mensenrechten en internationaal recht) en van de doelstelling (een rechtvaardige en duurzame vrede). UCP wil ook anderen de gelegenheid bieden om die analyse te maken door missies mogelijk te maken voor journalisten (o.a. van aan de kerk verbonden media), politici, onderwijsmensen en jongeren. Het is juist in dit conflict van het grootste belang dat veel meer mensen zich verdiepen, bereid zijn analyses te maken en bereid zijn positie te kiezen. Alleen op die manier kunnen we een bescheiden steentje bijdragen aan de oplossing van het waarschijnlijk meest ingewikkelde conflict van dit moment.
(c) Dit artikel verscheen eerder in De Trouw d.d. 13 januari 2007
Website United Civilians for Peace.
Hallo Anja,
Omdat de Palestijnen me zeer aan het hart gaan, wil ik de komende zomer voor twee maanden naar Gaza – waar ik een baantje vond als vrijwilliger. Buiza meldde me echter dat er geen schijn van kans is dat ik er in ga komen. Vandaar dat ik een nieuw baantje vond (bij Stichting Karama): in vluchtelingenkamp Dahasha, ten zuiden van Bethlehem. Klopt het dat de stichting Kifaia alleen in Gaza actief is? Ik wil namelijk mijn diensten aanbieden: is er iets wat ik kan doen?
Je kunt niet naar Gaza, G. En wij zijn alleen in Gaza actief. Overigens hebben we niet zoveel aan vrijwilligers die daar willen werken, zelfs als je er in zou komen. Er is namelijk zoveel werkloosheid, we helpen liever de Palestijnen aan het werk, dat houdt ze ook onafhankelijker, dan dat wij Nederlanders hun werk gaan doen. Wat wij ze bieden zijn geld en training. Helaas, het is natuurlijk wel je goede hart dat spreekt en ik snap het dat je iets praktisch wilt doen. Sterkte in Bethlehem.