Voormalig president Jimmy Carter schreef een boek met een titel die meteen garant stond voor reuring: Palestine. Peace not Apartheid. De reacties waren te verwachten: Carter werd meteen uitgemaakt voor antisemiet. Onder andere. Want meer nog dan hier is in de VS kritiek op Israel voldoende om een moddergevecht op gang te brengen, en de term ‘apartheid’, als het gaat om Israel, is een absolute no-no. Het is dat Carter zijn politieke carriere er al op heeft zitten, anders kon hij die nu wel vergeten. Maar het is ook omdat hij eens wel een politieke carriere had dat zijn boek niet zomaar onder het tapijt geveegd kan worden. Voor mensen die al redelijk op de hoogte zijn biedt het boek op inhoud geen nieuws. Nieuws is vooral dat een voormalig president van Amerika het schreef. Jammer, uiteraard, dat de politieke moed, zie Van Agt, pas vaak komt wanneer de staatslieden voormalige staatslieden zijn.
Twee kritische boekbesprekingen in de Nederlandse kranten, die meteen weer eens illustreren hoe je vanuit de verschillende paradigma’s zo’n boek geheel anders kunt lezen, en ook tot verschillende conclusies komt. Een in de Volkskrant (9 februari) van Leo Kwarten, en een van Hans Jansen 9de theoloog, niet de arabist) in Trouw van vandaag. Lijnrecht tegenover elkaar.
Kwarten is kritisch. Carter was destijds de grote man bij Camp David, en stond er in 1978 bij te klappen toen Menachim Begin van Israel en Anwar Sadat van Egypte elkaar na ondertekening van het akkoord elkaar omarmden. Carter mag dan wel terugkijkend ook fouten toegeven, onder andere dat Begins mondelinge afspraak om de nederzettingenbouw tijdens de vredesonderhandelingen te bevriezen – die gingen dan ook gewoon door – maar toen deed hij feitelijk niets voor de Palestijnen, en zag niet in dat de ‘volledige autonomie’ voor de Palestijnen waar het in Camp David ook om ging slechts een vijgenblad was waar Israel zich achter verschool.
Carter is duidelijk zelf gaan kijken in de gebieden, en heeft het over het zichtbare apartheidssysteem, zoals de muur en de aparte wegenbouw, die maakt dat ‘een joodse familie kan pendelen naar een zwaar gesubsidieerd huis op de Westoever over wegen waarvan anderen zijn uitgesloten en zonder ooit in contact te treden met enig facet van het Arabische leven’. Die apartheid is niet gebaseerd op racisme, volgens Carter, maar op de wens land toe te eigenen. Het effect is natuurlijk wel hetzelfde, zegt Kwarten. En raakt de kern van de haat in het Midden-Oosten tegen Israel.
Dat is niet irrationele jodenhaat op zich, zoals Israelische leiders dat graag willen doen voorkomen, maar de menselijke ongelijkwaardigheid waarop het zionistische project is gebaseerd. Waarom heeft een jood uit Manhattan, die nooit in Israel is geweest, wel het recht zich te vestigen in Oost-Jeruzalem, terwijl een in 1948 verdreven Palestijn dat niet heeft? Geen Arabier begrijpt of accepteert dat.
Carter heeft zijn hart op de juiste plaats zitten, maar zijn boek is geen aanrader voor de lezer die op de hoogte wil raken. Het is een samenraapsel van impressies, fragmentarische overzichtjes, beschuldigingen, en christelijk moralisme. Zijn historisch besef is abominabel, zegt Kwarten. Alleen de laatste vier hoofdstukken zijn de moeite, waarin hij de kern van zijn betoog uiteenzet, en dat is dat er een dialoog moet komen met Hamas, die tenslotte de verkiezingen in 2006 hebben gewonnen en dus gezien moeten worden als belangrijke tegenwoordigers van de Palestijnen.
Niettemin zijn gesprekken met Hamas nog steeds taboe. Israels antwoord was het financieel en economisch afknijpen van de Gazastrook en het dreigement dat alle 74 parlementsleden van Hamas doelwit van liquidatie zouden zijn bij de volgende Palstijnse aanval op Israel. Dat heeft sterk bijgedragen tot de huidige geweldspiraal.
Uit Carters betoog wordt keer op keer duidelijk dat de Israelische leiders helemaal niet zitten te wachten op een vredespartner aan Palestijnse zijde. mDan moet men onderhandelen en daarbij horen concessies en die passen niet in de kolonisatiepolitiek.
Carter:
‘Een enorme hinderpaal voor vooruitgang is bovendien de merkwaardige politiek van Washington dat een dialoog over controversiele zaken een privilege is dat alleen gegund wordt als beloning voor onderdanig gedrag en wordt onthouden aan hen die de eisen van de VS verwerpen.
Deze politiek is desastreus voor de VS. De VS verspillen internationaa prestige en goodwill en versterken wereldwijd anti-Amerikaans terrorisme door het confisqueren en koloniseren van Palestijns gebied door Israel onofficieel te vergoelijken of aan te moedigen.
Kwarten:
Aangezien het hedendaagse terrorisme voor een belangrijk deel wordt gevoed door de onrechtvaardige situatie in de bezette gebieden, kun je je met Carter afvragen hoe lang de wereld het zich nog kan veroorloven zich te laten gijzelen door de territoriale hebzucht van de Israelische leiders.
Kwarten – en Carter – zijn dus aanhangers van paradigma drie, die niet ontkennen dat Israel bezig is de Palestijnse gebieden zo ver mogelijk te koloniseren. Jansen is een typische representant van paradigma 1. Het ligt allemaal aan de Palestijnen zelf, die hebben nooit een eigen staat gewild. Het is niet Israel dat een apartheidspolitiek voert, het zijn de Arabische staten. Waarmee alle aantoonbare, zichtbare feiten die ook Carter noemde van tafel worden geveegd. Israel is een democratie. En er zijn ook Arabieren in de Knesset. O, moeten wij dan denken, dan is alles dus in orde, en hoeven we het er niet meer over te hebben dat Israel expliciet een joodse staat wil blijven, met een inherent onderscheid tussen joodse en niet-joodse burgers.
En dan komt het vaste repertoire weer van de paradigma 1ers. Het verdelingsplan, waar Carter het niet over heeft. Als de Palestijnen dat hadden geaccepteerd hadden ze nu een Palestijnse staat, beweert Jansen. En dan het genereuze aanbod van Barak, dat Arafat heeft afgewezen, weer een kans gemist. Interessant genoeg haalt Jansen daar Robert Malley, een van de adviseurs van Clinton bij, om te beweren dat Arafat helemaal niet geinteresseerd was in een Palestijnse staat. Nu heb ik Malley ook gelezen, die gedetailleerd beschreef waarom de onderhandelingen mislukten, en dat is nou net helemaal niet wat ik er in gelezen heb. Dat het aanbod van Barak helemaal niet zo genereus was, en voor de Palestijnen begrijpelijk onacceptabel, is ondertussen toch echt wel duidelijk uit de doeken gedaan. Daar heeft Jansen het uiteraard niet over.
De groot-moefti van Jeruzalem, al-Hoesseini, die hulp probeerde te halen bij de nazi’s komt weer langs – wat zijn de paradigma 1ers toch blij met die man die steeds weer opgevoerd kan worden als bewijs dat de Palestijnen in wezen niets anders willen dan alle joden de zee indrijven – omdat het joden zijn.
Dat Carter tekort schiet als historicus daar zijn Kwarten en Jansen het over eens, hoewel op zijn beurt Jansen eveneens vergaand tekort schiet. Maar Kwarten gaat het vooral over het betoog van Carter waarom de VS op moet houden de kolonisatiepolitiek van Israel te ondersteunen. Daarover bij Jansen geen woord. Wat Jansen, geheel in de stijl van de paradigma 1ers wel doet, is te proberen Carter nog even in discrediet te brengen. Die is niet objectief. En hij heeft een keer een prijs in ontvangst genomen van een sjeik, een sultan al-Nahyan, die een centrum heeft opgericht waarvan Jansen zegt te weten dat de medewerkers daarvan de holocaust ontkennen. Zie je wel. Het wekt al met al geen verbazing dat Carters boek in de Arabische wereld met enthousiasme is ontvangen, zegt Jansen. Dat kan er dus niet aan liggen dat Carter kritiek heeft op de steun van zijn land aan de bezettingspolitiek van Israel, dat ligt natuurlijk aan de Arabische jodenhaat. Want dat is het vaste thema van Jansen. Die haat is de oorzaak van alle problemen. Waar die haat dan vandaan komt daar hoef je het niet over te hebben, want het zijn Arabieren, en dat weten we, die haten joden.
Zo zijn we weer thuis in de paradigmastrijd.
Zie over Carter en Camp David hier, op Electronic Intifada. En zie Jonathan Cook, hier.
Vorig jaar reageerde Jimmy Carter op de Palestijnse verkiezing en de winst van Hamas. Hij hield vergeefs een pleidooi om de Hamas regering niet te boycotten. Don’t punish the Palestinians, in de Washington Post. Hier. En hier bij CNN: Give Hamas a chance. Hier.
Amira Hass schreef een artikel over de invloed van Israel op de de strijd tussen Hamas en Fatah in Gaza.
Iedereen begrijpt natuurlijk wel het belang wat Israel heeft bij het versterken van de indruk dat de Palestijnen niet in staat zijn zichzelf te besturen en niet eens in vrede met elkaar kunnen leven. Lees hoe Israel olie op het vuur gooit:
http://www.haaretz.com/hasen/spages/823826.html
Interessant commentaar van Yossi Beilin, lid van de Knesset en voormalige Israelische Minister van Justitie, die Carter in bescherming neemt en stelt dat Carter’s boek niet kritischer is dan veel Israeli’s dat zelf zijn:
http://www.forward.com/articles/carter-is-no-more-critical-of-israel-than-israelis/
Ik vraag me af waarom Carter’s zeer milde boek tot zulke heftige reacties leidt, in Amerika en schijnbaar ook (bij sommigen) hier.
Steeds meer denk ik dat het Westerse benadering van het Midden-Oosten doordrongen is van een zeer diep gewortelde Islamofobie en racisme tegen Arabieren. Zoals je boven ook zegt, Anja, het principe lijkt te gelden: de Arabieren zijn het altijd schuld louter omdat ze Arabieren zijn. (En vanzelfsprekend “weten we hoe de Arabieren zijn”.)
Carter is nu door veel “critici” voor “anti-semitisch” uitgemaakt. Dit heeft natuurlijk niets te maken met wat hij echt schrijft en zegt. Maar hij durft aan het vijandbeeld te tornen van de “kwade, barbaarse, vijandelijke” Arabieren tegenover de “goede, beschaafde, vriendelijke” Israeli’s. Voor velen is een vijandbeeld een deel van hun wereldbeeld, en als men iemand’s wereldbeeld in twijfel trekt, denk ik dat men heftige reacties kan verwachten.
Waarom worden ook door Carter alleen maar eisen aan Hamas gesteld om voor hulp in aanmerking te komen?Zelfs Harrie van Bommel,de enige politicus die zijn nek durft uit te steken, walst over deze vraag heen als ik het hem vraag.Hamas MOET zijn handvest veranderen,maar Israel mag alles in het Zionistische handvest laten staan.Zelfs hun Joodse staat van de NIjl tot de Eufraat mag op het geld blijven staan(al is het maar op de 50 agarot)
Ik weet het, ben een paradigma 1-er maar Jimmy Carter is zo ongeveer de slechtste president van de VS ooit en zijn boek heeft vernietigende kritieken gekregen, niet alleen uit rechtse hoek.
Die zogenaamde mondelinge afspraak om de nederzettingenbouw tijdens de vredesonderhandelingen van Camp David voor onbepaalde tijd te bevriezen is gejokt en ik heb het op beeld ook, Carter geeft toe dat de freeze maar voor drie maanden was:
http://www.camera.org/index.asp?x_context=7&x_issue=10&x_article=1277
Hier een uitgebreide analyse
http://www.meforum.org/article/1633
Medi, zowel Harry als ik gaan er van uit dat wanneer je eisen stelt aan de Palestijnse regering, dat je diezelfde eisen dan ook minimaal zou moeten stellen aan de Israelische regering, dus: de Palestijnse staat erkennen, ophouden met geweld, en je houden aan de al ondertekende verdragen. Ik heb dat zelf ook tegen minister Bot gezegd, in een debat in de Eerste Kamer. Zonder succes overigens, behalve dat Bot ongewoon kwaad werd. Dus ik weet niet waar je je opmerking aan het adres van Harry op baseert, maar het lijkt me onterecht.
@Anja
Ja gelijke monikken, gelijke kappen!
Anja,de opmerking aan het adres van Harrie maak ik naar aanleiding van een discussie die hij zelf op zijn weblog aangekaart heeft nadat Hamas de verkiezingen gewonnen had.De stelling was dat de hulpverlening moest door gaan,mits Hamas zijn handvest zou wijzigen.Het ging niet over geweld,maar het veranderen van het handvest en ik zie nog steeds niet in waarom alleen Hamas dat zou moeten doen en dit niet aan Israel voorgelegd wordt.
Vertel even waar je dat gezien hebt, Medi. Ik heb dat op Harry’s weblog niet gevonden.
Anja je moet wel een heel eind terug gaan,maar dan vindt je het onder
“Het zou onverstandig zijn steun aan de Palestijnen in te trekken”
geplaatst op 27-01-2006 en zie zijn tweede commentaar op alle commentaren van 09-02-2006.
Ik trek geenszins de integriteit van Harrie en van jou in twijfel,maar ik zou zo graag eens willen weten waarom Hamas zijn onfrisse passages uit zijn handvest moet verwijderen,maar de onfrisse passages uit het Israelische handvest worden niet ter sprake gebracht.En die zijn er toch echt wel.
Ik weet nog steeds niet waar je dat vandaan haalt, Medi. Harry z’n weblog begint pas in oktober 2006. En ik weet heel goed dat Harry het met mij eens is dat er met twee maten wordt gemeten als er eisen aan de Palestijnen gesteld worden die niet aan Israel worden gesteld. En ook waren we het er meteen over eens dat onze regering gewoon met de gekozen Palestijnse regering, dus ook met Hamas, had moeten praten. Die boycot heeft de situatie alleen maar ernstig verslechterd. Zie onze nota, die al op dit weblog staat en deze maand als boekje zal verschijnen.
Nu komt ook nog boven water, het bericht kwam van Sylvia Borren van Novib, dat de rare bochten waarin de Nederlandse regering zich wrong om wel geld naar Palestina te sturen, maar met voorbijgaan van de gekozen regering vele overbodige miljoenen extra heeft gekost die verdwenen zijn in de boekhouding van de banken die veel geld vragen voor elke aparte overboeking.
Alleen maar even om Anja en Medi ten dienste te zijn, niet inhoudelijk bedoeld:
http://www.sp.nl/interact/tegenspraak/tegenspraak.php?stelling_code=275
vriendelijke groet,
Okee. Dank je Bert. De enige zin die ik kon vinden waar Medi over zou hebben kunnen vallen is ‘Hamas is een fundamentalistische partij die afstand zal moeten nemen van de doelstelling Israël te vernietigen’. Daar sta ik ook achter. Hamas was de bocht al aan het nemen van gewapend verzet naar een politieke oplossing, al was het maar omdat ze heel goed weten dat ze met wapens nooit kunnen winnen. Er is geen kwestie van dat de extremistische groepen onder de Palestijnen Israel militair zouden kunnen verslaan. Het oude handvest liep daar bij achter. Hoewel het heel goed mogelijk is dat door de boycot van Hamas, en dus het blokkeren van een politiek proces de achterban weer richting extremisme schuift. Daar hebben de VS en Europa dan ook alles aan gedaan. Ik heb heel wat Palestijnen, en zeker niet alleen Hamasaanhangers, horen zeggen: nu hebben we verkiezingen, we kiezen onze eigen leiders, en nu wordt onze democratie en eigenlijk ons hele volk bestraft. Alsof het aan Amerika is om uit te maken wie we als onze leiders kiezen.
En zoals ik zal zei: Harry en ik zijn het er geheel over eens dat je geen eisen kunt stellen aan de Palestijnen die niet aan Israel gesteld worden.
Anja,mijn excuses voor deze late reactie.Iemand had met mijn electronische speeltje gespeeld en de server lag eruit.
Bedankt voor je uiteenzetting.Ook mijn excuses dat ik je misschien op het verkeerde been heb gezet.Het staat onder het hoofdstuk”Discussie met parlementariers”en dan op “eerdere discussies”Niet op harries eigen weblog.Dit was een onzorgvuldigheid van mijn kant en hiervoor mijn excuses.Ben blij dat je het nu duidelijk uiteen gezet hebt.
Carter is zo dapper geweet om taboes te doorbreken. Hij wil in zijn boek graag de andere (palestijnse) kant laten zien.
Ik heb al een aantal keer gereageerd op de site “Faith and answers”, waar de “journalist” Franklin ter Horst op een schandalige wijze de heer Carter probeert te demoniseren. Hij vergelijkt de argumentatie van Carter met de argumentatie die werd gebruikt bij een anti-racisme conferentie te Durban. Vervolgens probeert hij de heer Carter verder in diskrediet te brengen door te benadrukken dat bij dezelfde conferentie anti-joodse literatuur werd verkocht. Met andere woorden Carter is een antisemiet.
Heel goedkoop om een belangrijk mensenrechtenactivist op deze wijze om laag te halen.
Aan Sander,
Hoe kun je een van de belangrijkste mensenrechtenactivisten van de laatste dertig jaar een leugenaar noemen? Bovendien ben je zelf niet in de Arabische wereld geweest of in Israel, dus waar praat je over. We weten allebei dat Carter slechts de andere kant laat zien (de Palestijnse kant) en dat is in Israel een taboe doorbreken. Dan gaat die machtige Joodse lobby natuurlijk zijn boek aanvallen en afkraken, ja zelfs op de man spelen. Op de man spelen bijvoorbeeld toen men laatst in een krant schreef dat Carter de uitlevering van een ex-nazi zou hebben geblokkeerd.
Als je zoiets zegt zorg dan dat je met dat soort mensen gesproken hebt zodat je weet waarover je praat.
Of sluit je aan bij gekken als Franklin ter Horst, die idioot schrijft voor o.a. Faith and Answers en gelooft in een complot van Europa tegen Israel. Europa zou de holocaust willen afmaken door de Arabische regimes te steunen (wat een onzin).