Veel over Israël en Palestina in de media uiteraard. Morgen is het officieel 40 jaar geleden dat Israel de Westoever en de Gazastrook veroverde en de bezetting begon. Eerst nog een redelijk te verdragen bezetting: voor sommige Palestijnen was dat de eerste keer sinds jaren dat ze Israel binnen konden en konden gaan kijken naar hun oude huizen – die er niet meer waren, of waar nu Israelische joden in woonden. Ook begon er een stroom van arbeiders op gang te komen, Palestijnen die in Israel konden werken, als dagloner vaak, in de bouw. Hardwerkende mensen die met een minimaal loon genoegen namen.
Dat betekende onder andere, econome Sara Roy heeft dat gedetailleerd beschreven, dat er weinig gedaan werd aan de opbouw van de economie in het piepkleine Gaza. De Palestijnse gebieden waren economisch gezien vergaand afhankelijk van Israel. Israel liet goedkoop hun spijkerbroeken in Gaza in elkaar zetten, door kinderen vaak. Israel nam hun tomaten af, stuurden de Palestijnse anjers de wereld in en verdiende er aan. Maar zolang de grenzen redelijk open bleven was het voor de Palestijnen, als een kunstmatig stukje uitbuitbaar derde wereldland nog te doen.
Toen ik in 1994 voor het eerst naar Gaza ging stonden de dagloners om vier uur ’s nachts in de rij bij Erez om op tijd door de controle te komen om een dag in Israel te mogen werken. Nu is de grenspost verlaten. Israel laat zijn onderbetaalde werk nu doen door ‘gastarbeiders’ uit de Phillipijnen. De Palestijnen zijn hopeloos opgesloten in hun strook strand. Ook na de Oslojaren is de bezetting steeds verder opgevoerd, de gevangenis steeds verder gesloten.
De slogan van de groepen die opkomen voor de rechten van Palestijnen is dus Stop de bezetting. Niet genoeg vinden sommigen. Uiteraard moet die bezetting stoppen, als we maar niet denken dat alle problemen dan zijn opgelost en aan al het onrecht een einde komt.
In Het beroofde land schreef ik al over het ‘jaartal van het geweten’. Israeli’s die zichzelf tot links rekenen, zoals Haaretz journalist Akiva Eldar die ik al eens ontmoette, gaan er van uit dat er tot aan de magische datum van de oorlog van 1967 met Israel niets aan de hand was. Israel had geen bezetter moeten worden, dan was alles nu in orde geweest. Maar wat er verkeerd is gegaan met Israel gaat veel dieper en begint veel eerder, schrijft Ali Abunimah in de Electronic Intifada. (Zijn stuk hieronder). Die exclusieve aandacht voor de bezetting verhult dat het gaat om een koliniale strijd die al voor 1948 begon.
Ik ben het niet altijd eens met de leiders van de kolonistenbeweging, schrijft Abunimah, maar zij spreken een waarheid die de israelische en Amerikaanse liberalen bij voorkeur negeren: dat er geen principieel en moreel verschil is tussen de nederzettingen van na 1967, en de steden en kibbutzim die opgericht zijn binnen de Israelische grenzen van voor 1967. Het Israel dat in 1948 werd opgericht was met geweld veroverd op de er wonende Palestijnen. Wat er gebeurde was etnische zuivering. En Israel kon de joodse staat alleen opbouwen door een stelsel van wetten die de ondergeschikte status van Palestijnse staatsburgers regelde en de Palestijnse vluchtelingen verhinderde om terug te keren.
Zelfs de Israeli’s die tegen de bezetting zijn ondersteunen die racistische wetten, zegt Abunimah. Er is een brede consensus in Israel dat de joodse staat het recht heeft zich te verdedigen tegen wat ze de ‘demografische dreiging’ noemen. Er moet dus alles aan gedaan worden om er voor te zorgen dat de joodse meerderheid gehandhaafd blijft, ook als dat gepaard gaat met deportaties en wettelijk geregelde etnische zuivering. Het is dus niet zo progressief om wel voor het beeindigen van de bezetting te zijn, maar de ogen te sluiten voor de ‘etnocratie’ die Israel is geworden. Net zo min als het accepteren van een Zuid Afrikaanse apartheidssstaat dat was. “Racism is not a lifestyle choice the rest of the world is obligated to respect”.
Op de Aljazeera website een artikel over de vraag of de zesdaagse oorlog wel een ‘verdedigingsoorlog’ was. Sommige van de Israelische leiders waren destijds eerlijker. Menahem Begin zei: “In 1967 hadden we een keuze. De concentratie van het Egyptische leger in de Sinai woestijn bewees niet dat Nasser van plan was om ons aan te vallen. We moeten eerlijk zijn. Wij besloten om hem aan te vallen.”
Yitzhak Rabin: “Ik denk niet dat Nasser een orolog wilde. De twee divisies die hij naar de Sinai stuurde zouden nooit voldoende zijn geweest om een aanvallende oorlog te beginnen. Hij wist het en wij wisten het.”
Zie hier.
En sommige Israeli’s hebben het met Israel gehad. Dat valt vooral op als het gaat om bekende Israeli’s, zoals Avraham Burg, voormalig woordvoerder in de Knesset, en voormalig hoofd van de Jewish Agency. Destijds vluchteling uit Dresden. Dat Israel zichzelf nog steeds wil zien als een joodse staat is het begin van het einde, zegt hij. De strategische fout van het zionisme was om te doen alsof er maar een oplossing was voor de joden. Maar het judaisme, waar hij naar terug keerde, had altijd alternatieven. Burg is geemigreerd naar Frankrijk, en raadt de Israeli’s aan een tweede paspoort te nemen. En hij schreef een boek, dat lang de werktitel had: ‘Hitler won’, en uiteindelijk ‘Hitler verslaan’ heet. Het huidige Israel is niet waar hij als jood nog achter kan staan. De ene na de andere rode lijn is overschreden.
Kijk naar Israel, zegt hij. Dat gekoesterde nationalistische gevoel van miskenning. De centrale plaats van het militarisme in onze identiteit. Al die reserve officieren die hun plek in de maatschappij hebben. Het aantal gewapende Israeli’s op straat. Waar gaan al die gewapende mannen heen? En de slogans die openlijk worden geuit: weg met de Arabieren. Ik hoorde mensen in de Knesset zeggen: ik wil vrede want ik haat de Arabieren, ik kan ze niet uitstaan. Ik hoor de stemmen uit Sderot: we willen ze uitroeien en deporteren. Er wordt openlijk gepraat over deporatie in de regering.
kijk naar de muur: de scheidingsmuur is een muur tegen de paranoia. En het zijn mensen zoals ik was, die het bedacht hebben. Wat denken ze? Laten we een hoge muur bouwen en dan is het probleem voorbij want dan zien we ze niet meer. Met die muur markeren we het einde van Europa. Dat is wat er mee gezegd wordt: hier is de grens van Europa. Wij zijn een vooruitgeschoven post van Europa en aan de andere kant begint het barbarisme. Maar het is zo pathetisch. Het is het definitieve afscheid van een visie van daar geintegreerd zijn. Het is zo xenofobisch. Zo krankzinnig.
Beter in Europa, vindt Burg. De goyim (niet-joden) in Europa zijn niet vijandig maar nemen ons op. Hier kun je jood zijn zonder je af te scheiden. Geen segregatie maar integratie. Israel is een zionistisch getto geworden, dan anderen uitsluit. Veel mensen willen het nog niet toegeven, maar Israel heeft een grens bereikt. Het is een land zonder ziel. Het is een land dat niet goed is voor joden. “Vraag je vrienden hoeveel van hen er zeker van zullen zijn dat hun kinderen hier nog zullen wonen”, zegt Burg tegen de journalist Ari Shavit, die steeds kwader wordt, “hoeveel van hen zullen ja zeggen? Hoogstens de helft. Met andere woorden: de Israelische elite is al vertrokken. En zonder elite heeft dit land geen toekomst. We zijn al dood. Het nieuws is nog niet aangekomen maar we zijn al dood. Het werkt niet meer. Het kan niet werken”.
Zie het gehele interview, hier. Uiteraard zijn de reacties op Burg furieus. ‘Landverrader’ is nog niet de meest onvriendelijke.