(Een Palestijn uit Jeruzalem wordt niet doorgelaten als hij wil gaan bidden. Foto Electronic Intifada)
In 1948 werden ze verdreven, de mensen van Beit Latif, een Palestijns dorp in wat nu Israel heet. Ze kwamen terecht in te oude stad van Jeruzalem. In 1966 werden ze opnieuw verplaatst, door de Jordanese regering waar Oost Jeruzalem toen nog onder viel, en de VN. Er werd ze beloofd dat ze betere behuizing zouden krijgen. In vrachtwagens werden ze naar een vluchtelingenkamp gebracht, Shuafat. Van de beloftes kwam niets. In Shuafat kamp wonen nu 20.000 Palestijnse vluchtelingen, binnen de stadsgrenzen van Jeruzalem. Ze hebben het blauwe identiteitsbewijs waarmee ze in ieder geval nog een paar rechten hebben, al valt het niet mee. Ook al betalen ze belasting, net als alle andere Jeruzalemieten, de stad doet niets voor het vluchtelingenkamp en laat het over aan de VN om te zorgen voor scholen en medische zorg. Zelfs de vuilnis wordt door de VN opgehaald. Nu worden ze voor de derde keer verdreven.
Deze keer niet door ze fysiek te verplaatsen, maar door de muur zo te bouwen dat Shuafat kamp aan de andere kant terecht komt, buiten Jeruzalem. Want ze zijn Palestijnen, en dus ongewenst bij de judaisering van Jeruzalem. En dus beslist de regering eenvoudig dat ze geen inwoners van Jeruzalem meer zijn, maar van de Westoever en dat ze afgesneden zullen worden van hun stad, van de ziekenhuizen, van de winkestraten, en van de moskee waar ze bidden. De zaak ligt nog bij het Hoog Gerechtshof, maar veel hoop is er niet. Het plan dat Ilan Pappe een ‘langzame etnische zuivering’ noemt gaat gewoon door. Zie het artikel van Lily Galili, in Haaretz. Hier.
Van het jongetje Daoud weten ze niet of hij op de lijst van de doden moet, en welke leeftijd er dan vermeld moet worden, want hij was nog ongeboren toen zijn leven werd beeindigd door een Israelische kogel. Het was in Nablus. Het was afgelopen woensdag. Een gewone dag voor het gezin Katouni, vader, moeder, drie kinderen en moeder Maha zeven maanden zwanger van een jongetje dat ze Daoud zouden noemen, David. ’s Nachts werden ze wakker van het schieten, een van de vele invallen van het Israelische leger. Maha stond op en wilde naar de kinderkamer, naar haar drie zoontjes die bang waren. Meteen toen ze was opgestaan werd ze geraakt door een kogel, van een van de soldaten die aan de overkant van de straat op het dak stonden en schoten op alles wat bewoog. De kogel drong haar rug binnen, raakte het hoofdje van de ongeboren baby en kwam er bij haar buik weer uit.
Het duurde lang voor er een ambulance kwam. Haar moeder kon niet naar haar toe omdat de soldaten ook op haar schoten. Een broer probeerde het bloed te stelpen van het gat in haar buik met een handddoek. In het ziekenhuis aangekomen was Maha niet meer bij bewustzijn en de baby was dood. Lees het verhaal van Gideon Levy, And now a fetus . Hier.
Woorden in plaats van actie, zegt Amira Hass. Alweer is er een rapport geproduceerd van de Wereldbank, waarin uiteengezet wordt welke rampzalige gevolgen de bezetting, de Wereldbank noemt dat netjes de beperkingen in de bewegingsvrijheid en de afsluiting van de grenzen, heeft op de economie van de Palestijnse gebieden. Van Israel hoeft niemand te verwachten dat die er voor gaan zorgen dat de Palestijnen weer normaal kunnen werken en leven. Maar ook de VS en Europa doen niets. Jawel, er gaat geld heen, om de allerergste humanitaire ramp tegen te gaan. Waarmee ze de Israelische politiek subsidieren, zegt Amira Hass cynisch. Israel wordt toegestaan om miljoenen aan belastinggeld van de Palestijnen te stelen, de buitenwereld betaalt de schade.
Ondertussen worden Israelische ministers ontvangen in de Westerse wereld, terwijl de hamas ministers worden geboycot, koopt het Westen wapens van Israel, en laat daarmee Israel weten dat ze gewoon door kunnen gaan met hun bezettingspolitiek. ‘The Western countries punish the occupied, not the occupier’, schrijft Hass. Zie hieronder.
Words instead of actions
By Amira Hass
Every few weeks some international body issues a report directly linking the policy of restricted movement imposed by Israel on the occupied territories and the state of economic deterioration there. The report is often accompanied by a warning that the situation cannot persist. Last week it was the turn of the World Bank to issue a cautionary report, entitled “Movement and Access Restrictions in the West Bank: Uncertainty and Inefficiency in the Palestinian Economy.”
Dozens of international researchers and economic attaches are busy researching the Palestinians’ economic deterioration, and many more similar reports will yet be written, as long as the countries that finance them settle for words and do not take steps to halt the policy of social and economic destruction that Israel is imposing on the Palestinians. The newest report is comprehensive, but there is nothing new in it and it stresses what has been written and said for years: Israel is inflicting enormous damage on the Palestinian economy and on its private sector.
In 2002, following the release of a report on the impact of Israel’s closure policy, the previous World Bank representative in the occupied territories, Nigel Roberts, praised the Palestinian society’s endurance and suggested that any Western society would have collapsed had it undergone an economic disaster similar to that experienced in the territories. Today, five years after that report’s warnings and pleas, Palestinian society’s collapse is more worrying than ever – primarily in the Gaza Strip and Nablus, which not coincidentally are the areas facing the harshest Israeli siege.
And why should Israel take into consideration the warnings of the World Bank when they have no teeth? It is not enough to mention the apartheid roads in connection with the expansion of the settlements, or the fact that around 50 percent of West Bank territory is not accessible to Palestinians. It is not enough to count the trucks at the Karni crossing that do not enter and exit, or to calculate the small number of days when the Rafah terminal is open. It is not enough to adorn the reports with scholarly charts presenting the Palestinian territories as a perpetual disaster area.
The United States and Europe knew very well how to punish the Palestinians when democratic, free elections gave rise to a Hamas government: with a political boycott and a freeze on financial aid earmarked for development and for encouraging independent production and rebuilding. True, the donor countries, primarily Arab nations, nearly tripled in 2006 the funds they donated to the Palestinians ($900 million, compared to $349 million in 2005), but these were provided mostly in the form of nonproductive grants to an impoverished population, as detailed in the paper prepared by economist Karim Nashashibi, a former International Monetary Fund official, for the UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA).
The generous donations quell some of the humanitarian fires set by Israeli policy, but at the same time they subsidize it. They encourage Israel to continue to rob the tax and customs monies that make up approximately two-thirds of the Palestinian treasury’s revenues. Non-transfer of the funds, of course, creates a chain reaction of economic and social regressions in the private and public sector.
The countries issuing the warnings continue to purchase Israeli manufactured arms and other security-related products. They host military officers who are directly responsible for the killing of hundreds of Palestinian citizens and fervently implement the siege policy. They invite Israeli ministers who are responsible for the economic and social de-development of a whole people. Their representatives also meet with ministers whose remarks and actions negate the rights of the Palestinian people with no less determination than those of Hamas ministers, who refuse to declare their recognition of Israel’s right to exist. The Western countries chose to punish the occupied with very concrete means – but not the occupier, which it sees as part of their Enlightened Civilization. They thus signal to Israel that it may adhere to the same policies whose impact the reports are warning against.
En dan zijn er nog mensen die zeer verontwaardigd en geschokt reageren, als overeenkomsten worden geconstateerd tussen de Israëlische politiek en de Apartheid…..