De twee teams bij elkaar. Veel nieuwe mensen, naast de vertrouwde gezichten. Di’a, Hiba, Raida, Asma, Sabrin, Ratiba, Wa’el, Sarhan, Asam, Samar, Ghada, Faten, Hassan, Yahya, Ramsy. Ik deel de fietslampjes uit, deels symbolisch, licht in de duisternis, en deels gewoon praktisch, met hun problemen met de elekrticiteit. We horen wie er kinderen hebben gekregen, in de maanden dat we er niet waren, en bij wie er kinderen op komst zijn. Iedereen zit met jassen aan vanwege de kou.
Joes vraagt het de mensen die er al het langst werken, waar ben je trots op als je terugkijkt. Ratiba, de verpleegster, vertelt hoe het was toen ze net voor het NCCR ging werken. Ze was nog niet gewend aan gehandicapten en aan revalidatie. Ze weet nog hoe ze schrok als ze de armoedige vluchtelingenkamphuizen binnenging, wat ze daar aantrof, de ellende. Mensen met zoveel problemen. Maar wat een goed gevoel is het als het na verloop van tijd beter met iemand gaat. Ze hebben er veel zelfvertrouwen bij gekregen, dat ze hun werk wel goed doen.
Wa’el, de arts vertelt hoe hij in het begin reageerde als een typische arts, en het vaak niet met het Dutch team eens was. Een arts houdt zich bezig met wat er lichamelijk mis is. Nu heeft hij geleerd om de patient te zien als een geheel, met emoties en een geschiedenis. En dat geeft veel betere resultaten. Ik heb me erg ontwikkeld, zegt hij. Ook dat we op onszelf moeten letten, twee jaar geleden wisten we nog niets van burn out. In het begin wilden we te veel ineens, en dan waren we teleurgesteld als we niet meteen resultaten kregen, dan werden we zelf depressief en dachten: we doen niets, het helpt niet. Nu hebben we geleerd om stap voor stap resultaten te krijgen. En we weten nu dat we goed werk doen.
Jahyah, de fysiotherapeut die we al het langste kennen, en die pas een prijs heeft gekregen als de beste medewerker van het NCCR zegt dat hij vooral geleerd heeft wat de home care inhoudt. Hoe je een relatie aangaat met de patient, en hoe je als team samenwerkt. En ik heb geleerd met feed back om te gaan. Moeilijk is het vooral als we door de omstandigheden patienten niet kunnen bezoeken.
Joes haalt herinneringen op. Weten jullie nog hoe het jaren geleden was? Bovenaan had je Allah, daaronder kwam de dokter, daaronder de psycholoog en de sociaal werker, daaronder de fysiotherapeut, daaronder de verpleegkundigen, en daaronder kwam de patient. En nu heeft er een revolutie plaats gevonden, Allah hebben we bovenaan gelaten, maar meteen daaronder komt de patient. Die is het middelpunt. En wij staan daar als team omheen, elk met onze eigen taak. Ik weet nog hoe vaak jullie klaagden over de patienten, dat ze dwars waren, niet luisterden, niet meewerkten. Nu zien jullie veel meer dat patienten een proces doormaken, dat we eerst naar ze moeten luisteren, dat we een band met ze moeten krijgen. Ik zie ook hoe jullie als team samenwerken, hoe jullie gebruik maken van elkaars inzichten, in plaats van in de rivaliteit te schieten. Dit is jullie grootste succes, dat jullie geleerd hebben om multi-disciplinair te werken.
In groepjes gaan ze werken aan de vragen wat ze nodig hebben voor de toekomst, en aan wat er goed gaat en wat niet. Wat er heel erg goed gaat, is dat het NCCR stabiel is gebleken en is gegroeid. Veel initiatieven zijn weer ten onder gegaan, maar hun organisatie heeft inmiddels veel respect verworven in de samenleving. Dit helpt hen ook in hun zelfvertrouwen, ze krijgen veel studenten langs, er wordt ze vaak om advies gevraagd, ze worden gezien als voorbeeld. Khaled heeft vanaf het begin heel duidelijk gezegd: we zijn geen politieke instelling, we maken geen enkel onderscheid tussen patienten, en op de zaak zelf wordt niet over politiek gepraat. Iedereen mag zelf weten wat hij vindt, je hebt het recht om lid te zijn van een politieke partij, maar dat laat je thuis. Dat is uniek in Gaza. De meeste welzijnsinstellingen zijn gelieerd aan Fatah of Hamas, en bedienen hun eigen clienten. Het NCCR doet dat heel bewust niet. Met argusogen zijn ze de laatste maanden bekeken. Trekken ze niet toch stiekem iemand voor? Van Khaled weten ze dat hij een oude Fatah man is. Maar toen er bij gevechten in een straat aan beide zijden gewonden waren gevallen, ging het team naar beide families toe, om de gewonden te verzorgen.
Wat zijn de problemen, op dit moment?
Natuurlijk de omstandigheden, geldgebrek bij zoveel families, ondervoeding. De problemen met de grens die steeds maar dicht is. Het is niet voor niets dat Joes met een koffer met medicijnen heeft lopen zeulen. Verbandmateriaal kwam tot voor kort van het ministerie van gezondheid. Die hebben niets meer. Dus moet het NCCR zelf weer ergens gaan kopen.
Samenwerken met andere organisaties is ook niet zo makkelijk. Er is veel rivaliteit. Ook om het geld uit het buitenland. Zo kan het gebeuren dat de ene organisatie de andere zwart maakt bij de donororganisaties. Gelukkig hebben wij al jaren onze eigen relatie met het NCCR, en ook de ondersteunende organisaties als ICCO, Kinderpostzegels en Lilianefonds, en waren wij er in het begin bij om te bemiddelen. Organisaties zonder zulke ondersteuning hebben het een stuk moeilijker.
Mensen hebben meer psychologische problemen dan vroeger, zegt Di’a. Het is nu niet meer alleen de Israelische bezetting, maar dat er ook op elkaar geschoten wordt. En er zijn zoveel nieuwe gehandicapten bijgekomen. Mensen die het moeilijk hebben dat ze van de ene op de andere dag geen benen meer hebben, kinderen van twaalf die niet meer kunnen spelen, wanhopige ouders. Mensen die hun handicap niet accepteren.
We maken een lijstje van dingen waar we het in de trainingen de komende tijd over zullen hebben. Opnieuw over het proces van acceptatie bij patienten. Er moet een stomcursus basisvaardigheden komen voor de nieuwe medewerkers. We moeten het hebben over seks en kinderen krijgen bij dwarslaesie patienten. Het thema burn out en hoe hou je het zelf vol moet weer terug. En we gaan met ze mee om te kijken naar de nieuwe patienten, veel mensen met amputaties.
In de pauze komen Wassim en Walid even langs. Ze missen hun vader. Ik heb alvast wat cadeautjes bij me, als troost. En er komen meer mensen langs, die even met me willen spreken. Meer dan vroeger zijn er nu mensen die weg willen uit Gaza. Vanwege hun kinderen. Ze vragen mij naar mogelijkheden voor visa, aanbevelingsbrieven. Ik leg nog eens uit dat Nederland op dit moment ongeveer het moeilijkste land is om naar te emigreren. Helaas.
Die middag gaan we op huisbezoek. Khaled heeft vanuit Egypte instructies gegeven om heel erg voorzichtig te zijn, we gaan in een gesloten ambulance naar de patient, en ik draag als we over straat gaan een hoofddoek om mijn blonde haar te verbergen.
Shati kamp. Het gaat om een jongen van veertien die heel mysterieus van de ene op de andere dag ernstig verlamd raakte. Geen van de artsen begrijpt waarom. Groot gezin, Tien kinderen. De vader heeft gestudeerd en spreekt Engels. Helaas vindt hij het niet goed dat ik foto’s maak. Huis met drie kamers. Op een bed in de woonkamer ligt de jongen. Het is er armoedig, maar er is een poging gedaan om het gezellig te maken, er hangen kunstbloemen en foto’s van de kinderen aan de muur. En er staat een straalkacheltje aan en het is er zowaar behagelijk. De jongen ligt er apatisch bij. Hij kan alleen zijn handen en zijn hoofd bewegen. En hij heeft smerige diepe doorligwonden, zien we als hij wordt uitgekleed. Zijn ouders hebben zich veel te laat gemeld. Het team verzorgt de wonden. Jayjah de fysiotherapeut helpt met hem omdraaien, en kijkt uiteindelijk of het lukt om hem te laten zitten. Dat gaat net. Door de aandacht wordt de jongen weer alert. Hij blijkt een slim koppie te hebben en zowaar nog te kunnen lachen. Kijk, dat opent alvast weer perspectief. Maar zijn prognose is niet zo best. Het is de vraag of zijn conditie goed genoeg is om een zware ontsteking te boven te komen.
Niemand begrijpt wat er met hem gebeurt is. Het kan alleen maar of een acute virusinfectie zijn geweest, of vergiftiging, zegt Joes. Zoals we die ook kennen van zenuwgas in de oorlog die het zenuwstelsel aantastte. Alleen, daar ging je meestal meteen dood aan. Heeft de jongen iets ingeademd? Ze weten alleen dat er een soort ballon neerkwam vanuit een Israelische helicopter, vlak bij Shifa ziekenhuis, in augustus. De jongens gingen er op af, en hij was er als eerste bij. Maar nee, ze hebben niets vreemds geroken. Drie weken later werd hij beroerd, en stortte in. En bleek meteen verlamd te zijn. Voor de behandeling doet het er niet toe, zegt Joes, want wat de oorzaak ook was, die is nu weg. Het gaat er nu om of we die jongen in leven kunnen houden.
Terug naar de flat. Onze oude vriend Ramadan komt langs met zijn oudste zoontje en een broer. Ramadan werkt nu ergens anders, maar hij mist het familiegevoel van het NCCR zegt hij, en hij mist ons.
Fatma komt met haar echtgenoot die ook Khaled heet en haar jongste, Wassim, een hele maaltijd brengen. We praten nog lang na. We werken nu bijna tien jaar samen. Het heeft ons zoveel opgeleverd. Joes wil er een stukje over schrijven voor mijn weblog.
Leo, als je dit leest, Fatma probeert je te bereiken over de rapportage aan Icco. Heb je dat gekregen?
De gezichten op de foto’s spreken boekdelen, van betrokkenheid.
Sukkes met de voortgang!
Een tip, kennen jullie het boek van David Werner, over revalidatie mét de gemeenschap?
Zonee, dan zal ik een beschrijving en/of een exemplaar zoeken, lijkt me bruikbaar voor jullie.
Groetend,
V.
Ja, we kennen het werk van David Werner, en we voelen ons wel verwant met zijn visie op mensen met een handicap, dat dat een zaak is van een hele gemeenschap.
Het NCCR heeft een eigen filosofie waar we ons erg bij thuis voelen. Het is opgericht door iemand die zelf een handicap heeft, Khaled Abu Zaid, hij had als kind polio. Toen hij naar zeven jaar uit de gevangenis kwam besloot hij wat te doen voor de gehandicapten van de eerste intifada. Het is vanaf het begin meer een emancipatiebeweging geworden en niet alleen een centrum voor medische hulp. Ze komen ook op voor de rechten van mensen met een handicap, eisen banen bij de ministeries, houden demonstraties, zorgen er voor dat gehandicapten zichtbaar worden, en betrekken er de hele gemeenschap bij. Het is een indrukwekkend gezicht, zo’n demonstratie van mensen in rolstoelen, met hun families inclusief alle kinderen.
Een voorbeeldje. Ik was jaren geleden met Khaled op bezoek bij een van die gigantische revalidatiecentra in Nederland. Ik dacht dat hij het intimiderend zou vinden, zo’n centrum met alles wat in Gaza nog in de verte niet mogelijk nis, een restaurant, een schoonmaker, een zwembad, alle geavanceerde apparatuur. Maar het eerste wat Khaled de directeur vroeg: hoeveel mensen met een handicap werken hier eigenlijk? Waarop de directeur een beetje beschaamd zei: ik geloof maar een.
Die mentaliteit, om mensen met een handicap niet alleen te zien als patienten, maar ook als ervaringsdeskundigen, als burgers met hun eigen rechten, daar kunnen we in Nederland nog wat van leren.
Vandaar dat we ons hier zo thuis voelen en altijd zo geinspireerd weer naar huis gaan.
Lieve mensen, om uit je vel te springen dat Khaled nog steeds in Cairo zit. Ik heb hardop zitten vloeken in mij uppie!
Jullie beider verslag zou goed verspreid moeten worden, zoveel informatie en inzichten, die we zo node missen hier. Ik ga maar weer eens een aantal mensen hiermee bestoken.
Arme mensen, wat zal het koud zijn daar zonder verwarming, dan is ondervoeding nog ingrijpender.
Sterkte en doe vooral de groeten aan Khaled,die wel erg op de proef wordt gesteld!
Liefs Anneke Jos
Anja,
Het is goed te lezen dat jullie geen problemen hadden ondervonden bij binnen komst in Gaza.
Het is hartverwarmend te lezen wat jullie in die 10 tijd aan vooruitgang hebben bereikt in ondersteuning van de gehandicapten zorg in Gaza. en dat bij het NCCR de patient centraal staat ongeacht zijn of haar opvatting. M.a.w. politiek neutraal is. Ik heb veel bewondering voor jullie werk en aanpak en hoop dat het goede werk voortgezet wordt zolang dat nodig is…
Hartelijke groeten, Amin.
Anja, Joes, Eelco,
Wat fantastisch dat jullie er weer zijn!!!! Werd tijd. Wat zie ik ontzettend veel nieuwe gezichten! Gelukkig ook een paar bekenden.
Ik denk aan jullie.
groeten,
Leo
Insj’Allah komt khaled zo snel mogelijk in Gaza. Ik wens julle heel veel zucces bij jullie werk daar en dat jullie het voort mogen zetten en uitbreiden.
Wat de revalidatiecentra betreft. Sinds ik dertig jaar geleden in de Johannastichting werkte ( naast het Dorp van Mies Bouwman)is er in de Nederlandse maatschappij ook nog niet veel veranderd. Khaled heeft dat scherp aangevoeld als hij bij bezoek aan zo’n revalidatiecentrum opmerkte dat de revalidatie in Nederland wel goed geregld is ,maar dat een participerend leven na revalidatie hier in nederland ook nog niet echt vanzelfsprekend is en ook nog steeds bevochten moet worden.
Khaled belde. Hij staat voor de grens bij Rafah. Samen met duizenden mensen met koffers en tassen. De grens is maar naar een kant open, er mogen geen mensen uit. Het gaat nog heel lang duren voordat hij er doorheen is. Hopen dat het vandaag nog lukt.
Skinny Mohammed die met kinderen met kanker werkt vertelde net hoeveel er dood gaan omdat ze Gaza niet uitkunnen voor medische behandeling.
zucces=succes